Situatie
Mw. H. is 72 jaar oud. Mw. is sinds een jaar weduwe. Ze woont alleen en zelfstandig. Mw. woont in
een gelijkvloerse woning. Mw. heeft 2 dochters die allebei getrouwd zijn en apart wonen. Haar
oudste dochter woont 3 straten van mw. vandaan. Haar jongste dochter woont in een andere stad.
Mw. heeft goed contact met haar dochters. Ze komen regelmatig langs, hoewel haar oudste dochter
wel vaker komt.
Mw. is bekend met diabetes type 2. Omdat de orale tabletten niet meer voldoende werkten is mw.
overgestapt op insuline. Verder is mw. bekend met hypertensie. Daar slikt ze bètablokkers voor. Dit
vergeet mw. regelmatig in te nemen. Mw. loopt thuis met een rollator.
Mw. haar dochter heeft ons 6 maanden geleden ingeschakeld, toen ze moest overstappen op
insuline. Dit kon mw. niet zelfstandig. Haar dochter heeft het eerst zelf geprobeerd te geven, maar
mw. kreeg vaak schommelingen in bloedsuikerspiegel als haar dochter te laat kwam. Ook wilde mw.
hulp bij het douchen, omdat ze bang was om te vallen.
Tijdens de intake kwam naar voren dat mw. niet alleen hulp nodig had bij het douchen en geven van
insuline. Mw. had te weinig sociale contacten waardoor mw. langzaam depressief kon raken. Op haar
twee dochters na sprak ze niemand. Mw. erkende wel dat ze te weinig contact had en gaf ook toe
dat ze zich soms eenzaam voelde. Maar mw. stond op dat moment niet open voor hulp om haar
sociale contacten uit te breiden. Dit was wel zeker een punt waar we op moesten letten de komende
periode.
Taak:
Mijn taak als verpleegkundige in opleiding was om een periodieke evaluatie uit te voeren van de
geboden zorg. Ik kreeg als taak om een evaluatiegesprek aan te gaan met de cliënt. Ook werd van mij
verwacht dat ik dit zou vastleggen in een verslag. En dat ik het zorgplan zou bijstellen indien nodig.
Ik wilde graag weten hoe het ging met mw., zowel mentaal als lichamelijk. Ik vond het belangrijk om
te weten hoe ze zich voelde met betrekking tot het gevoel van eenzaamheid. Is het gevoel verbeterd,
hetzelfde gebleven of verergerd? Had mw. al nieuwe sociale contacten?
Ook wilde ik weten of de verpleegdoelen zijn behaald of dat ze bijgesteld moesten worden. En of er
nieuwe verpleegdoelen gemaakt moesten worden.
Tot slot vind ik het heel belangrijk om te bespreken hoe mw. de geboden zorg ervaart. Vindt mw. het
fijn dat ze zorg krijgt? Wordt er genoeg rekening gehouden met haar wensen en behoeften?
Ik wilde een zo goed mogelijk beeld krijgen van al deze aspecten. Zo kunnen we mw. beter helpen en
dat zal dat een positieve werking hebben haar algemene gezondheid.