Niveaus:
Micro = je directe omgeving, gezin, straat
Meso = op bedrijven gericht, school, wijk
Macro = landelijk niveau, Europa
Ook is er onderscheid tussen participerend en niet-participerend observeren. Bij participerend
observeren is de observator betrokken bij de situatie, bij niet-participerend observeren is hij
toeschouwer.
,Aantekeningen 18-03-2020
Ad verbum = woordelijk, woord voor woord.
Kwantitatieve data = getallen. (BMI)
Kwalitatieve data =woorden, zinnen, teksten. (Mening over BMI, je kunt geen gemiddelde nemen)
Onderzoeksproces:
De onderzoeksvraag bepaalt wat voor soort onderzoek je moet doen.
Semigestructureerd interview = een gesprek waarin de vragen en de volgorde van deze vragen in
grote lijnen vaststaan. Er is echter de mogelijkheid om door te vragen op de antwoorden van de
cliënten en beperkt af te wijken van de vastgestelde structuur.
• Inductief (van data naar theorie) = geen bestaande theorie
- Gefundeerde theoriebenadering, grounded theory
• Deductief (van theorie naar data) = controleren of die gegevens kloppen
• Gevaar bij data-analyse op de inductieve manier: zomaar wat doen…
• En daarom het belang van een goede methode (gefundeerde theoriebenadering)
,Analyse in 5 stappen → data analyse
Stap 0: transcriberen = uitschrijven van het interview
Stap 1: ordenen van gegevens = interpreteren van gegevens. Bijvoorbeeld door het invullen van een
tabel.
Stap 2: vaststellen van relevantie = onderzoeksvraag is onze houvast, want er is geen bestaande
theorie. Vanuit interviews gaan we de theorie vaststellen.
Stap 3: open coderen = labels zijn nu gericht op de onderzoeksvraag!
Stap 4: axiaal coderen = de gevonden codes op een zinvolle manier ordenen. Houd de
onderzoeksvraag in je achterhoofd.
, Stap 5: selectief coderen = Nog een hoger abstractieniveau: passen de categorieën uit de vorige stap
nog weer onder ‘paraplu-categorieën’? Houd de onderzoeksvraag in je achterhoofd.
De uitkomsten van deze laatste stap zijn antwoorden op de onderzoeksvraag.
Voorbeeld van een antwoord op de onderzoeksvraag:
‘Ze’ denken aan groente eten, maar ook aan de prijs van voeding. ‘Ze’ willen niet precies weten wat
er in het eten zit, maar schamen zich er niet voor.