Les 1. 08/02/21
Alles wat hij vertelt kennen, alles wat hij niet vertelt moet je ook niet kennen.
De slides op BB is de leerstof.
Aristoteles (380 - 320 BC)
➢ Seksuele reproductie
➢ Aseksuele reproductie
➢ Spontane generatie (bacteriën ontstonden spontaan)
Anton van leeuwenhoek (1600 - 1700) heeft de microscoop ontworpen.
Lazzaro Spallanzani (1700 - 1800)
➢ Heeft bewezen dat er geen spontane generatie van bacteriën bestaat
Louis pasteur heeft ontdekt (1800 - 1900) :
➢ Bewezen dat spontane generatie theorie niet klopt
➢ Fermentatie → Wijn
➢ Pasteurisatie → Kaas
➢ Vaccin tegen Rabiës → Rabiës virus veroorzaakt hondsdolheid
Robert Koch heeft ontdekt (1800 - 1900) :
➢ Een agarplaat om bacteriën te kweken
➢ Bacillus anthracis (endospore) → anthrax
○ Manier 1 antrax → Via inademen in de neus, 95% kans op overlijden
○ Manier 2 anthrax → Via wonden, 20% kans op overlijden
➢ Koch heeft aangetoont dat microbes kunnen leiden tot ziektes
Koch's postulates
1. De micro-organismen moeten altijd aanwezig zijn bij zieke personen/dieren, en niet aanwezig zijn
bij gezonde mensen/dieren.
2. De micro-organismen die TBC veroorzaken moet je isoleren en deze moeten kunnen groeien.
3. Als je die kiem vervolgens weer plaats op een gezond dier/mens, moet deze ook de ziekte
krijgen.
4. Bij het testdier moet je terug gaan kijken of de micro-organismen zijn gegroeid.
Paul Ehrlich heeft ontdekt:
➢ Veel stoffen op chemisch gebied gesynthetiseerd
➢ Heeft een compound gevonden dat werkt tegen syphilis
➢ Heeft Chemotherapie geïntroduceerd
Alexander fleming heeft ontdekt:
➢ Heeft penicilline ontdekt in 1917
➢ Antibiotica geïntroduceerd
1
, Kenmerken van de prokaryote cellen
Prokaryoten= geen celkern, geen mitochondriën, hebben een celwand
Eukaryoten= wel celkern, wel mitochondriën, plasmamembraan
Verschillende vormen van bacteriën
➢ Spirillum niet kennen
➢ Coccus → Bol
➢ Bacillus → Staafje
➢ Cocco Bacillus → Tussen bol en staafje in
➢ Vibrio → kommavormig
○ Vibrio cholera = veroorzaakt cholera met daarbij diarree
➢ Spirochete → spiraalvormig / kurkentrekker
○ Treponema pallidum
Diplococcus = 2 coccen die aan elkaar zitten
- Neisseria meningitidis = veroorzaakt hersenvliesontsteking (=meningitis)
Streptococci = meerdere coccen die aan elkaar blijven hangen
- Streptococcus pyogenes = keelontsteking (= faryngitis)
Staphylococcen = Coccen die in een soort trosje liggen
- Staphylococcus Aureus = kan wondinfecties veroorzaken
Streptobacillen = bacillen achter elkaar
- Lactobacillus bulgaricus = probiotica in yoghurt
Celwand
➢ Celwand helpt bij de vorm van de bacterie.
○ Zonder celwand is het pleomorf en kan verschillende vormen aannemen.
○ Met een celwand is de bacterie minder flexibel.
➢ Celwand zorgt ervoor dat de cel niet meteen open springt door osmose
➢ Bactieren hebben een fosfolipiden dubbellaag ZONDER cholesterol en zal daarom snel open
springen door osmose.
○ De celwand rond het celmembraan voorkomt dit openspringen door osmose
Bacteriën delen we op in 2 soorten
1. Gram positieve bacteriën (G+)
2. Gram negatieve bacteriën (G-)
2
,Hoofdbestanddeel celwand: Peptidoglycan Laag
bestaat uit 3 delen;
1. Suiker ruggengraat van N-acetylglucosamine (NAG) en N-acetylmuraminezuur (NAM).
2. Op de NAM zitten 4 aminozuren, een tetrapeptide
a. L-Alanine
b. D-glutaminezuur
c. Diaminopimelic acid voor G- en Lysine voor G+
d. D-Alanine
3. 3,4-peptidebrug die 3e tetrapeptide van keten 1 bindt op de 4e tetrapeptide van keten 2.
!Chemische structuur kunnen tekenen!
Penicilline zal ervoor zorgen dat de 3,4-binding niet kan plaatsvinden waardoor verschillende
suikerketens niet met elkaar verbonden zijn.
Kunnen tekenen
3
, Gram negatieve bacterie: 3,4- peptide binding is direct verbonden
Gram positieve bacterie: er is L-lysine aanwezig, er is geen rechtstreekse binding met de D-alanine,
maar via een (lysine)5 die tussen de 3de en de 4de aminozuur gelegen zijn.
