Pedagogie – Hoofdstuk 5
5. Opvoeden en lesgeven in een positief leef- en leerklimaat
5.1 De begrippen positief leefklimaat en positief leerklimaat in theorie en praktijk
Positief leefklimaat:
Een ontwikkelingsstimulerend opvoedingsklimaat
Betreft thuissituatie en school
Creëert welbevinden
Positief leerklimaat:
Een ontwikkelingsstimulerende didactische aanpak
Betreft enkel de school
Creëert betrokkenheid
5.2 Een positief leefklimaat opbouwen
Factoren die een positief leefklimaat beïnvloeden:
Positieve ingesteldheid
Samenhorigheid
Ontmoetende leerkrachtstijl
Positief gevoel hebben van:
Zichzelf
Anderen
(leef)wereld
zich goed voelen in zijn vel
zich veilig voelen
basis om te ontwikkelen en leren te komen
thuis en op school gevormd
Deelaspecten van de positieve ingesteldheid:
Zich emotioneel goed voelen
Zich als persoon iets waard voelen (zelfwaardegevoel)
Zich als persoon present stellen
Gemotiveerd zijn
Zich vitaal en gezond voelen
Plezier beleven
Tot rust komen
Zich geboren voelen
Interesse hebben voor anderen
Nieuwsgierig zijn
Initiatief nemen
Betrokken bezig zijn
Onbevangen aanwezig zijn in de wereld en creatief omgaan met de dingen
Het perspectief van de leerkracht is bepalend,
1
, 1. EEN POSITIEVE INGESTELDHEID ONTWIKKELEN
Hoe?
Elke leerling het gevoel geven dat hij belangrijk is
Leerlingen bevestigen voor de dingen die ze goed doen
Tijd maken om bij het werk van elk kind stil te staan
Laten merken dat we vertrouwen hebben in de kinderen en dat we in hen geloven
Waardering tonen als een leerling zich inzet
Elke leerling verantwoordelijkheden en taken geven die hij aankan
Model staan voor de leerlingen door zelf positief te staan tegenover het leven
Leerlingen over hun eigen werk laten vertellen of het tentoonstellen
Leerlingen vragen om iets van thuis mee te brengen en daar dan iets in de klas mee te doen
Succeservaringen creëren
Leerlingen stimuleren om andere leerlingen te bevestigen en elkaar te helpen
Enkele klasactiviteiten om de positieve ingesteldheid te stimuleren:
Een warm onthaal bij het starten van de lessen of activiteiten
Gezellige eetmomenten creëren
Activiteiten rond het bespreken en delen van gevoelens
Gezellige vieringen, bv. verjaardagen, Kerstmis, …
2. SAMENHORIGHEID STIMULEREN
= Wij-gevoel: relatie met anderen en met de leefwereld
Hoe?
Geef elke leerling het gevoel dat hij erbij hoort
Wijs op de nadelige gevolgen voor anderen bij negatief gedrag (empathie ontwikkelen)
Doe dingen samen, bijvoorbeeld dagtaken verdelen, zingen, …
Stimuleer leerlingen om elkaar te helpen
Stimuleer leerlingen om te luisteren naar elkaar
Moedig leerlingen aan om in groep ervaringen over zichzelf te vertellen
Werken met thema’s
De ouders:
Alle kinderen hebben een ‘rugzakje’ met waarden, normen, gewoontes mee van thuis
thuiscultuur waarderen = zijn leefwereld veranderen
Een groot verschil tussen de thuis- en de schoolcultuur kan leiden tot spanningen, doch
verbindend werken
Ouderbetrokkenheid elkaar beter begrijpen, vertrouwensband
Ouders niet alleen betrekken als het slecht gaat, maar ook wanneer het kind het goed doet
3. ONTMOETENDE LEERKRACHTSTIJL
Belangrijk in de relatie begeleider-kind:
Aandacht voor de leefwereld van het kind
Wat ervaart het kind?
