Samenvatting thorax: nucleaire geneeskunde
1. Cardiaal systeem
1.1. Inleiding
- Hart-en vaatziekten: meest voorkomende oorzaak van morbiditeit en mortaliteit
- Vroege opsporing is belangrijk
- Inspannings-elektrocardiogram niet volledig betrouwbaar voor opsporing van coronarialijden
- Beeldvormende technieken= grotere betrouwbaarheid
- Directe afbeelding van de coronaire circulatie of hemodynamische consequenties van belangrijke
coronaire afwijkingen
- Nucleaire geneeskunde: Niet-invasieve + nauwkeurige weergave van breed scala aan functionele
en metabole parametersà prognose + risico voorspellen
1.2. Anatomie en fysiologie
- Normale volwassen hart: l= 12cm, b=8-9cm, d= 8-9cm, g= 300gr
- Radioactieve vloeistof passeert samen met bloed het hart à veneus bloed komt in
rechter atrium via de tricuspedalisklep in het rechterventrikelà pulmonalisklep à
pulmonale arteriën à longen
- Oxygenese in longenà O2-rijk bloed naar linkeratrium via mitralisklep naar
linkerventrikel
- Linkerventrikel pompt bloed naar aortaà verspreid in lichaam
- Pompwerking:
- Samentrekking hartspier en hartkleppen
- Wegpompen bloedà actief proces à samentrekken= systole
- Na samentrekkenà rustfaseà vullen= diastole (duurt 2x langer dan systole)
- Cardiale cyclus:
- Systole: hoge druk wordt opgebouwd à geen doorstroming door de coronairen
- Het diastolisch interval uitermate belangrijk voor de doorbloeding van het myocardà korte
interval= minder bloed naar myocard
- Stenose in coronairen: drukvervalà verminderde coronaire doorstroming = minder bloed naar
hart
- Hartfunctie:
- Slagvolume: hoeveelheid bloed die bij iedere kamersystole in een slagader wordt geperst
- Hartminuutvolume: slagvolume x aantal slagen per min
- Ejectiefractie (EF): een percentage dat uitdrukt hoeveel bloed er bij het samentrekken van de
hartspier uit de linker- of de rechterkamer wordt geperst
- Eind diastolisch volume: is de hoeveelheid bloed die in de ventrikel zit aan het eind van de
diastole
- Ejectiesnelheid
- Linker ventrikel:
- Stroomt tijdens de diastole vol met O2 bloed uit de longaders
- Pompt bloed via de aorta naar de weefsels
- Apex van het hart wordt gevormd door de LV
- LV is 3-6x zo dik en gespierd als RV
,- Bloedvoorziening van hart:
- Rechter coronaire arterie (RCA)
- Linker coronaire arterie ➔ vertakt zich na de hoofdstam in twee vaten:
de ramus decendens anterior (LAD) en de ramus circumflexus (LCX).
- Elk coronair vat bevloeid een min of meer vaststaand deel van het myocard
- Fysiologie van ischemie:
- Ischemische perfusieafwijkingen zijn vaak afwezig in rust
- Door het↑van het hartslag door inspanning, ↑de vraag
naar zuurstof en neemt de bloedstroom↑
- Bij stenose is de coronaire stroomreserve beperkt omdat
de meeste coronaire vaatverwijdende reserve al is
gebruikt om de ruststroom te handhaven
- Rustà vernauwing coronair bloedvat 90% overschrijden
om afwijkingen in opname te vertonen
- Stress àdaalt de traceropname reeds bij 50% stenose
- Inspanning: het myocard in het stroomgebied van een kransslagader met een stenose wordt
ischemisch
- ↓ regionale bloedstroom= minder afgifte van de perfusie radiofarmaceutica
- Deze hypoperfusie = perfusiedefect (d.w.z. "fotopenisch" of koud) omgeven door normale
bloedstroom in de aangrenzende niet-ischemische gebieden van het hart
1.3 Myocardperfusiescintigrafie
- Methoden:
- Multiview planaire beeldvorming
- SPECT
- Gated SPECT, SPECT-CT
- Tonen van opeenvolgende fysiologische gebeurtenissen:
- Radiofarmacon wordt afgegeven aan het myocard
- Levensvatbare metabool actieve myocardiale cel extraheert radiotracer
- Aanzienlijke hoeveelheid radiofarmaceutisch middel moet in de cel blijven om beeldvorming
mogelijk te maken
- De scintigrafische beelden geven de regionale myocardiale perfusie weer
- Regionale perfusie verminderd door:
§ Hemodynamische significante kransslagaderziekte (CAD)
§ Verlies van levensvatbaarheid van cellen als gevolg van een hartinfarct àPerfusiedefect
(of koud gebied) op de beelden waargenome
1.3.1. Single photon radiofarmacon
- Tc-99m Sestamibi (cardiolite)
- Tc-99m Tetrofosmin (myoview)
- RF wordt intraveneus ingespoten, zowel in rust als tijdens max. inspanning
- Conventionele inspanningen
- Farmacologische inspanningen
- Reversibele ischemie: perfusiedefect tijdens inspanning dat normaliseert in rust
- Infarct: wanneer het lokale perfusiedefect zowel bij inspanning als in rust zichtbaar is
