Arbeids & organisatiepsychologie:
Er is een afbakening tussen werknemer en de organisatie.
Situering van de A&O – psychologie:
Historische en maatschappelijke evoluties:
Filosofie:
• Plato:
- Beschrijft ideale Staat als plaats waar individuen die taken toegewezen krijgen waarvoor
best geschikt
- Stelt: geen 2 personen exact gelijk geboren; mensen verschillen qua natuurlijke
begaafdheden
- Stelt militaire geschiktheidstests op om soldaten van ideale Staat te selecteren
• Juan de Dios Huarte y Navarro:
- Grote individuele verschillen
- Verschillende beroepen vereisen verschillende vaardigheidspatronen
- Belang van goede professionele diagnostiek door de staat, zodat men jongeren kan
verplichten het kennisdomein te bestuderen waarvoor meest geschikt
o Voordeel voor staat
o Voordeel voor individu: geen tijd en moeite verspillen
Natuurwetenschappelijke methode:
• Observatie → hypothese → toetsing → verwerping/aanvaarding hypothese
• Bv Milgram experiment
Maatschappelijke ontwikkeling/ sociale invloeden
Humanisme
1
,Eerste academische ontwikkelingen:
• 1876: Wilhelm Wundt:
- Experimentele methode
- Introspectie
• Arbeidspsychologie – consumentenpsychologie:
- 1901: Walter Dill Scott
o Toespraak over psychologie en reclame
o Voor eerst commerciële activiteit linken aan psychologische inzichten
- 1912: Hugo Münsterberg
o Psychology and industrial efficiency
o Toepassen van empirisch – natuurwetenschappelijke methode op selectie
Methodologische invloeden:
• Differentiële psychologie:
- Galton, Pearson:
o Sterke interesse in individuele verschillen
o Experimentele methode
o Ontwikkelen van statistische technieken (gemiddelde, standaardafwijking,
correlatie)
o Basis voor selectiepsychologie
- McKeen Cattell, Binet & Simon, Terman, Yerkes:
o Individuele verschillen in cognitieve vaardigheden
o Intelligentietests
- Guilford, Cattell:
o Individuele verschillen in persoonlijkheid
Evolutie van maatschappelijke beeld over de mens in een arbeidssituatie:
• < 20ste eeuw:
- Werknemer volgt slaafs instructies en heeft geen eigen mening
• De rationeel-economische mens:
- Werknemer heeft vooral rationeel – economische motieven
- Taylor, scientific management:
o Werkmethoden moeten gebaseerd zijn op wetenschappelijke principes
o Selecteer, train en ontwikkel elke werknemer op een wetenschappelijke manier
o Zorg ervoor dat de geplande werkmethode gevolgd wordt
o Managers analyzeren en plannen, werknemers voeren uit
- Gillbreths, time and motion studies
• De sociale mens:
- Werknemers hebben ook sociale behoeften
- Mayo, Hawthorne effect
• De naar-ontplooiing-zoekende mens:
- Werknemers willen ook persoonlijk iets opsteken van het werk; ze willen ontwikkelen en
bijleren
- Herzberg, tweefactorentheorie:
o Hygiëne factors/ dissatisfiers en motivators/ satisfiers
2
, o Visie:
▪ Extrinsiek is belangrijk, maar daarboven moet ook aandacht besteed
worden aan intrinsiek
▪ Mensen willen graag interessant werk, verantwoordelijkheid,…
▪ Mensen zoeken mogelijkheden om meer van zichzelf in het werk te
leggen
o Kritiek:
▪ Zeer eenvoudig
▪ Slechte repliceerbaarheid
▪ Weinig ruimte voor individuele verschillen
- Job Desing school:
o Organisatie bereikt beste resultaten als werk interessant is
o Taakpakketten kunnen zo samengesteld worden dat ze interessant zijn door:
▪ Job enlargement
▪ Job enrichment
o Kritische bedenkingen:
▪ Individuele verschillen
▪ Verwachtingen door job enrichment
▪ Kunnen alle werknemers de omschakeling wel aan?
▪ Leidinggevende verliest deel macht
▪ Opwaartse verschuiving
• De complexe mens:
- Maslow, behoeftenpyramide:
o Kritische bedenkingen:
▪ 5 behoeften worden niet consistent teruggevonden
▪ Ranking is niet consistent
▪ Strikte hiërarchie wordt niet ondersteund
o Typisch westers
o Individuele verschillen
- mcGregor, X & Y theorie
-
3
, Betekenis van werk vandaag
• Werk = zingever:
- Meer dan enkel geld verdienen
- Latente functies
- Individuele verschillen in werkethiek
o Job involvement vs instrumentele arbeidsoriëntatie
o Arbeidsoriëntaties:
• Niet hetzelfde voor werklozen:
- Economische zekerheid
- Persoonlijke status
- Zelfrealisatie en identiteit
- Sociaal contact
- Tijdstructuur
- Bijdrage tot samenleving
• Gevolgen:
- Daling psychisch welzijn
- Daling levenskwaliteit
- Stijgt terug na lange werkloosheid
- Vergelijkbaar effect bij jobonzekerheid:
o Daling psychisch welzijn
o Depressiviteit
o Psychosomatische klachten
o Daling arbeidssatisfactie
o Daling organizational commitment
Werken: welke prestatie leveren?
• Werken = het leveren van een prestatie
- Gaat over het proces en niet het resultaat
- Het proces valt onder controle van de werknemer, het resultaat niet altijd
- Kan problematisch zijn bij prestatiebeoordelingen
- Taakprestatie
4
Er is een afbakening tussen werknemer en de organisatie.
