samenvatting verpleegkundig aspect van zorgen voor moeder en kind

Oriëntatie in de
kinderverpleegkunde
1.Inleiding
 Pediatrie is van geboorte tot 15 jaar
 Grens kan opgeschoven worden als er congenitale en chronische aandoeningen zijn
 Dit kan zijn door arts of afdeling waar men mee vertrouwd is
 Een kin dis geen kleine volwassene
 Kind is groeiend, ontwikkelend individu op zich met specifieke kenmerken
 Bij kinderen kunnen er aandoeningen of gedragsproblemen hebben die bij volwassenen niet
voorkomen
 Je neemt altijd het kind+ ouders of gezin  altijd betrekken

2.Behoeften kinderen en ouders
2.1. Kinderen
 Behoeften verschillen van ouders
 Uitdaging is die specifieke noden in totaliteit afstemmen op leeftijd en ontwikkelingsniveau
 Niet alleen lichamelijk maar ook aandacht voor gevoelens en verlangens
 Kinderen denken anders dan volwassenen
 Kinderen moeten ook gestimuleerd worden in groei en ontwikkeling

2.1.1. 6 basisbehoeften
Lichamelijk  Eten, drinken, slapen en bewegen
 Evenwichtig voeding en vochtpatroon  verschillend per levensfase
 Rust en slaap: groter als kind kleiner is
 Gezondheid: normale groei en ontwikkeling
Emotioneel  Graag zien en gezien worden, liefde, hechting
 Behoefte voor groei en ontwikkeling
 Normale omstandigheden de ouders zodat er sterke band ontstaat.
 Kind is voor behoeftebevrediging van hun afhankelijk en door opname
in gedrang komen
 Komt niet meer zo vaak voor
 Bij opname is het de VP die deze behoefte moet vervullen
 Contact met ouders behouden en betrekken
Veiligheid en  Voorspelbare omgeving, regelmaat, op iemand kunnen rekenen
duidelijkheid  Fysieke veiligheid: bescherming tegen lichamelijk letsel
 Psychische veiligheid: vertrouwen, weten wat er gebeurd
 Geen pijnlijke handelingen op kamer  veilige omgeving
Erkenning  Aanvaard en gewaardeerd worden, iets betekenen voor iemand
 Aanmoediging, bevestiging  meer zelfvertrouwen
 Onafhankelijkheid: meer zorgbehoevend, over bezorgdheid
 Opmerken wanneer kind iets nodig heeft
Zelfvertrouwe  Zelf iets kunnen, succeservaringen
n  Kinderen groeien maar hebben nog geen toekomstperspectief  hulp
 Opvoedingstaak moet gerespecteerd worden

CATO MANNAERTS 1

, Zingeving  Verbondenheid met andere, wereld en godsdienst
2.1.2. Andere behoeften waar rekening mee gehouden
moet worden
Spel en ontspanning  Kind ontwikkeld zich al spelend
 Er moet voldoende aangepast voldoende speelruimte
 Het is leuk en moet niet aangestuurd worden
 Leren omgaan met gevoelens en situatie
Onderwijs  Verstandelijke ontwikkeling
 Bij langdurige opname is er ziekenhuis onderwijs nodig
Privacy  Hoe groter hoe meer nodig
 Ontwikkeling van individualisatieproces
2.2. Ouders en andere familieleden
 Behoefte aan contact – eerlijke info – begrip – vertrouwen – waardering en respect – privacy
– zekerheid en toekomstperspectief
 Ouders willen betrokken zijn  eventueel ouderparticipatie of rooming in
 Chronisch zieke kinderen in het weekend eventueel thuis
 Hebben belangrijke rol moeten ook aandacht krijgen

3.Begrippen
3.1. Zorgprogramma kinderen
 Geheel van zorgprocessen gericht op homogene doelgroep met als doel kwaliteit
 Omvat alle activiteiten en maatregelen die nodig zijn voor optimale zorg

13 juli 2006

 Normen waaraan men moet voldoen
 Organisatorische normen
 Infrastructuur en uitrusting
 Architectonische – uitrusting – veiligheids- en hygiënevoorschriften
 Leiding, medische en niet medische personeelsomkadering en deskundigheid
 Kwaliteitsnormen inzake opvoeding
 Kind vriendelijkheid

3.2. VN- verdrag inzake de rechten van het kind
 Kinderrechtenverdrag is op 20 november 189 aangenomen
 196 landen erkent de burgerlijke, politieke, economische, sociale en culturele rechten
 Alle rechten zijn met elkaar verbonden  54 artikels en 4 leidende principes
 Voor iedereen onder de 18 jaar
 CRC: convention on the rights of the child