, 1.3.1.1. Tc-99m Sestamibi (cardiolite)
- = oplosbaar is in lipidenà diffundeert Tc-99m sestamibi van het bloed naar de myocardiale cel
- Intracellulair vastgehouden in het gebied van mitochondriën vanwege zijn negatieve
transmembraanpotentieel
- Opname is evenredig met coronaire bloedstroom
- Farmacokinetiek:
- Snelle opname uit bloed naar hart
- First-pass extractie= 60%
- Radiofarmacon blijft gefixeerd in het myocardium ➔ beeldvormingstijdvenster van enkele uren
na toediening
- Vanwegenier-
engaluitscheidingwordendeleverendelongenminder“heet”,waardoordeverhoudingenvan
myocard-tot-activiteit in de loop van de tijd verbeteren
- De acquisitie 45 tot 60 minuten na toediening van de tracer voor ruststudies à na 30 minuten
voor inspanningsstudies vanwege snellere achtergrondklaring
1.3.1.2. Tc-99m Tetrofosmin (Myoview)
- Voordeel tov Sestamibi à snellere leverklaring
- Ook een lipofiel kation dat zich id buurt van mitochondria in de myocardiale cel lokaliseert en op die
plaats blijft
- Farmacokinetiek:
- Snelle opname uit bloed naar hart (myocard cel)
- First-pass extractie is iets minder dan die van sestamibi (50% versus 60%),
- Opname is evenredig met de bloedstroom
- Snellere hepatische klaring, waardoor eerdere beeldvorming mogelijk is
- Na inspanningsstress is beeldvorming na 15 minuten mogelijk. Ruststudies kunnen 30 minuten na
injectie worden gestart
1.3.1.3. Thallium-201 chloride
- De initiële opname in de hartspiercel houdt direct verband metde regionale doorstriming van de hartspier
- Na IV-injectie volgt ↑ concentratie van 201TI in vitale hetspiercellen
- Thalium 201 heeft een lage stralingsenergie (nadeel) van 80 kV
- Verminderde beeldkwaliteit door tussenliggende weke delen zoals borstweefsel
- Schijnperfusiedect / grotere kans op een foutpositief onderzoek
- Vooral een probleem bij zwaarlijvige patiënten en vrouwen met grote mammae
- Lange halfwaarde tijd à 73u = hoge stralingsbelasting
SAMENGEVAT RADIOFARMACA:
1. Cardiaal systeem
1.1. Inleiding
- Hart-en vaatziekten: meest voorkomende oorzaak van morbiditeit en mortaliteit
- Vroege opsporing is belangrijk
- Inspannings-elektrocardiogram niet volledig betrouwbaar voor opsporing van coronarialijden
- Beeldvormende technieken= grotere betrouwbaarheid
- Directe afbeelding van de coronaire circulatie of hemodynamische consequenties van belangrijke
coronaire afwijkingen
- Nucleaire geneeskunde: Niet-invasieve + nauwkeurige weergave van breed scala aan functionele
en metabole parametersà prognose + risico voorspellen
1.2. Anatomie en fysiologie
- Normale volwassen hart: l= 12cm, b=8-9cm, d= 8-9cm, g= 300gr
- Radioactieve vloeistof passeert samen met bloed het hart à veneus bloed komt in
rechter atrium via de tricuspedalisklep in het rechterventrikelà pulmonalisklep à
pulmonale arteriën à longen
- Oxygenese in longenà O2-rijk bloed naar linkeratrium via mitralisklep naar
linkerventrikel
- Linkerventrikel pompt bloed naar aortaà verspreid in lichaam
- Pompwerking:
- Samentrekking hartspier en hartkleppen
- Wegpompen bloedà actief proces à samentrekken= systole
- Na samentrekkenà rustfaseà vullen= diastole (duurt 2x langer dan systole)
- Cardiale cyclus:
- Systole: hoge druk wordt opgebouwd à geen doorstroming door de coronairen
- Het diastolisch interval uitermate belangrijk voor de doorbloeding van het myocardà korte
interval= minder bloed naar myocard
- Stenose in coronairen: drukvervalà verminderde coronaire doorstroming = minder bloed naar
hart
- Hartfunctie:
- Slagvolume: hoeveelheid bloed die bij iedere kamersystole in een slagader wordt geperst
- Hartminuutvolume: slagvolume x aantal slagen per min
- Ejectiefractie (EF): een percentage dat uitdrukt hoeveel bloed er bij het samentrekken van de
hartspier uit de linker- of de rechterkamer wordt geperst
- Eind diastolisch volume: is de hoeveelheid bloed die in de ventrikel zit aan het eind van de
diastole
- Ejectiesnelheid
- Linker ventrikel:
- Stroomt tijdens de diastole vol met O2 bloed uit de longaders
- Pompt bloed via de aorta naar de weefsels
- Apex van het hart wordt gevormd door de LV
- LV is 3-6x zo dik en gespierd als RV
,- Bloedvoorziening van hart:
- Rechter coronaire arterie (RCA)
- Linker coronaire arterie ➔ vertakt zich na de hoofdstam in twee vaten:
de ramus decendens anterior (LAD) en de ramus circumflexus (LCX).
