Inleiding groepsdynamica hoofdstuk 9 – Conflicten
binnen en tussen groepen
9.1 Conflicten en conflictbronnen
Conflict: als een groepslid zich door één of meer andere groepsleden voelt dwarsgezeten,
aangevallen of onbehoorlijk behandeld.
Conflictbronnen: zaken die tot conflicten kunnen leiden:
Instrumentele conflicten: hebben betrekking op de doelen en werkwijzen die men volgt in de
groep.
Belangenconflicten: Hebben te maken met de verdeling van opbrengsten in de groep.
Machtsconflicten: Gaan over de vraag wie de meeste invloed heeft en wie over welke zaken
mag beslissen.
Relatieconflicten: Komen voort uit ergernissen over de manier waarop groepsleden zich
gedragen.
Vaak zijn er meerdere conflictbronnen aanwezig in een conflict.
9.2 Constructieve en destructieve conflicten
Constructief conflict: Een conflict kan een groep verder helpen. Een constructief conflict is als het de
groep lukt om de gerezen problemen in goed overleg en naar tevredenheid van iedereen op te
lossen.
Groepsleden met een coöperatieve instelling gaan voor het beste van de groep en maken zich
ondergeschikt aan het groepsbelang.
Destructief conflict: Als de verschillen niet naar tevredenheid worden opgelost en de samenwerking
in de groep negatief wordt beïnvloed.
Groepsleden die competitief zijn, zijn geneigd eigen belang te kiezen voor groepsbelang.
Factoren die van invloed zijn op hoe coöperatief dan wel competitief de groepsleden zijn:
Schaarse middelen – Gevolg: Sociaal dilemma. Dit is een situatie van conflict tussen
individuele belangen en groepsbelangen.
Onderling vertrouwen: Je bent eerder geneigd eigen belangen aan de kant te zetten als je
erop vertrouwt dat anderen dat ook doen. (prisoner’s dilemma)
Wederkerigheid tussen groepsleden: Het beginsel van wederkerigheid houdt in dat iemand
een ander net zo behandelt als hij door die ander wordt behandeld.
9.3 Conflicthantering
Conflictstijlen:
Vechten: Eigen belang, win-verliessituatie, assertief
Samenwerking: gericht op een maximale uitkomst voor iedereen, win-winsituatie, assertief
Compromis zoeken: zoveel mogelijk aan elkaar tegemoet komen, enige voordelen en enige
nadelen
Toegeven: eigen belang op standpunt opzij zetten, niet assertief
Vermijden: conflict uit de weg gaan, bang om de confrontatie aan te gaan. Meestal een
verlies-verliessituatie, deze latente problemen komen dan van tijd tot tijd weer
tevoorschijn, niet assertief
Factoren die de stijl van conflicthantering beïnvloeden:
Machtsverschillen: ondergeschikten zullen eerder kiezen voor vermijden, toegeven of
samenwerken.
binnen en tussen groepen
9.1 Conflicten en conflictbronnen
Conflict: als een groepslid zich door één of meer andere groepsleden voelt dwarsgezeten,
aangevallen of onbehoorlijk behandeld.
Conflictbronnen: zaken die tot conflicten kunnen leiden:
Instrumentele conflicten: hebben betrekking op de doelen en werkwijzen die men volgt in de
groep.
Belangenconflicten: Hebben te maken met de verdeling van opbrengsten in de groep.
Machtsconflicten: Gaan over de vraag wie de meeste invloed heeft en wie over welke zaken
mag beslissen.
Relatieconflicten: Komen voort uit ergernissen over de manier waarop groepsleden zich
gedragen.
Vaak zijn er meerdere conflictbronnen aanwezig in een conflict.
9.2 Constructieve en destructieve conflicten
Constructief conflict: Een conflict kan een groep verder helpen. Een constructief conflict is als het de
groep lukt om de gerezen problemen in goed overleg en naar tevredenheid van iedereen op te
lossen.
Groepsleden met een coöperatieve instelling gaan voor het beste van de groep en maken zich
ondergeschikt aan het groepsbelang.
Destructief conflict: Als de verschillen niet naar tevredenheid worden opgelost en de samenwerking
in de groep negatief wordt beïnvloed.
Groepsleden die competitief zijn, zijn geneigd eigen belang te kiezen voor groepsbelang.
Factoren die van invloed zijn op hoe coöperatief dan wel competitief de groepsleden zijn:
Schaarse middelen – Gevolg: Sociaal dilemma. Dit is een situatie van conflict tussen
individuele belangen en groepsbelangen.
Onderling vertrouwen: Je bent eerder geneigd eigen belangen aan de kant te zetten als je
erop vertrouwt dat anderen dat ook doen. (prisoner’s dilemma)
Wederkerigheid tussen groepsleden: Het beginsel van wederkerigheid houdt in dat iemand
een ander net zo behandelt als hij door die ander wordt behandeld.
9.3 Conflicthantering
Conflictstijlen:
Vechten: Eigen belang, win-verliessituatie, assertief
Samenwerking: gericht op een maximale uitkomst voor iedereen, win-winsituatie, assertief
Compromis zoeken: zoveel mogelijk aan elkaar tegemoet komen, enige voordelen en enige
nadelen
Toegeven: eigen belang op standpunt opzij zetten, niet assertief
Vermijden: conflict uit de weg gaan, bang om de confrontatie aan te gaan. Meestal een
verlies-verliessituatie, deze latente problemen komen dan van tijd tot tijd weer
tevoorschijn, niet assertief
Factoren die de stijl van conflicthantering beïnvloeden:
Machtsverschillen: ondergeschikten zullen eerder kiezen voor vermijden, toegeven of
samenwerken.