100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Farmacokinetiek & Toxicologie Odisee

Rating
-
Sold
1
Pages
32
Uploaded on
24-12-2021
Written in
2017/2018

Farmacokinetiek & Toxicologie Samenvatting Ik had 15/20 Contacteer me prive voor 25 % korting ()

Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
December 24, 2021
Number of pages
32
Written in
2017/2018
Type
Summary

Subjects

Content preview

Farmacologie
Inleiding
Xenobiotica: Lichaamsvreemde stoffen met gewenst/ongewenst effect op lichaam.

Toxicologie: Wetenschap die de wisselwerking tussen schadelijke chemische stoffen en levende org
bestudeert. (zowel natuurlijke als synthetische stoffen)

Farmacologie: Wetenschap die de wisselwerking tussen een GM en een levend org bestudeert.
Zowel de gewenste als ongewenste effecten worden bestudeert. (farmacon kan lichaamseigen stof
zijn die in het lichaam niet/onvoldoende wordt aangemaakt of een ander xenobioticum)

 Toxicologie en farmacologie nauw verwant, in theorie kan alles toxisch zijn in voldoende
hoge C (ook veel raakvaken met andere wetenschappen)

Aspecten farmacologie
Galenica: Wetenschap die zich bezighoud met het bereiden van GM.

Farmaceutische fase: fase waarin GM uiteenvalt en farmacon vrijstelt.

Farmacodynamiek: De tak van de farmacologie waarin men de wisselwerking tussen farmacon en
lichaam bestudeert

 A: opname farmacon in bloedbaan
 D: Verdeling farmacon over lichaamsvloeistoffen en weefsels
 Aangekomen op plaats van werking  interageren aangrijpingspunt  fysiol ≠ cel
 Eens in bloedbaan treedt ook eliminatie op
 M: chemische wijziging (door lever)
 E: Afvoeren farmacon of metaboliet (door nieren) Afh
Farmacokinetiek: Wetenschap die verandering van farmaconC in het lichaam in relatie tot tijd zet.

 Farmacon kan ook Bijw hebben. Daarom FK en FD zeer belangrijk risicos bij voorschrijven
GM uit te sluiten. Verhouding Benefit-Risk tegenover ziektebeeld ook belangrijk

Geneesmiddelformulering
Afhankelijk bep factoren:

 Plaats van werking (lok/syst)
 Lok: enkel effect thv aangebrachte plaats (ontsmettende zalf, puffer, schimmelkrem)
 Syst: Eerst in bloedbaan opgenomen om daarna ergens in lichaam effect te hebben.
(AB tabletten, nicotinepleister, sublinguale tabletten)
 UG (huid en slijmvliezen) of IG (mond of rectaal)
 Dosis
 Verwerkingseigenschappen farmacon
 Toestand patient (leeftijd, slikken,…-
 Economische fact


Orale toedieningen
 Tabletten: Farmacon met hulpstoffen geperst meestal nog beschermlaag

1

, (estetisch, smaak, stab, Farmaconafgifte: Z gevoelige GM +maagsapresistente polymeer)
o Bruistablet: + H2O
o Smelttablet: buccaal en sublinguaal  snel opgenomen in mondslijmvlies, weinig verlies,
geen zuur milieu zoals maag
 Capsules: Coating die na contact met H2O vrijkomt soms ook coating
 Siropen: stroperige vloeibare toedieningsvorm waarin farmacon opg. Slikreflex
 Suspensie: niet oplosbare stof verdeeld waterige matrix (schudden)
 Emulsies: stabiele mengsels van olie en water (schudden)
 Andere: poeders en druppels

Dermale toedining
 Epidermis: aaneensluitend dekweefsel met bovenaan hoornlaag (belangrijkste barière)
 Dermis: Bindweefsel met bloedvaten, lymfevaten, zenuwbanen,…
o Hier wordt farmacon voor systemisch gebruik opgen bloedbaan
 Subcutane vetlaag: kan farmacon opslaan

Gedrag farmacon in de huid bij lokaal gebruik afh van:

 Vet en wateroplosbaarheid
 Conditie huid (beschadiging?)
 Leeftijd persoon: huid van ouderen en kinderen dunner en brozer
 Plaats toediening: achter oor is sterk doorlaatbaar voetzool niet
 Farmaceutische vorm: crème betere opname  h2o zorgt opzwellen epidermis

vette zalf  langer huid en dus langer werkzaam

Vb: zalven, crèmes, lotions, sprays, pleisters

Voordelen van transdermale toediningen: (systemisch effect)

 Comfort patient
 First pass effect (lever en darm omzeild  metabol)
 Lange tijd constant bloedspiegel

Nadeel kan enkel bij sterk lipofiele stoffen gebruikt worden

Vb: nicotinepleister, fentanyl (pijnbestr), estradiol (contraceptie), nitroglycerine (angina pectoris)

Parenterale toedining
Via injectie of infusie omdat:

 Via darm niet kan worden opgenomen
 Spijsvertering niet overleeft (interactie met eiwitten)
 Slikken vermijden
 Dosering nauwkeurig regelen
 Intramusculair depot: lange gereguleerde afgifte

Vb: IV, IM, SC (subcutaan  onder huid), ID (intradermaal  in de dermis)

Nasale toedining
Kan zowel lokaal als systemisch effect hebben maar bij lokaal altijd beetje systemisch.