- Elk coronair vat bevloeid een min of meer vaststaand deel van het myocard
- Fysiologie van ischemie:
- Ischemische perfusieafwijkingen zijn vaak afwezig in rust
- Door het↑van het hartslag door inspanning, ↑de vraag
naar zuurstof en neemt de bloedstroom↑
- Bij stenose is de coronaire stroomreserve beperkt omdat
de meeste coronaire vaatverwijdende reserve al is
gebruikt om de ruststroom te handhaven
- Rustà vernauwing coronair bloedvat 90% overschrijden
om afwijkingen in opname te vertonen
- Stress àdaalt de traceropname reeds bij 50% stenose
- Inspanning: het myocard in het stroomgebied van een kransslagader met een stenose wordt
ischemisch
- ↓ regionale bloedstroom= minder afgifte van de perfusie radiofarmaceutica
- Deze hypoperfusie = perfusiedefect (d.w.z. "fotopenisch" of koud) omgeven door normale
bloedstroom in de aangrenzende niet-ischemische gebieden van het hart
1.3 Myocardperfusiescintigrafie
- Methoden:
- Multiview planaire beeldvorming
- SPECT
- Gated SPECT, SPECT-CT
- Tonen van opeenvolgende fysiologische gebeurtenissen:
- Radiofarmacon wordt afgegeven aan het myocard
- Levensvatbare metabool actieve myocardiale cel extraheert radiotracer
- Aanzienlijke hoeveelheid radiofarmaceutisch middel moet in de cel blijven om beeldvorming
mogelijk te maken
- De scintigrafische beelden geven de regionale myocardiale perfusie weer
- Regionale perfusie verminderd door:
§ Hemodynamische significante kransslagaderziekte (CAD)
§ Verlies van levensvatbaarheid van cellen als gevolg van een hartinfarct àPerfusiedefect
(of koud gebied) op de beelden waargenome
1.3.1. Single photon radiofarmacon
- Tc-99m Sestamibi (cardiolite)
- Tc-99m Tetrofosmin (myoview)
- RF wordt intraveneus ingespoten, zowel in rust als tijdens max. inspanning
- Conventionele inspanningen
- Farmacologische inspanningen
- Reversibele ischemie: perfusiedefect tijdens inspanning dat normaliseert in rust
- Infarct: wanneer het lokale perfusiedefect zowel bij inspanning als in rust zichtbaar is
, 1.3.1.1. Tc-99m Sestamibi (cardiolite)
- = oplosbaar is in lipidenà diffundeert Tc-99m sestamibi van het bloed naar de myocardiale cel
- Intracellulair vastgehouden in het gebied van mitochondriën vanwege zijn negatieve
transmembraanpotentieel
- Opname is evenredig met coronaire bloedstroom
- Farmacokinetiek:
- Snelle opname uit bloed naar hart
- First-pass extractie= 60%
- Radiofarmacon blijft gefixeerd in het myocardium ➔ beeldvormingstijdvenster van enkele uren
na toediening
- Vanwegenier-
engaluitscheidingwordendeleverendelongenminder“heet”,waardoordeverhoudingenvan
myocard-tot-activiteit in de loop van de tijd verbeteren
- De acquisitie 45 tot 60 minuten na toediening van de tracer voor ruststudies à na 30 minuten
voor inspanningsstudies vanwege snellere achtergrondklaring
1.3.1.2. Tc-99m Tetrofosmin (Myoview)
- Voordeel tov Sestamibi à snellere leverklaring
- Ook een lipofiel kation dat zich id buurt van mitochondria in de myocardiale cel lokaliseert en op die
plaats blijft
- Farmacokinetiek:
- Snelle opname uit bloed naar hart (myocard cel)
- First-pass extractie is iets minder dan die van sestamibi (50% versus 60%),
- Opname is evenredig met de bloedstroom
- Snellere hepatische klaring, waardoor eerdere beeldvorming mogelijk is
- Na inspanningsstress is beeldvorming na 15 minuten mogelijk. Ruststudies kunnen 30 minuten na
injectie worden gestart
1.3.1.3. Thallium-201 chloride
- De initiële opname in de hartspiercel houdt direct verband metde regionale doorstriming van de hartspier
- Na IV-injectie volgt ↑ concentratie van 201TI in vitale hetspiercellen
- Thalium 201 heeft een lage stralingsenergie (nadeel) van 80 kV
- Verminderde beeldkwaliteit door tussenliggende weke delen zoals borstweefsel
- Schijnperfusiedect / grotere kans op een foutpositief onderzoek
- Vooral een probleem bij zwaarlijvige patiënten en vrouwen met grote mammae
- Lange halfwaarde tijd à 73u = hoge stralingsbelasting
SAMENGEVAT RADIOFARMACA: