SV gedrag in evolutie en ontwikkeling
Over eenvoud en complexiteit
Ontogenese
Individuele ontwikkeling (groei en ontwikkeling van een organismek
Fylogenese
Soortelijke ontwikkeling
Creationisme
De mens is niet het product van evolutie doorheen fylogenese maar wel het product van God als
schepper.
Synergetisch of katalyserend interactie-effect
Invloeden hebben pas echt effect als tegelijkertijd ook een andere invloed aanwezig is.
Indirecte causaliteit
Als een gedrag eerst door een tussenliggend element wordt beinvloed, waardoor het gevolg tot
stand komt
Kind en levensloop in de kijker
Behaviorisme
Leer van de veranderbaarheid en maakbaarheid van het menselijk gedrag
Connectivisme
Hangt alles met elkaar samen
Holisme
Is er een brede kijk nodig
Associationisme
,Toevallige samenhangen en gelijkenissen
Organismisch wereldbeeld
Geloven in groei van systemen en voorgeprogrammeerd gedrag
Mechanistische visie
Analogie van een motor → de onderdelen blijven steeds dezelfde, maar de motor zal pas draaien als
er brandstof wordt ingepompt
Retrospectief
Vanaf het eindpunt terugkijkend naar het beginpunt
Prospectief
Mechanismen aangeven waarmee ontwikkeling vanaf het beginpunt plaatsvindt en cruciale
levensloopperioden identificeren zonder uitspraken te doen over een eindpunt.
De cognitieve theorie van Jean Piaget is een voorbeeld van een retrospectieve theorie
Op basis van volwassen denkstructuren leidt hij af welke denkpatronen kinderen op een bepaalde
leeftijd niet bezitten.
Behaviorisme
Geeft aan welke leerprocessen verantwoordelijk zijn voor de ontwikkeling van gedrag
Transactionele visie
Vanuit start- en eindpunten op een dynamische manier naar ontwikkeling wordt gekeken
Ethologisch-evolutionaire visie
Waarbij we de gedragsontwikkeling van de mens breed bekijken in zijn huidige maar ook in zijn
historische leefomgeving.
Gedragsontwikkeling onder de loep
Ideografische manier
Individuele levenslopen worden als studieobject genomen om er interessante zaken uit af te leiden
, Transversaal / cross-sectioneel onderzoeksopzet
Groepen kinderen van verschillende leeftijden tegelijkertijd bestuderen
Longitudinaal
Eenzelfde groep kinderen over een langere periode opvolgen op verschillende leeftijden
Testeffect
Iets dat de mogelijke invloed van ontwikkeling doorkruist (ze leren namelijk uit een test als deze
verschillende malen wordt afgenomen waardoor ze op latere leeftijd dan ook logischerwijs hierop
beter presteren)
Cohorten
Groepen kinderen volgens geboortejaar
Time-lag
De meting herhalen bij groepen kinderen op een later moment
Gestandaardiseerde observatie
Kinderen observeren in natuurlijke omstandigheden of in gestructureerde situaties
Participerende observatie
Wnr de onderzoeker als medespeler in interactie treedt met het kind
Ontwikkelingstesten
De ontwikkelingsstand van een kind meten
Screening
Bevolkingsonderzoek
Dynamische diagnostiek
Kijken hoe een kind gebruik maakt van hulp of informatie
Narrative diagnostiek
Over eenvoud en complexiteit
Ontogenese
Individuele ontwikkeling (groei en ontwikkeling van een organismek
Fylogenese
Soortelijke ontwikkeling
Creationisme
De mens is niet het product van evolutie doorheen fylogenese maar wel het product van God als
schepper.
Synergetisch of katalyserend interactie-effect
Invloeden hebben pas echt effect als tegelijkertijd ook een andere invloed aanwezig is.
Indirecte causaliteit
Als een gedrag eerst door een tussenliggend element wordt beinvloed, waardoor het gevolg tot
stand komt
Kind en levensloop in de kijker
Behaviorisme
Leer van de veranderbaarheid en maakbaarheid van het menselijk gedrag
Connectivisme
Hangt alles met elkaar samen
Holisme
Is er een brede kijk nodig
Associationisme
,Toevallige samenhangen en gelijkenissen
Organismisch wereldbeeld
Geloven in groei van systemen en voorgeprogrammeerd gedrag
Mechanistische visie
Analogie van een motor → de onderdelen blijven steeds dezelfde, maar de motor zal pas draaien als
er brandstof wordt ingepompt
Retrospectief
Vanaf het eindpunt terugkijkend naar het beginpunt
Prospectief
Mechanismen aangeven waarmee ontwikkeling vanaf het beginpunt plaatsvindt en cruciale
levensloopperioden identificeren zonder uitspraken te doen over een eindpunt.
De cognitieve theorie van Jean Piaget is een voorbeeld van een retrospectieve theorie
Op basis van volwassen denkstructuren leidt hij af welke denkpatronen kinderen op een bepaalde
leeftijd niet bezitten.
Behaviorisme
Geeft aan welke leerprocessen verantwoordelijk zijn voor de ontwikkeling van gedrag
Transactionele visie
Vanuit start- en eindpunten op een dynamische manier naar ontwikkeling wordt gekeken
Ethologisch-evolutionaire visie
Waarbij we de gedragsontwikkeling van de mens breed bekijken in zijn huidige maar ook in zijn
historische leefomgeving.
Gedragsontwikkeling onder de loep
Ideografische manier
Individuele levenslopen worden als studieobject genomen om er interessante zaken uit af te leiden
, Transversaal / cross-sectioneel onderzoeksopzet
Groepen kinderen van verschillende leeftijden tegelijkertijd bestuderen
Longitudinaal
Eenzelfde groep kinderen over een langere periode opvolgen op verschillende leeftijden
Testeffect
Iets dat de mogelijke invloed van ontwikkeling doorkruist (ze leren namelijk uit een test als deze
verschillende malen wordt afgenomen waardoor ze op latere leeftijd dan ook logischerwijs hierop
beter presteren)
Cohorten
Groepen kinderen volgens geboortejaar
Time-lag
De meting herhalen bij groepen kinderen op een later moment
Gestandaardiseerde observatie
Kinderen observeren in natuurlijke omstandigheden of in gestructureerde situaties
Participerende observatie
Wnr de onderzoeker als medespeler in interactie treedt met het kind
Ontwikkelingstesten
De ontwikkelingsstand van een kind meten
Screening
Bevolkingsonderzoek
Dynamische diagnostiek
Kijken hoe een kind gebruik maakt van hulp of informatie
Narrative diagnostiek