Bedrijfskunde
Docent : Henri hogenhuis
Uit alle extra stof op blackboard worden de vragen gesteld!
Inhoudsopgave
Week 1 les H1 .................................................................................................................................................. 2
Week 1 les 2 H5 ............................................................................................................................................... 4
Week 2 les 1 hoofdstuk 5 ................................................................................................................................. 7
Week 3 les 1 Hoofdstuk 6....................................................................................................................... 14
WEEK 4 hoofdstuk 4 .................................................................................................................................. 19
Monopolie ....................................................................................................................................................... 20
Oligopolie ........................................................................................................................................................ 20
Hoofdstuk 2 week 4 ....................................................................................................................................... 22
Hoofdstuk 3 niet aanwezig week 4 ................................................................................................................. 27
Hoofdstuk 7 week 5 processen ....................................................................................................................... 30
Hoofdstuk 9.................................................................................................................................................... 34
Gedrag in bedrijven hoofdstuk 8 .................................................................................................................... 37
,Week 1 les H1
Macro, datgene wat op je afkomt waar je geen invloed op hebt, voorbeeld hoeveel we zijn
en hoe oud dat we zijn, of we man of vrouw zijn, of we Nederlands zijn.
Mazo, is de branche voorbeeld Hanze is onderwijs, ziekenhuis is zorg.
Uitkomst 1 is bedreiging
Uitkomst 2 is een kans, komt altijd van buiten. Kans is geen oplossing, voorbeeld vergrijzing,
banen komen vrij voor jongeren.
Micro is hier binnnen in de organisatie
Martkeitng is een proces denk aan blueband en becel, bluebend reclame kids naar school, ik
koopp blueband denkt mee.
• Aan korte casus van Swapfiets zie je dat omgeving van invloed is. Ook of een bedrijf
winst/verlies maakt of hoe het primaire proces er uit ziet, is voor HRM goed om
inzicht in te hebben.
Elk bedrijf kent andere omstandigheden en processen en zal dus een daarop afgestemd HRM
beleid moeten hebben.
HR
’Bedrijfskundige kennis wordt steeds belangrijker. De toekomstige HR-professional is meer
een organisatiekundige. Het draait niet meer alleen om kennis van bijv. de WIA; dat kun je
allemaal inhuren.
HR voegt vooral waarde toe in het snappen waar de organisatie mee bezig is. HR moet de
cultuur aanvoelen, en dat kun je van een externe niet zo goed verwachten’. (Jan Tjerk
Boonstra, Principal Consultant bij de Human Capital Group)
Als HR ken je de organisatiedoelstellingen, je denkt mee over het aantal en kwaliteiten van
in te zetten medewerkers, snapt wat er gebeurt op afdelingen en je weet welke invloed
beslissingen van het management hebben op mensen.
In de rol van Business Partner is het een must dat je de ‘bedrijfskundige taal’ spreekt.
Nog niet kennen hierboven.
Begrippen
Organisatie: menselijke samenwerking, blijvend en doelgericht
Bedrijf: organisatie die goederen/diensten voortbrengt of handel drijft met als doel deze op
afzet markt te verkopen
- Non-profit instelling(bedrijf zonder winstoogmerk)
- Onderneming (bedrijf met winst oogmerk)
Kenmerken van organisatie
Het draait in organisaties om
1. De mens in de organisatie
2. De samenwerking in een organisatie (synergie-effect)
3. Doelgerichtheid binnen een organisatie (gezamenlijke doelen)
4. Continuïteit in een organisatie (going-concerngedachte)
,Bedrijfskunde
BDK is het vakgebied dat zich bezighoudt met het op de juiste wijze organiseren, in elkaar
zetten, en regelen van bedrijven.
- De omgeving is belangrijk in de bedrijfskunde
(veel invloed van klanten, concurrenten, overheid e.d.)
- Bedrijfskunde is multidisciplinair !!!!!!!
- Bedrijfskunde is interdisciplinair !!!!!!!