Ontwikkelingsniveau opsporen
Signalen opmerken en begrijpen
Het kind laten voelen dat hij/zij au sérieus wordt genomen
Het kind zoveel mogelijk zichzelf laten zijn
2
5. Opvoeden en lesgeven in een positief leef- en leerklimaat
5.1 De begrippen positief leefklimaat en positief leerklimaat in theorie en praktijk
Positief leefklimaat:
Een ontwikkelingsstimulerend opvoedingsklimaat
Betreft thuissituatie en school
Creëert welbevinden
Positief leerklimaat:
Een ontwikkelingsstimulerende didactische aanpak
Betreft enkel de school
Creëert betrokkenheid
5.2 Een positief leefklimaat opbouwen
Factoren die een positief leefklimaat beïnvloeden:
Positieve ingesteldheid
Samenhorigheid
Ontmoetende leerkrachtstijl
Positief gevoel hebben van:
Zichzelf
Anderen
(leef)wereld
zich goed voelen in zijn vel
zich veilig voelen
basis om te ontwikkelen en leren te komen
thuis en op school gevormd
Deelaspecten van de positieve ingesteldheid:
Zich emotioneel goed voelen
Zich als persoon iets waard voelen (zelfwaardegevoel)
Zich als persoon present stellen
Gemotiveerd zijn
Zich vitaal en gezond voelen
Plezier beleven
Tot rust komen
Zich geboren voelen
Interesse hebben voor anderen
Nieuwsgierig zijn
Initiatief nemen
Betrokken bezig zijn
Onbevangen aanwezig zijn in de wereld en creatief omgaan met de dingen
Het perspectief van de leerkracht is bepalend,
1
, 1. EEN POSITIEVE INGESTELDHEID ONTWIKKELEN
Hoe?
Elke leerling het gevoel geven dat hij belangrijk is
Leerlingen bevestigen voor de dingen die ze goed doen
Tijd maken om bij het werk van elk kind stil te staan
Laten merken dat we vertrouwen hebben in de kinderen en dat we in hen geloven
Waardering tonen als een leerling zich inzet
Elke leerling verantwoordelijkheden en taken geven die hij aankan
Model staan voor de leerlingen door zelf positief te staan tegenover het leven
Leerlingen over hun eigen werk laten vertellen of het tentoonstellen
Leerlingen vragen om iets van thuis mee te brengen en daar dan iets in de klas mee te doen
Succeservaringen creëren
Leerlingen stimuleren om andere leerlingen te bevestigen en elkaar te helpen
Enkele klasactiviteiten om de positieve ingesteldheid te stimuleren:
Een warm onthaal bij het starten van de lessen of activiteiten
Gezellige eetmomenten creëren
Activiteiten rond het bespreken en delen van gevoelens
Gezellige vieringen, bv. verjaardagen, Kerstmis, …
2. SAMENHORIGHEID STIMULEREN
= Wij-gevoel: relatie met anderen en met de leefwereld
Hoe?
Geef elke leerling het gevoel dat hij erbij hoort
Wijs op de nadelige gevolgen voor anderen bij negatief gedrag (empathie ontwikkelen)
Doe dingen samen, bijvoorbeeld dagtaken verdelen, zingen, …
Stimuleer leerlingen om elkaar te helpen
Stimuleer leerlingen om te luisteren naar elkaar
Moedig leerlingen aan om in groep ervaringen over zichzelf te vertellen
Werken met thema’s
De ouders:
Alle kinderen hebben een ‘rugzakje’ met waarden, normen, gewoontes mee van thuis
thuiscultuur waarderen = zijn leefwereld veranderen
Een groot verschil tussen de thuis- en de schoolcultuur kan leiden tot spanningen, doch
verbindend werken
Ouderbetrokkenheid elkaar beter begrijpen, vertrouwensband
Ouders niet alleen betrekken als het slecht gaat, maar ook wanneer het kind het goed doet
3. ONTMOETENDE LEERKRACHTSTIJL
Belangrijk in de relatie begeleider-kind:
Aandacht voor de leefwereld van het kind
Wat ervaart het kind?
Ontwikkelingsniveau opsporen
Signalen opmerken en begrijpen
Het kind laten voelen dat hij/zij au sérieus wordt genomen
Het kind zoveel mogelijk zichzelf laten zijn
2