Voordeel: in vgl met orale inname is de inname van lipofiele kleine stoffen hier veel groter (gn F-P eff


2

,Nadeel: kan trilharen besch  lagere afweersysteem

Momenteel wordt vooral onderzocht voor het toedienen van kleine pept (hormonen) door
bevorderin opname met absorptiebevorderende stoffen en peptidaseremmers die ongewenste
afbraak tegen gaan in de sprays te voegen.

Pulmonale toediening
Vooral bij lok toed bij aandoeningen luchtwegen en men beperkt syst bijwerkingen

Hoe kleiner de deeltjes hoe beter ze de luchtwegen kunnen penetreren. (toch nog altijd maar 40 %)

Dosisinhalator: drijfgassen waarin farmacon fijn verdeelt (vernevelen en tegelijk inademen !!!)

Drogepoederinh: farmacon geadsorbeerd op gemicroniseerd dragermateriaal (voldoende inhal nodig

Vernevelaar: vloeistof verneveld door lucht aangedreven of ultrasone vernevelaars.

Systemisch voorbeeld is anesthesie met gassen (lachgas)

Rectale toediening
Zowel lokaal (aambeien) als systemisch (alternatief orale route bij slikprob of hevige maagpeijn)

Zetpil: smelt of lost op bij lichaamstemp  farmacon via rectale bloedvaten (FP vermeden)

Klysma: farmacon opgelost of gesuspendeerd in vloeibare basis

 Opname bij dezen is lager en zeer variabel

Bijzondere vormen (drug delivery)
Target drug delivery: specifiek afgifte farmacon thv doelwit

Sustained drug delvirery: farmacon via gecontroleerde manier vrijgesteld

Liposomen
Bolvormig kunstmatig gesynthetiseerd deeltje dat bestaat uit een membraan (dubbel fosfolip) met
als inhoud een waterige oplossing. In dit membraan of in de oplossing kan een farmacon zitten. De
liposomen kunnen dan samensmelten met een cel. Afbraak door immunsyst wordt voorkomen door
laag PEG rond lip. Het lip gaat naar zijn doelwitcel doormiddel van homing. Dit zijn eiwitten (bv Al) die
die bv binden op kankerspecifieke membraaneiwitten en zo enkel de kankercellen aantasten.

Microsferen
Kleine sferische deeltjes (1µm-1mm) die een GM even kunnen vasthouden. Gemaakt uit
biodegradeerbare polymeren bv zetmelen, gommen, …

Gecontroleerde GM vrijstelling: Bydureon  byetta. Bevatten beiden exenatide tegen GLP in
behandeling van DM-2 maar bydureon moet 1 X per week ingespoten want vormt subcutaan depot.

Doelgerichte therapie: We kunnen radioact stof inbouwen die straling verliest enkel bij tumor. Ook
homing is hier een optie (Al binden)

E.C.
Zuurresistent laagje. Pas bij neutr PH komt farmacon vrij. Vb bij ertsende farmacons

GM met geleidelijke vrijstellingen (retards)
 GM kan omhuld zijn met membraan dat geleidelijk loslaat.
 Tablet kan opzwellen in GI en zo geleidelijkaan als gel farmacon loslaten.

3

,  Mogen nooit geplet en hergebruikt worden  dose dumping (vol dos in 1 keer vrij
 RE, LA, CR

Afgelegde weg farmacon
De farmaceutische fase
Vrijstelling van farmacon uit galenische toedieningsvorm (!!!  geen zin hog C pijnstil als nt kan opg)

Farmaceutische beschikbaarheid: Fractie ingenomen farmacon dat effectief vrijkomt uit GM

Bio equivalente GM: als 2 verschillende GM (merk + generiek) zelfde plasmaspiegel veroorzaken

Absorptie
Farmacon moet membraan passeren om in bloed te raken en dan meestal om nog op plaats te raken

 Paracellulair transport: migreert tussen cellen barière
o Tight junctions (bloedbaan) die met h2o gevuld zijn
o Beperkt er zijn er maar weinig
o In andere weefsels ruimte ertussen veel te klein  opnamebevorderaars (ureum)
hydraterend  opzwellen bv hoornlaag
 Transcellulair transport: migreert door cellen barière
o Dubbele fosfolip is bariere en er ontstaat C gradient
o Passieve difussie
 Wanneer GM voldoende lip doorheen membr
o Carier gem transport
 Sterk hydrofiele mol binden dragereiwitten

1 Opname GM via pass difusie afh:

 Grootte gradient: hoe groter heo sneller de opname
 Oppervlak membraan: hoe groter hoe meer opname (darm microvilli)
 Partitiecoefficient: mate stof zich verdeelt water en aangrenzende vetfase.
o P= C olie / C h2o
o Om goed opgenomen te worden gewoon hydrofoob. Te veel is vastzitten membraan
(alkylgroep) en te weinig is in waterige fase blijven(niet door membraan)(h-bruggen)
 Pka farmacon en PH omgeving: GM kunnen afh PH in geladen of ongeladen vorm
voorkomen. Alleen ongeladen vorm kan passeren.

2 opname via carriergemedieerd transport

 Enkel in maagdarm: vele biomol (AZ) te hydrofiel om pt te doen.
 Transporters verplaatsen deze van lumen naar enterocyten.(darmcel)
 Transporters zijn substraatspecifiek
 Kunnen ook farmacons vervoeren



Gradient als drijfveer  gefaciliteerde difussie

Tegen gradient in (ATP ADP)  actief transport

3 Transcytose



4
$9.59
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
maartenchys

Get to know the seller

Seller avatar
maartenchys Maarten Chys
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
3
Member since
3 year
Number of followers
3
Documents
1
Last sold
3 year ago

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions