Fysiopathologie
:
Hoofdstuk
8
–
Veranderd
evenwicht
in
vloeistof,
elektrolyten
en
zuur-‐basen
1. Mechanisme
van
oedeem
1.1 Normaal
systeem
(
zonder
oedeem
)
• Ons
lichaam
heeft
een
bloeddruk,
en
bloedvaten
zijn
nooit
100
%
waterdicht
• Dus
:
door
de
druk
zal
er
altijd
wat
vocht
uitgeperst
worden
• Mechanisme
van
2
drukken
is
hier
belangrijk
(normaal
een
evenwicht
tussen
beide
nodig
)
:
>
Capillaire
hydrostatische
druk
§ Aanwezige
(bloed)druk
in
bloedbaan
van
capillairen
drijft
vocht
uit
het
capillair
§ Druk
naar
buiten
gericht
§ =
filtratie
>
Capillaire
plasma-‐oncotische
druk
§ Plasma
bestaat
uit
water
(
92
%
)
met
opgeloste
stoffen
(
eiwitten,
zuren
,
…
)
§ De
capillaire
barrière
=
vrij
toegankelijk
voor
zouten
,
maar
vrij
impermeabel
voor
proteïnes
§ Gevolg
:
osmotische
druk
in
het
capillair
vooral
bepaald
door
plasma-‐proteïnes
o vandaar
benaming
“oncotische
druk”
en
niet
“osmotische
druk”
o omdat
het
niet
helemaal
osmose
is
(
want
zout
kan
door
maar
eiwitten
niet
)
Evenwicht
:
• Aan
ene
kant
kracht
die
vocht
eruit
perst
• Aan
andere
kant
kracht
die
vocht
terug
duwt
• Maar
:
evenwicht
niet
100
%
• Toch
altijd
netto-‐transfer
van
vocht
uit
bloedvat
• Lymfevaten
gaan
dat
vocht
collecteren
• Vocht
zo
via
lymfevaten
terug
in
bloed
• Zo
toch
een
totaal
evenwicht
1
, 1.2 Vier
scenario’s
van
oedeem
Wanneer
krijg
je
oedeem
:
Ergens
in
het
lichaam
teveel
vocht
opgestapeld
• Als
meer
vocht
uit
de
bloedbaan
gaat
(
dan
normaal
)
• Als
afvoer
langs
lymfesysteem
minder
goed
gaat
Bij
oedeem
:
• Albumine
wordt
gemaakt
in
lever
• Indien
concentratie
albumine
in
plasma
daalt
:
oedeem
kan
zich
ontwikkelen
• Reden
:
omdat
oncotische
druk
verkleint
(
wordt
relatief
kleiner
dan
hydrostatische
druk
)
• Gevolg
:
netto
filtratie
van
vocht
uit
het
capillair
4
scenario’s
van
oedeem
2
:
Hoofdstuk
8
–
Veranderd
evenwicht
in
vloeistof,
elektrolyten
en
zuur-‐basen
1. Mechanisme
van
oedeem
1.1 Normaal
systeem
(
zonder
oedeem
)
• Ons
lichaam
heeft
een
bloeddruk,
en
bloedvaten
zijn
nooit
100
%
waterdicht
• Dus
:
door
de
druk
zal
er
altijd
wat
vocht
uitgeperst
worden
• Mechanisme
van
2
drukken
is
hier
belangrijk
(normaal
een
evenwicht
tussen
beide
nodig
)
:
>
Capillaire
hydrostatische
druk
§ Aanwezige
(bloed)druk
in
bloedbaan
van
capillairen
drijft
vocht
uit
het
capillair
§ Druk
naar
buiten
gericht
§ =
filtratie
>
Capillaire
plasma-‐oncotische
druk
§ Plasma
bestaat
uit
water
(
92
%
)
met
opgeloste
stoffen
(
eiwitten,
zuren
,
…
)
§ De
capillaire
barrière
=
vrij
toegankelijk
voor
zouten
,
maar
vrij
impermeabel
voor
proteïnes
§ Gevolg
:
osmotische
druk
in
het
capillair
vooral
bepaald
door
plasma-‐proteïnes
o vandaar
benaming
“oncotische
druk”
en
niet
“osmotische
druk”
o omdat
het
niet
helemaal
osmose
is
(
want
zout
kan
door
maar
eiwitten
niet
)
Evenwicht
:
• Aan
ene
kant
kracht
die
vocht
eruit
perst
• Aan
andere
kant
kracht
die
vocht
terug
duwt
• Maar
:
evenwicht
niet
100
%
• Toch
altijd
netto-‐transfer
van
vocht
uit
bloedvat
• Lymfevaten
gaan
dat
vocht
collecteren
• Vocht
zo
via
lymfevaten
terug
in
bloed
• Zo
toch
een
totaal
evenwicht
1
, 1.2 Vier
scenario’s
van
oedeem
Wanneer
krijg
je
oedeem
:
Ergens
in
het
lichaam
teveel
vocht
opgestapeld
• Als
meer
vocht
uit
de
bloedbaan
gaat
(
dan
normaal
)
• Als
afvoer
langs
lymfesysteem
minder
goed
gaat
Bij
oedeem
:
• Albumine
wordt
gemaakt
in
lever
• Indien
concentratie
albumine
in
plasma
daalt
:
oedeem
kan
zich
ontwikkelen
• Reden
:
omdat
oncotische
druk
verkleint
(
wordt
relatief
kleiner
dan
hydrostatische
druk
)
• Gevolg
:
netto
filtratie
van
vocht
uit
het
capillair
4
scenario’s
van
oedeem
2