Bedrijfskunde is multidisciplinair
Kijken vanuit verschillende vakgebieden naar vraagstukken
(Bedrijfs-) Economie Communicatie
(Bedrijfs-) Psychologie Procesmanagement
Technologie Rechten
Inkoop (Bedrijfs) Sociologie
Marketing en sales Facility management
Organisatiekunde Informatiekunde
(inrichting: structuur & cultuur, leiderschap)
Maar ook kijken vanuit meerdere niveaus: macro, meso, micro en/of strategisch, tactisch
operationeel
Bedrijfskunde= interdisciplinair
Multidisciplinair wil zeggen dat er verschillende vakgebieden aanwezig zijn van waaruit
gekeken wordt naar een vraagstuk.
Interdisciplinair wil zeggen dat de verschillende vakgebieden met elkaar in verband worden
gebracht en vanuit die vakgebieden een oplossing wordt geformuleerd.
, Week 1 les 2 H5
Strategisch management
Anosff: dingen toevoegen die buiten de lijn liggen. Denk aan supermarkten met printers,
mensen die printen oh nemen ook snel een brood mee.
De klassieke manier is van ik gakijken hoe het met ons gaat. Kansen, bedreigingen, waar zijn
we wel of niet goed in. Als we dit en dit doen worden we een groot en sterk bedrijf.
Ansoff zegt productontwikkeling of marktontwikkeling.
De drie klassieke stappen (een overzicht)
1. Situatieanalyse hoe gaat het met ons
a. ROB= Raming bij ongewijzigd beleid
b. Intern Onderzoek (SWOT)
- Analyse a.h.v. Productlevenscyclus
- Interne analyse door vergelijking met meet- en ijkpunten
- Analyse van de waardeketen (Value Chain)= waar voeg ik waarde toe, denk
bijvoorbeeld aan wachtmuziek) van Porter
- BCG matrix
c. Extern onderzoek (SWOT)
- 5 krachtenmodel van Porter (hfst. 4 bedrijfsomgeving)
- STEP-analyse (hfst. 4 bedrijfsomgeving)
NB: onderstreepte delen in college behandeld, rest zelf bestuderen
2. Strategieontwikkeling als ik weet hoe het met ons gaat, wat
zou ik kunnen doen
• Generieke strategieën van Porter (p. 189)
• Waardestrategie Tracey en Wiersema
• Strategische Klok van Johnson en Scholes
• (Overlevingsdriehoek Cooper)
Docent : Henri hogenhuis
Uit alle extra stof op blackboard worden de vragen gesteld!
Inhoudsopgave
Week 1 les H1 .................................................................................................................................................. 2
Week 1 les 2 H5 ............................................................................................................................................... 4
Week 2 les 1 hoofdstuk 5 ................................................................................................................................. 7
Week 3 les 1 Hoofdstuk 6....................................................................................................................... 14
WEEK 4 hoofdstuk 4 .................................................................................................................................. 19
Monopolie ....................................................................................................................................................... 20
Oligopolie ........................................................................................................................................................ 20
Hoofdstuk 2 week 4 ....................................................................................................................................... 22
Hoofdstuk 3 niet aanwezig week 4 ................................................................................................................. 27
Hoofdstuk 7 week 5 processen ....................................................................................................................... 30
Hoofdstuk 9.................................................................................................................................................... 34
Gedrag in bedrijven hoofdstuk 8 .................................................................................................................... 37
,Week 1 les H1
Macro, datgene wat op je afkomt waar je geen invloed op hebt, voorbeeld hoeveel we zijn
en hoe oud dat we zijn, of we man of vrouw zijn, of we Nederlands zijn.
Mazo, is de branche voorbeeld Hanze is onderwijs, ziekenhuis is zorg.
Uitkomst 1 is bedreiging
Uitkomst 2 is een kans, komt altijd van buiten. Kans is geen oplossing, voorbeeld vergrijzing,
banen komen vrij voor jongeren.
Micro is hier binnnen in de organisatie
Martkeitng is een proces denk aan blueband en becel, bluebend reclame kids naar school, ik
koopp blueband denkt mee.
• Aan korte casus van Swapfiets zie je dat omgeving van invloed is. Ook of een bedrijf
winst/verlies maakt of hoe het primaire proces er uit ziet, is voor HRM goed om
inzicht in te hebben.
Elk bedrijf kent andere omstandigheden en processen en zal dus een daarop afgestemd HRM
beleid moeten hebben.
HR
’Bedrijfskundige kennis wordt steeds belangrijker. De toekomstige HR-professional is meer
een organisatiekundige. Het draait niet meer alleen om kennis van bijv. de WIA; dat kun je
allemaal inhuren.
HR voegt vooral waarde toe in het snappen waar de organisatie mee bezig is. HR moet de
cultuur aanvoelen, en dat kun je van een externe niet zo goed verwachten’. (Jan Tjerk
Boonstra, Principal Consultant bij de Human Capital Group)
Als HR ken je de organisatiedoelstellingen, je denkt mee over het aantal en kwaliteiten van
in te zetten medewerkers, snapt wat er gebeurt op afdelingen en je weet welke invloed
beslissingen van het management hebben op mensen.
In de rol van Business Partner is het een must dat je de ‘bedrijfskundige taal’ spreekt.
Nog niet kennen hierboven.
Begrippen
Organisatie: menselijke samenwerking, blijvend en doelgericht
Bedrijf: organisatie die goederen/diensten voortbrengt of handel drijft met als doel deze op
afzet markt te verkopen
- Non-profit instelling(bedrijf zonder winstoogmerk)
- Onderneming (bedrijf met winst oogmerk)
Kenmerken van organisatie
Het draait in organisaties om
1. De mens in de organisatie
2. De samenwerking in een organisatie (synergie-effect)
3. Doelgerichtheid binnen een organisatie (gezamenlijke doelen)
4. Continuïteit in een organisatie (going-concerngedachte)
,Bedrijfskunde
BDK is het vakgebied dat zich bezighoudt met het op de juiste wijze organiseren, in elkaar
zetten, en regelen van bedrijven.
- De omgeving is belangrijk in de bedrijfskunde
(veel invloed van klanten, concurrenten, overheid e.d.)
- Bedrijfskunde is multidisciplinair !!!!!!!
- Bedrijfskunde is interdisciplinair !!!!!!!
Bedrijfskunde is multidisciplinair
Kijken vanuit verschillende vakgebieden naar vraagstukken
(Bedrijfs-) Economie Communicatie
(Bedrijfs-) Psychologie Procesmanagement
Technologie Rechten
Inkoop (Bedrijfs) Sociologie
Marketing en sales Facility management
Organisatiekunde Informatiekunde
(inrichting: structuur & cultuur, leiderschap)
Maar ook kijken vanuit meerdere niveaus: macro, meso, micro en/of strategisch, tactisch
operationeel
Bedrijfskunde= interdisciplinair
Multidisciplinair wil zeggen dat er verschillende vakgebieden aanwezig zijn van waaruit
gekeken wordt naar een vraagstuk.
Interdisciplinair wil zeggen dat de verschillende vakgebieden met elkaar in verband worden
gebracht en vanuit die vakgebieden een oplossing wordt geformuleerd.
, Week 1 les 2 H5
Strategisch management
Anosff: dingen toevoegen die buiten de lijn liggen. Denk aan supermarkten met printers,
mensen die printen oh nemen ook snel een brood mee.
De klassieke manier is van ik gakijken hoe het met ons gaat. Kansen, bedreigingen, waar zijn
we wel of niet goed in. Als we dit en dit doen worden we een groot en sterk bedrijf.
Ansoff zegt productontwikkeling of marktontwikkeling.
De drie klassieke stappen (een overzicht)
1. Situatieanalyse hoe gaat het met ons
a. ROB= Raming bij ongewijzigd beleid
b. Intern Onderzoek (SWOT)
- Analyse a.h.v. Productlevenscyclus
- Interne analyse door vergelijking met meet- en ijkpunten
- Analyse van de waardeketen (Value Chain)= waar voeg ik waarde toe, denk
bijvoorbeeld aan wachtmuziek) van Porter
- BCG matrix
c. Extern onderzoek (SWOT)
- 5 krachtenmodel van Porter (hfst. 4 bedrijfsomgeving)
- STEP-analyse (hfst. 4 bedrijfsomgeving)
NB: onderstreepte delen in college behandeld, rest zelf bestuderen
2. Strategieontwikkeling als ik weet hoe het met ons gaat, wat
zou ik kunnen doen
• Generieke strategieën van Porter (p. 189)
• Waardestrategie Tracey en Wiersema
• Strategische Klok van Johnson en Scholes
• (Overlevingsdriehoek Cooper)