Situering van de A&O – psychologie:
Historische en maatschappelijke evoluties:
Filosofie:
• Plato:
- Beschrijft ideale Staat als plaats waar individuen die taken toegewezen krijgen waarvoor
best geschikt
- Stelt: geen 2 personen exact gelijk geboren; mensen verschillen qua natuurlijke
begaafdheden
- Stelt militaire geschiktheidstests op om soldaten van ideale Staat te selecteren
• Juan de Dios Huarte y Navarro:
- Grote individuele verschillen
- Verschillende beroepen vereisen verschillende vaardigheidspatronen
- Belang van goede professionele diagnostiek door de staat, zodat men jongeren kan
verplichten het kennisdomein te bestuderen waarvoor meest geschikt
o Voordeel voor staat
o Voordeel voor individu: geen tijd en moeite verspillen
Natuurwetenschappelijke methode:
• Observatie → hypothese → toetsing → verwerping/aanvaarding hypothese
• Bv Milgram experiment
Maatschappelijke ontwikkeling/ sociale invloeden
Humanisme
1
,Eerste academische ontwikkelingen:
• 1876: Wilhelm Wundt:
- Experimentele methode
- Introspectie
• Arbeidspsychologie – consumentenpsychologie:
- 1901: Walter Dill Scott
o Toespraak over psychologie en reclame
o Voor eerst commerciële activiteit linken aan psychologische inzichten
- 1912: Hugo Münsterberg
o Psychology and industrial efficiency
o Toepassen van empirisch – natuurwetenschappelijke methode op selectie
Methodologische invloeden:
• Differentiële psychologie:
- Galton, Pearson:
o Sterke interesse in individuele verschillen
o Experimentele methode
o Ontwikkelen van statistische technieken (gemiddelde, standaardafwijking,
correlatie)
o Basis voor selectiepsychologie
- McKeen Cattell, Binet & Simon, Terman, Yerkes:
o Individuele verschillen in cognitieve vaardigheden
o Intelligentietests
- Guilford, Cattell:
o Individuele verschillen in persoonlijkheid
Evolutie van maatschappelijke beeld over de mens in een arbeidssituatie:
• < 20ste eeuw:
- Werknemer volgt slaafs instructies en heeft geen eigen mening
• De rationeel-economische mens:
- Werknemer heeft vooral rationeel – economische motieven
- Taylor, scientific management:
o Werkmethoden moeten gebaseerd zijn op wetenschappelijke principes
o Selecteer, train en ontwikkel elke werknemer op een wetenschappelijke manier
o Zorg ervoor dat de geplande werkmethode gevolgd wordt
o Managers analyzeren en plannen, werknemers voeren uit
- Gillbreths, time and motion studies
• De sociale mens:
- Werknemers hebben ook sociale behoeften
- Mayo, Hawthorne effect
• De naar-ontplooiing-zoekende mens:
- Werknemers willen ook persoonlijk iets opsteken van het werk; ze willen ontwikkelen en
bijleren
- Herzberg, tweefactorentheorie:
o Hygiëne factors/ dissatisfiers en motivators/ satisfiers
2
, o Visie:
▪ Extrinsiek is belangrijk, maar daarboven moet ook aandacht besteed
worden aan intrinsiek
▪ Mensen willen graag interessant werk, verantwoordelijkheid,…
▪ Mensen zoeken mogelijkheden om meer van zichzelf in het werk te
leggen
o Kritiek:
▪ Zeer eenvoudig
▪ Slechte repliceerbaarheid
▪ Weinig ruimte voor individuele verschillen
- Job Desing school:
o Organisatie bereikt beste resultaten als werk interessant is
o Taakpakketten kunnen zo samengesteld worden dat ze interessant zijn door:
▪ Job enlargement
▪ Job enrichment
o Kritische bedenkingen:
▪ Individuele verschillen
▪ Verwachtingen door job enrichment
▪ Kunnen alle werknemers de omschakeling wel aan?
▪ Leidinggevende verliest deel macht
▪ Opwaartse verschuiving
• De complexe mens:
- Maslow, behoeftenpyramide:
o Kritische bedenkingen:
▪ 5 behoeften worden niet consistent teruggevonden
▪ Ranking is niet consistent
▪ Strikte hiërarchie wordt niet ondersteund
o Typisch westers
o Individuele verschillen
- mcGregor, X & Y theorie
-
3
, Betekenis van werk vandaag
• Werk = zingever:
- Meer dan enkel geld verdienen
- Latente functies
- Individuele verschillen in werkethiek
o Job involvement vs instrumentele arbeidsoriëntatie
o Arbeidsoriëntaties:
• Niet hetzelfde voor werklozen:
- Economische zekerheid
- Persoonlijke status
- Zelfrealisatie en identiteit
- Sociaal contact
- Tijdstructuur
- Bijdrage tot samenleving
• Gevolgen:
- Daling psychisch welzijn
- Daling levenskwaliteit
- Stijgt terug na lange werkloosheid
- Vergelijkbaar effect bij jobonzekerheid:
o Daling psychisch welzijn
o Depressiviteit
o Psychosomatische klachten
o Daling arbeidssatisfactie
o Daling organizational commitment
Werken: welke prestatie leveren?
• Werken = het leveren van een prestatie
- Gaat over het proces en niet het resultaat
- Het proces valt onder controle van de werknemer, het resultaat niet altijd
- Kan problematisch zijn bij prestatiebeoordelingen
- Taakprestatie
4