3.3. Each charter
 European Association for childeren in hospital
 Charter opgesteld waar ziekenhuizen aan moeten doen
 Gebaseerd op rechten van het kind




CATO MANNAERTS 2

,3.4. Handvest kind en ziekenhuis
 Recht op optimale medische behandeling
 1988 eerste conferentie kind en ziekenhuis
 Samen met WHO zijn er voorwaarden opgesteld

 Geen zorg in ziekenhuis als de zorg thuis of dagbehandeling kan zijn
 Recht om ouders altijd bij hun te hebben
 Ouders kunnen overnachten, geholpen en gestimuleerd deelnemen aan zorg
 Kinderen en ouders hebben recht op info  aanpassen
 Kinderen worden verpleegd met leeftijdsgenoten en ontwikkelingsgenoten
 Recht op spelen, vermaken en onderwijs
 Veilige en stimulerende omgeving
 Behandeld door medisch, verpleegkundig en ander personeel met opleiding
 Recht op tact en begrip
Handvest kind en zorg: fundamentele recht op kindgerichte zorg

3.5. Kindgerichte zorg- gezinsgerichte zorg –
ontwikkelingsgerichte zorg
Kind gericht  Rekening houden met specifieke behoeften
 Kinderen kunnen participeren
 Geeft minder weerstand
Gezinsgericht  Zorg voor kind dat deel uitmaakt van maatschappelijke eenheid
 Mensen nodig om gezond te kunnen zijn
Ontwikkelingsgerich  Individuele op kind gerichte ontwikkeling
t  Behandelingen en onderzoeken aangepast aan fysieke, sociale en
emotionele ontwikkeling
3.6. Ouderparticipatie en rooming-in
Ouder participatie: Als ouder deelnemen aan zorg van kind

Rooming-in: verblijf in het ziekenhuis van ouder waar kind ligt

3.7. Ronald McDonald
 Biedt thuis aan ouders waarvan kind in ziekenhuis ligt
 Zo moeten ouders niet elke dag afstand afleggen

3.8. Spelbegeleidster en psychosociale begeleiding
 Kinderen beschikken over hulppersoneel voor half voltijdse pre aantal bedden
 Kindvriendelijk klimaat aanbieden
 Werken aan creatieve en sociale ontwikkeling

3.9. Cliniclowns/ zorgclowns
Cliniclowns  Afleiding en plezier voor kinderen
 Spel wordt afgestemd op karakter van kind
 Wel personen die er voor vergoed worden
Zorgclowns  Magisch moment bij bv beperking of ziekte
 Richten op wat kind nog kan
 Werken samen met personeel




CATO MANNAERTS 3

, 4.Betekenis van opname in ziekenhuis voor kind
en ouders
4.1. Kind
 Breuk met vertrouwd milieu
o Scheiding van moeder en rest van gezin
o Vreemde mensen, omgeving, toestellen, dagindeling
 Ondergaan van pijnlijke onderzoeken en behandelingen
 Ondergaan van beperkingen op vlak van
o Bewegingsmogelijkheden, contactmogelijkheden en schoolactiviteiten, spel en voeding
 Kind begrijpt niet altijd waarom het gebeurd
o Alleen gelaten worden en pijnlijke onderzoeken
 Negatieve betekenis en aanleiding geven tot ontwikkelen van negatieve gevoelens
o Angst, paniek, gevoel van gestraft te zijn, eenzaamheid verdriet
 Reageren is afhankelijk van leeftijd
o Zuigeling en peuter is huilen
o Peuter gaat protest vertonen
o Kleuter regressie
o Schoolkind gaat gevoelens verdringen

4.2. Ouders
 Niet meer zelfstandig voor kind zorgen
 Als kind zich het meeste nodig heeft moeten ze zorg afgeven
 Toekomstverwachtingen in gevaar brengen
 Gevoelens van niet somatische aard
 Kunnen beïnvloed worden

5.Voorbereiding van kinderen en ouders
5.1. Verschil tussen voorbereiden en voorlichten
 Goede voorbereiding geeft relevante en volledige info
 Wat er gaat gebeuren met zien, ruiken, horen en voelen
 Men moet eerlijk zijn
 Voorlichting
 Minder ingaan op specifieke dingen
 Details kunnen angstiger maken

5.2. Doel van voorbereiden
 Kind stressvolle gebeurtenis laten doorstaan
 Geeft kind controle over situatie

5.3. Hoe voorbereiden
 Voorbereiden is niet vaak via standaardprocedure
 Kind is uniek en verschillend reageren
 3 factoren van essentieel belang
o Vertrouwen geven – laten begrijpen – controle over situatie laten hebben
 Men kan men kind praten in taal dat men begrijpt of boekjes gebruiken
 Afdeling al leren kennen

CATO MANNAERTS 4