Scheikunde samenvatting hoofdstuk 11
11.2
- Iets is duurzaam als het voldoet aan People, Planet, Profit.
- People (welzijn medewerkers), Planet (minder belasting milieu) en Profit (meer winst
maken).
- Cradle to cradle is dat producten ontworpen moeten worden zodat je ze na gebruik
volledig biologisch kunt afbreken/omzetten in nieuw product.
- Downcycling is als het product terugkomt met een lagere kwaliteit dan het
oorspronkelijke had.
- Upcycling is als het product na recycling meer waard is dan daarvoor.
- Bij groene chemie probeert men zo energiezuinig mogelijk te werken en gebruik te
maken van bronnen van duurzame energie. Berust op 12 regels, 97F.
- Een synthese is duurzaam:
Als er zoveel mogelijk atomen uit beginstoffen terechtkomen in gewenste
reactieproduct, zodat je zo min mogelijk afval hebt.
Als je reactieomstandigheden zodanig kiest dat er zoveel mogelijk product
ontstaat en zo min mogelijk energie wordt gebruikt. Bij voorkeur energie uit
duurzame bron.
Als je zoveel mogelijk gebruikmaakt van duurzame grondstoffen en je afval
hergebruikt.
Als je afvalstoffen niet giftig zijn of belastend voor het milieu.
- Atoomeconomie = hoeveel procent van massa van beginstoffen terechtkomt in
gewenste reactieproduct. Is theoretisch begrip.
- Formule atoomeconomie: massa gewenst product (theoretisch) / massa beginstoffen
x 100% = atoomeconomie gewenst product
- Formule rendement: massa gewenst product (praktijk) / massa gewenst product
(theoretisch) x 100%
- E-factor is experimenteel begrip en geeft verband tussen atoomeconomie en
rendement van reactie.
- Eenzelfde reactie kan met verschillende rendementen verlopen en dus ook
verschillende waarden van E-factor hebben.
- formule E-factor: massa beginstoffen - massa gewenst product (praktijk) / massa
gewenst product (praktijk)
- Formules zijn ook terug te vinden is tabel 37H en 97F.
- Hoe groter rendement, hoe kleiner E-factor.
- Vervuilingscoëfficiënt (Q-factor) is groter hoe giftige de stof.
11.3
- Bij fijnchemie horen bijvoorbeeld farmaceutische bedrijven die vaak relatief kleine
hoeveelheden van stof produceren en daarbij gebruikmaken van ingewikkelde
synthese.
- Meeste bedrijven horen bij bulkchemie en maken 24/7 enorme hoeveelheden van 1
product.
- Bij fijnchemie worden verschillende vaten gebruikt, die niet onderling gekoppeld zijn.
Bijv ene voor reageren tot eindproducten en andere voor scheiden van bijproducten.
Deze productiewijze heet batchproces.
11.2
- Iets is duurzaam als het voldoet aan People, Planet, Profit.
- People (welzijn medewerkers), Planet (minder belasting milieu) en Profit (meer winst
maken).
- Cradle to cradle is dat producten ontworpen moeten worden zodat je ze na gebruik
volledig biologisch kunt afbreken/omzetten in nieuw product.
- Downcycling is als het product terugkomt met een lagere kwaliteit dan het
oorspronkelijke had.
- Upcycling is als het product na recycling meer waard is dan daarvoor.
- Bij groene chemie probeert men zo energiezuinig mogelijk te werken en gebruik te
maken van bronnen van duurzame energie. Berust op 12 regels, 97F.
- Een synthese is duurzaam:
Als er zoveel mogelijk atomen uit beginstoffen terechtkomen in gewenste
reactieproduct, zodat je zo min mogelijk afval hebt.
Als je reactieomstandigheden zodanig kiest dat er zoveel mogelijk product
ontstaat en zo min mogelijk energie wordt gebruikt. Bij voorkeur energie uit
duurzame bron.
Als je zoveel mogelijk gebruikmaakt van duurzame grondstoffen en je afval
hergebruikt.
Als je afvalstoffen niet giftig zijn of belastend voor het milieu.
- Atoomeconomie = hoeveel procent van massa van beginstoffen terechtkomt in
gewenste reactieproduct. Is theoretisch begrip.
- Formule atoomeconomie: massa gewenst product (theoretisch) / massa beginstoffen
x 100% = atoomeconomie gewenst product
- Formule rendement: massa gewenst product (praktijk) / massa gewenst product
(theoretisch) x 100%
- E-factor is experimenteel begrip en geeft verband tussen atoomeconomie en
rendement van reactie.
- Eenzelfde reactie kan met verschillende rendementen verlopen en dus ook
verschillende waarden van E-factor hebben.
- formule E-factor: massa beginstoffen - massa gewenst product (praktijk) / massa
gewenst product (praktijk)
- Formules zijn ook terug te vinden is tabel 37H en 97F.
- Hoe groter rendement, hoe kleiner E-factor.
- Vervuilingscoëfficiënt (Q-factor) is groter hoe giftige de stof.
11.3
- Bij fijnchemie horen bijvoorbeeld farmaceutische bedrijven die vaak relatief kleine
hoeveelheden van stof produceren en daarbij gebruikmaken van ingewikkelde
synthese.
- Meeste bedrijven horen bij bulkchemie en maken 24/7 enorme hoeveelheden van 1
product.
- Bij fijnchemie worden verschillende vaten gebruikt, die niet onderling gekoppeld zijn.
Bijv ene voor reageren tot eindproducten en andere voor scheiden van bijproducten.
Deze productiewijze heet batchproces.