4
Alles wat hij vertelt kennen, alles wat hij niet vertelt moet je ook niet kennen.
De slides op BB is de leerstof.
Aristoteles (380 - 320 BC)
➢ Seksuele reproductie
➢ Aseksuele reproductie
➢ Spontane generatie (bacteriën ontstonden spontaan)
Anton van leeuwenhoek (1600 - 1700) heeft de microscoop ontworpen.
Lazzaro Spallanzani (1700 - 1800)
➢ Heeft bewezen dat er geen spontane generatie van bacteriën bestaat
Louis pasteur heeft ontdekt (1800 - 1900) :
➢ Bewezen dat spontane generatie theorie niet klopt
➢ Fermentatie → Wijn
➢ Pasteurisatie → Kaas
➢ Vaccin tegen Rabiës → Rabiës virus veroorzaakt hondsdolheid
Robert Koch heeft ontdekt (1800 - 1900) :
➢ Een agarplaat om bacteriën te kweken
➢ Bacillus anthracis (endospore) → anthrax
○ Manier 1 antrax → Via inademen in de neus, 95% kans op overlijden
○ Manier 2 anthrax → Via wonden, 20% kans op overlijden
➢ Koch heeft aangetoont dat microbes kunnen leiden tot ziektes
Koch's postulates
1. De micro-organismen moeten altijd aanwezig zijn bij zieke personen/dieren, en niet aanwezig zijn
bij gezonde mensen/dieren.
2. De micro-organismen die TBC veroorzaken moet je isoleren en deze moeten kunnen groeien.
3. Als je die kiem vervolgens weer plaats op een gezond dier/mens, moet deze ook de ziekte
krijgen.
4. Bij het testdier moet je terug gaan kijken of de micro-organismen zijn gegroeid.
Paul Ehrlich heeft ontdekt:
➢ Veel stoffen op chemisch gebied gesynthetiseerd
➢ Heeft een compound gevonden dat werkt tegen syphilis
➢ Heeft Chemotherapie geïntroduceerd
Alexander fleming heeft ontdekt:
➢ Heeft penicilline ontdekt in 1917
➢ Antibiotica geïntroduceerd
1
, Kenmerken van de prokaryote cellen
Prokaryoten= geen celkern, geen mitochondriën, hebben een celwand
Eukaryoten= wel celkern, wel mitochondriën, plasmamembraan
Verschillende vormen van bacteriën
➢ Spirillum niet kennen
➢ Coccus → Bol
➢ Bacillus → Staafje
➢ Cocco Bacillus → Tussen bol en staafje in
➢ Vibrio → kommavormig
○ Vibrio cholera = veroorzaakt cholera met daarbij diarree
➢ Spirochete → spiraalvormig / kurkentrekker
○ Treponema pallidum
Diplococcus = 2 coccen die aan elkaar zitten
- Neisseria meningitidis = veroorzaakt hersenvliesontsteking (=meningitis)
Streptococci = meerdere coccen die aan elkaar blijven hangen
- Streptococcus pyogenes = keelontsteking (= faryngitis)
Staphylococcen = Coccen die in een soort trosje liggen
- Staphylococcus Aureus = kan wondinfecties veroorzaken
Streptobacillen = bacillen achter elkaar
- Lactobacillus bulgaricus = probiotica in yoghurt
Celwand
➢ Celwand helpt bij de vorm van de bacterie.
○ Zonder celwand is het pleomorf en kan verschillende vormen aannemen.
○ Met een celwand is de bacterie minder flexibel.
➢ Celwand zorgt ervoor dat de cel niet meteen open springt door osmose
➢ Bactieren hebben een fosfolipiden dubbellaag ZONDER cholesterol en zal daarom snel open
springen door osmose.
○ De celwand rond het celmembraan voorkomt dit openspringen door osmose
Bacteriën delen we op in 2 soorten
1. Gram positieve bacteriën (G+)
2. Gram negatieve bacteriën (G-)
2
,Hoofdbestanddeel celwand: Peptidoglycan Laag
bestaat uit 3 delen;
1. Suiker ruggengraat van N-acetylglucosamine (NAG) en N-acetylmuraminezuur (NAM).
2. Op de NAM zitten 4 aminozuren, een tetrapeptide
a. L-Alanine
b. D-glutaminezuur
c. Diaminopimelic acid voor G- en Lysine voor G+
d. D-Alanine
3. 3,4-peptidebrug die 3e tetrapeptide van keten 1 bindt op de 4e tetrapeptide van keten 2.
!Chemische structuur kunnen tekenen!
Penicilline zal ervoor zorgen dat de 3,4-binding niet kan plaatsvinden waardoor verschillende
suikerketens niet met elkaar verbonden zijn.
Kunnen tekenen
3
, Gram negatieve bacterie: 3,4- peptide binding is direct verbonden
Gram positieve bacterie: er is L-lysine aanwezig, er is geen rechtstreekse binding met de D-alanine,
maar via een (lysine)5 die tussen de 3de en de 4de aminozuur gelegen zijn.
4