samenvatting verpleegkundig aspect farmacologie

Verpleegkundige
aspecten van
farmacotherapie
1. Verpleegkundige rol in farmacotherapie
 Patiënten ondersteunen, benaderen uit oogpunten
 Wetgeving, ideale praktijkvoering beschreven geneesmiddelen proces

1.1. Volgens wetgeving
10 november 1967: uitoefening van gezondheidsberoepen

18 juni 1990: besluit van lijst van technische verpleegkundige verstrekkingen en lijs van
handelingen door arts aan beoefenaars kunnen worden toe vertrouwd

19 juli 2007: beheersorganen ziekenhuis, WZC over besluit 18 juni

Rol van verpleegkundige

 Alle observaties en handelingen
 Alle verstrekkingen voor verpleegkundige moeten beschreven staan in standaardplan
 B1: verstrekkingen waarvoor geen voorschrift nodig is
 B2: verstrekking waarvoor voorschrift van arts nodig is

A handelingen Observeren, herkennen en vastleggen van gezondheidstatus
Omschrijven verpleegproblemen
Bijdrage aan medische diagnose door arts en dit uitvoeren
Informeren en adivsieren
Bijstaan, uitvoeren en helpen handelingen
B2 handelingen Voorbereidingen en toediening van medicatie
Voorbereiding en toediening van medicatie door een door arts geplaatste
katheter
C handelingen Voorbereidingen en toediening van chemotherapeutische middelen en
isotopen
Voorbereiding en toediening van vaccins
 Verpleegkundige zijn straf, burger en arbeidsrechterlijk strafbaar
 B2 of een toevertrouwde geneeskundige handeling niet te kunnen uitvoeren op basis van:
o Onvoldoende bekwaamheid en /of ervaring,
o Ernstige twijfel over de juistheid van het medisch voorschrift,
o Morele en ethische bezwaren,
o Overtreding van de wettelijke voorschriften,
o Dan dient hij daarvan zijn hiërarchische overste en de voorschrijvende arts
onmiddellijk in te lichten.




1

,1.2. Behandelingen
1.2.1. Ademhalingsstelsel
B1 B2
 Luchtwegenaspiratie en -drainage  Gebruik van en toezicht op
 Verpleegkundige zorgen aan en toezicht thoraxdrainagesysteem
op patiënten met een kunstmatige  Cardiopulmonaire resuscitatie met
luchtweg invasieve middelen
 Gebruik van en toezicht op toestellen  zuurstoftoediening
 voor gecontroleerde beademing
 Cardiopulmonaire resuscitatie met niet-
invasieve middelen
1.2.2. Medicamenteuze toedieningen
B2
 Voorbereiding en toediening van medicatie via de volgende toegangswegen:
o Oraal (inbegrepen inhalatie),
o Rectaal,
o Vaginaal,
o Subcutaan,
o Intramusculair,
o Intraveneus,
o Via luchtweg,
o Hypodermoclyse,
o Via gastro-intestinale katheter,
o Via drain,
o Oogindruppeling, oorindruppeling, percutane weg.
 Voorbereiding en toediening van een medicamenteuze onderhoudsdosis via een door
de arts geplaatste katheter :
o Epidurale, intrathecale intraventriculair, in
o De plexus met als doel een analgesie bij de patiënt te bekomen
1.2.3. Bloedsomloopstelsel
B1 B2
 Plaatsen van een intraveneuze katheter  Aanbrengen van verbanden en kousen
in ter
o Een perifere vene, bloedafneming o Preventie en/of behandeling van
o Intraveneuze perfusie met een veneuze aandoeningen
isotonische  Voorbereiding, toediening van en
o Zoutoplossing, eventueel met toezicht
gebruik van een debietregelaar o Op intraveneuze perfusies en
 Plaatsen van een intraveneuze perfusie transfusies
o Met een isotonische zoutoplossing o Eventueel met technische
o Subcutaan poortsysteem dat hulpmiddelen
verbonden is  Gebruik van en toezicht op toestellen
o Met een ader, bloedafneming en voor extracorporele circulatie en
gebruik contrapulsatie.
o Van een debietregelaar.  Verwijderen van arteriële en
diepveneuze katheters.
 De afname en behandeling van
transfusiebloed en van bloedderivaten.
 Het verrichten van de aderlating

2

, 1.2.4. Huid en zintuigen
B1 B2
 Voorbereiding, uitvoering van en toezicht  Voorbereiding, uitvoering van en
op toezicht op
o Wondverzorging o Verwijderen van cutaan
o De verzorging van stomata, wonden hechtingsmateriaal, wieken, drains
met wieken en drains en cutane katheters
 Verwijderen van losse vreemde o Spoeling van neus, ogen en oren
 Voorwerpen uit de ogen o Warmte- en koudetherapie
o Therapeutische baden
o Verwijderen van een epidurale
katheter
 Toepassen van therapeutische
lichtbronnen
 Plaatsen van kopglazen, bloedzuigers en
larven


1.2.5. Voedsel- en vochttoediening
B1 B2
Enterale vocht- en voedseltoediening Parenterale voeding
1.2.6. C-handelingen
Voorbereiding en toediening van : chemotherapeutische middelen, isotopen.
Voorbereiding en toepassing van therapieën met radioactieve materialen en met stralings-
apparatuur
 Beoordeling van de parameters behorende tot de verschillende biologische
functiestelsels.
 Bediening van toestellen voor medische beeldvorming.
 Analysen, die tot de klinische biologie behoren, op lichaamsvochten, excreties, urine en
vol bloed door middel van eenvoudige technieken in de nabijheid van de patiënt
uitgevoerd, onder de verantwoordelijkheid van een erkend klinisch laboratorium.
Voorbereiding en toediening van vaccins, in aanwezigheid van een arts.
 Vervanging van de externe tracheacanule.
 Het debrideren van decubituswonden
 Voorbereiding, assistentie, instrumenteren en post-operatieve zorg bij keizersnede.
 Het uitvoeren van de handelingen bedoeld de bevalling en het postpartum
 Bloedafneming door arteriële punctie.
1.3. Procedure standaardverpleegplan
 Alle technische verpleegkundige verstrekkingen en toevertrouwde geneeskundige
handelingen dienen in detail beschreven te worden dmw: een standaard verpleegplan
o Of een procedure.
o Verantwoordelijkheid van het hoofd van het verpleegkundige dapartement in
samenspraak met hoofd van medisch departement.
 Medisch voorschrift is noodzakelijk voor B2 verstrekkingen en C handelingen




3