Paragraaf 1.1:
Grootheid = alles wat kan worden gemeten.
Eenheid = de maat waarin je de grootheid uitdrukt.
7 basiseenheden:
Grootheid Eenheid
Naam: Symbool: Naam: Symbool:
Lengte x meter m
Massa m kilogram kg
Tijd t seconde s
(elektrische) I ampére A
stroomsterkte
Temperatuur T kelvin K
Lichtsterkte I candela cd
Hoeveelheid stof n mol mol
Wetenschappelijke notatie = a x 10b
- Voor a geldt: Er staat altijd 1 cijfer voor de komma van 1 tot en met 9 en de andere
getallen staan na de komma.
- a wordt gevolgd door de juiste macht van 10.
Paragraaf 1.2:
Significante cijfers = cijfers die betekenis hebben voor de nauwkeurigheid van de
meetwaarde.
Alle cijfers van een meetwaarde zijn significante cijfers, behalve de nullen na het laatste
getal.
0,0036 → 2 significante cijfers.
Je kunt de nauwkeurigheid van een meting op een aantal manieren vergroten:
- Een nauwkeuriger meetinstrument gebruiken.
- Een betere meetmethode kiezen.
- Een meting meerdere keren herhalen en het gemiddelde berekenen.
Regels significante cijfers:
- Bij keer en delen → schrijf je het kleinste aantal significante cijfers op die
bij worden berekend → 16,00 x 8,0 → 8,0 kleinste aantal, dus uitkomst met
2 significante cijfers.
- Bij optellen en aftrekken → let je op het aantal decimalen, met het kleinste
aantal decimalen → 2,88 + 1,2 → 1 cijfer achter de komma als antwoord.
, 1 kiloJoule (kJ) = 1000 Joule
1 megaJoule (MJ) = 1 000 000 Joule
1 kilocalorie (kcal) = 1000 calorie
1 kcal =4,184 kJ
1 MJ = 239 kcal
km/h → m/s = : 3,6
m/s → km/h = x 3,6
Paragraaf 1.3:
Grootheid: Symbool: Eenheid: Symbool;
Plaats x meter m
Verplaatsing Δx meter m
Afgelegde weg s meter m
Snelheid v meter per seconde m/s
Snelheidsverschil Δv meter per seconde m/s
Tijdsduur Δt seconde s
xeind−xbegin Δx s
Vgem = → Vgem = → Vgem =
teind−tbegin Δt t
Eenparige beweging = beweging met een constante snelheid.
Eenparig versnelde beweging = beweging met een constante versnelling.
Eenparig vertraagde beweging = beweging met een constante vertraging.
Snelheid blijft constant → per seconde gelijke afstand.
Hoe steiler de lijn in de grafiek, hoe hoger de snelheid.
1
Oppervlak = l x b Oppervlak driehoek = xlxb
2
A=lxb
S=vxt
1
V max = V gem, als V begin 0 is.
2
Paragraaf 1.4:
Niet - eenparige bewegingen = bewegingen waarbij je snelheid voortdurend veranderd.
s
Hierbij mag je de formule v = niet gebruiken, want er is geen constante snelheid.
t