1) Verschil tussen geldbeleggingen (GB) en financiële vaste activa (FVA)?
2) Bespreek de krachtlijnen van de waarderingsregels voor tijdelijke en duurzame beleggingen in aandelen
3) Soorten/onderverdeling duurzame beleggingen/deelnemingen.
4) Verbonden ondernemingen? Wat is controle? Welke soorten onderscheid men?
5) Verklaar volgende termen: a) gezamenlijke controle/joint venture , b) consortium c) post/pré-
acquisitie, d) verschil tussen een verordening en een richtlijn
6) Kleine (beperkte groepen moeten in België geen geconsolideerde jaarrekening opstellen. Wanneer is
een groep klein/beperkt? Zijn hierop uitzonderingen? (Alle andere zijn grote groepen)
7) Welke dochtervennootschappen moeten in België niet worden geconsolideerd?
8) Wat is sub consolidatie? Wanneer is een vrijstelling van sub consolidatie niet toegestaan?
9) Verschil tussen enkelvoudige en geconsolideerde jaarrekening (EJR/GJR)?
10) Opsplitsing/verwerking duurzame aandelen in de geconsolideerde jaarrekening (GJR)?
11) Verband tussen controlepercentage en consolidatiemethode?
12) Welke soorten consolidatieverschillen onderscheid men? Wat is een NTCV? Geef de oorzaken hiervan
13) Door aandelen te waarderen tegen hun historische kostprijs (ipv volgens vermogensmutatiemethode)
wordt winstmanipulatie uitgesloten. Is dit correct? Bespreek.
14) Welke consolidatiemethodes onderscheid men, welke parameters?
15) Wat zijn minderheidsbelangen (NCB)?
16) Wat is het verschil tussen een rechtstreekse en onrechtstreekse deelneming? Geef dit weer via een
voorbeeld
17) Wat is het verschil tussen het belangenpercentage en het controlepercentage?
18) Wat is een gekruiste en circulaire deelneming?
1
, CONSOLIDATIE VAN DE JAARREKENING – VUB
1) Verschil tussen geldbeleggingen (GB) en financiële vaste activa (FVA)?
Het verwerken van aandelen obligaties, verhandelbare effecten, plaatsing geld op een termijnrekening kan
men in de enkelvoudige balans verwerken als. Cruciaal is de duurzaamheid van de belegging:
1) GB: niet duurzaam, intentie/verwacht om de effecten binnen het jaar in geld om te zetten.
a. Termijnrekening en eigen aandelen = altijd GB, zelfs indien > 1 jaar. Dienen niet om een
duurzame band te schappen
b. Aandelen, obligaties, effecten (in andere ondernemingen) ≤ 1 jaar
AOE 2) FVA: Intentie om op duurzame wijze geldmiddelen te verstrekken (> 1 jaar)
a. Aandelen, obligaties, effecten (in andere ondernemingen) > 1 jaar
2) Bespreek de krachtlijnen van de waarderingsregels voor tijdelijke en duurzame beleggingen in aandelen
1) Tijdelijke beleggingen/investering (Klasse “51 Aandelen”):
a) GB: intentie om effect ≤ 1 jaar te behouden
b) Waardering effecten tegen hun aanschaffingswaarde (AW) (aanschaffingsprijs of
inbrengwaarde) en tegoeden bij banken tegen hun nominale waarde.
c) Lower-of-cost-or-market regel:
- WA↓ indien de realisatiewaarde lager (lagere marktwaarde) is dan de voorheen
geboekte AW, indien de realisatie waarde hoger dan de AW voeren we geen aanpassing
uit. We moeten de vroeger geboekte WA↓ wel terugnemen in dit geval.
- Het gaat hier over geboekte WA↓ (“519” rekening). Bij verkoop van deze aandelen tegen
een hogere prijs dan de AW boekt men wel een MW↑ op realisaDe GB (“752”rekening)
=> Schommeling in waarde na verwerking waarde in de BH aanpassing indien de waarde <
AW: WA↓, indien waarde > AW ≠ boeken, AW = maximumwaarde
2) Duurzame beleggingen/investering: FVA: intentie om effect > 1 jaar te behouden “Klasse 2“
a) Waardering aandelen/obligaties tegen aanschaffingswaarde (AW)
b) Regels waarde-aanpassing verschillen: Versoepeling Lower-of-cost-or market regel:
- Lagere marktwaarde: enkel WA↓ indien deze duurzaam is.
- Herwaardering boven AW indien duurzaam
=> Duurzame WA↓ en herwaarderingen (Geen rekening met wat er op KT gebeurt)
3) Soorten/onderverdeling duurzame beleggingen/deelnemingen.
Duurzame beleggingen (meestal voor 1 jaar of langer) in aandelen of vastrentende effecten zoals obligaties
behandelen we als FVA. Binnen deze FVA boeken we de effecten op basis van de relatie die bestaat met
de onderneming die de effecten heeft uitgegeven. Het criterium dat we hanteren is de invloed op het
beleid van die onderneming:
1) Verbonden ondernemingen (280): > 50% van de stemrechten/aandelen = controle
2) Onderneming waarmee een deelnemingsverhouding bestaat (282): > 10% en < 50% aandelen.
Geen verbonden onderneming maar toch een deelnemingsverhouding.
3) Duurzame relatie (284): < 10% aandelen. Geen controle/invloed, effecten toch verworven met
het oog op duurzame ondersteuning van de bedrijfsuitoefening van de andere onderneming.
2