Situatie:
Mw P. is 88 jaar. Ze woont samen met haar man in een eengezinswoning midden in Den
Haag. Mw heeft 3 zonen die allemaal dichtbij wonen en ook veel betrokken zijn bij de zorg
van hun moeder.
Bij mw is onlangs dementie geconstateerd. De familie had al een vermoeden omdat mw de
laatste tijd nogal vergeetachtig was. De oudste zoon van mw heeft ons ingeschakeld om zorg
in te zetten voor mw. Ook is vanuit de familie de vraag gekomen of wij de familie
voorlichting konden geven over dementie en hoe hiermee om te gaan. Dit wil de familie
omdat ze zoveel mogelijk betrokken willen blijven in de zorg. Daarnaast geeft de familie ook
aan het moeilijk te vinden om te gaan met de dementie van hun moeder.
Taak:
Mijn taak als verpleegkundige in opleiding was om de familie goed te informeren over deze
ziekte. Dit is ook voor mij belangrijk omdat de familie zeer betrokken is bij de zorg van hun
moeder. Ik wilde bereiken dat de familie beter kan omgaan met de ziekte van mw en dat
onbegrepen gedrag vanwege de dementie van client, herkend kon worden door de familie.
Tijdens deze casus heb ik verschillende keuzes moeten maken. Allereerst heb ik een keuze
moeten maken op welke manier de informatieverstrekking plaats zou vinden. Dus simpel
gezegd moest ik kiezen of ik een voorlichtingsavond moest organiseren voor de familie of
dat ik ze per email allerlei informatie zou toezenden over dementie. Ik heb gekozen voor een
voorlichtingsbijeenkomst omdat ik dit ten eerste veel persoonlijker vindt en omdat ik de
familie ook de gelegenheid wilde geven om op een zeer laagdrempelige manier vragen te
kunnen stellen. Ook wilde ik zeker zijn dat de informatie die ik gaf, begrijpelijk overkwam.
Om dit alles heb ik gekozen voor een informatiebijeenkomst.
Het is tevens mijn taak om de visie en de afspraken vanuit mijn zorgorganisatie mee te
nemen in dit geheel. Dit heb ik gedaan door de informatie die ik aan de familie heb gegeven
deels in hun moedertaal te doen, (welke ik dus zelf ook spreek). De visie van mijn
zorgorganisatie is om mensen waar nodig ook te helpen als zij de Nederlandse taal niet
machtig zijn!
Acties:
Allereerst heb ik mij goed voorbereid door mij in te lezen over de ziekte dementie. Ik heb
folders en afbeeldingen uitgeprint, deze wilde ik na afloop aan familie geven. Hier heb ik
voor gekozen omdat ik van mening ben dat informatie langer blijft hangen als je informatie
niet alleen hoort, maar tegelijkertijd ook ziet. Tevens wilde ik de familie de mogelijkheid
geven om informatie later ook terug te kunnen lezen.