Kinesitherapeutisch onderzoek van de wervelzuil
Inleiding
• Functies van de rug
o Bescherming bieden aan het zenuwstelsel (ruggenmerg)
o Zorgen voor steun, stabiliteit en draagvermogen
o Centrale aanhechtingspunt voor spieren zodat bewegingen tussen
versch. lichaamsdelen mogelijk wordt → bewegingssturing
Functionele anatomie
Articulair
• Regio´s van de wervelkolom
o 4 regio´s
▪ Cervicaal
▪ Thoracaal
▪ Lumbaal
▪ Sacraal
• Natuurlijke krommingen van de wervelkolom
o S-vormig gebogen
kyfose
▪ Convex naar ventraal
▪ Convex naar dorsaal
lordose
▪ Convex naar ventraal
▪ Convex naar dorsaal
• Stand van het bekken
o Normaal
o Anteversie
▪ Holle rug
o Retroversie
▪ Afgevlakte rug
Vertebrae
• Wervelkolom
o 7 cervicale wervels
o 12 thoracale wervels
o 8 lumbale wervels
o 5 sacrale wervels
o ¾ wervels van os coccygis
▪ Versmolten met sacrale wervels
• Maximale kyfose
o Thoracaal 7
• Maximale lordose
o Lumbaal 4
o Diepste punt
• Proclief
o Ventraal craniaal naar dorsaal caudaal
• Declief
o Dorsaal craniaal naar ventraal caudaal
, • Wervel
o Corpus
o Arcus
o Gewrichtsvlakjes
Lijnen = versmelting verschillende processi
Facetgewrichten
,Discus intervertebralis
• Disci hebben geleikern met errond bindweefselringen
Ligamentaire structuren
• Ligamenten
o Ligamentum longitudinale posterius
o Ligamentum longitudinale anterius
o Ligamenta flava
o Ligamenta interspinalia
o Ligamenta supraspinalia
o Ligamentum intertransversarium
Myofaciaal
• Verschillende manier van opdelen van de spieren:
o Op basis van functie (globaal/lokaal)
o Op basis van intrinsieke eigenschappen (fasisch/tonisch)
o Op basis van anatomische locatie (ventraal/dorsaal/lateraal)
Lokaal en globaal spiersysteem
globale spieren: grotere bewegingen
, • Lokaal spiersysteem
o Functie: houding (lang kunnen aanhouden
o Worden eerder aangesproken dan spieren die voor de beweging zorgen
• Globaal spiersysteem
o Grotere bewegingen (versch segmenten)
• Tonische spieren
o Therapie = veel stretchen
• Fasische spieren
o Therapie = optrainen
Spieren
Inleiding
• Functies van de rug
o Bescherming bieden aan het zenuwstelsel (ruggenmerg)
o Zorgen voor steun, stabiliteit en draagvermogen
o Centrale aanhechtingspunt voor spieren zodat bewegingen tussen
versch. lichaamsdelen mogelijk wordt → bewegingssturing
Functionele anatomie
Articulair
• Regio´s van de wervelkolom
o 4 regio´s
▪ Cervicaal
▪ Thoracaal
▪ Lumbaal
▪ Sacraal
• Natuurlijke krommingen van de wervelkolom
o S-vormig gebogen
kyfose
▪ Convex naar ventraal
▪ Convex naar dorsaal
lordose
▪ Convex naar ventraal
▪ Convex naar dorsaal
• Stand van het bekken
o Normaal
o Anteversie
▪ Holle rug
o Retroversie
▪ Afgevlakte rug
Vertebrae
• Wervelkolom
o 7 cervicale wervels
o 12 thoracale wervels
o 8 lumbale wervels
o 5 sacrale wervels
o ¾ wervels van os coccygis
▪ Versmolten met sacrale wervels
• Maximale kyfose
o Thoracaal 7
• Maximale lordose
o Lumbaal 4
o Diepste punt
• Proclief
o Ventraal craniaal naar dorsaal caudaal
• Declief
o Dorsaal craniaal naar ventraal caudaal
, • Wervel
o Corpus
o Arcus
o Gewrichtsvlakjes
Lijnen = versmelting verschillende processi
Facetgewrichten
,Discus intervertebralis
• Disci hebben geleikern met errond bindweefselringen
Ligamentaire structuren
• Ligamenten
o Ligamentum longitudinale posterius
o Ligamentum longitudinale anterius
o Ligamenta flava
o Ligamenta interspinalia
o Ligamenta supraspinalia
o Ligamentum intertransversarium
Myofaciaal
• Verschillende manier van opdelen van de spieren:
o Op basis van functie (globaal/lokaal)
o Op basis van intrinsieke eigenschappen (fasisch/tonisch)
o Op basis van anatomische locatie (ventraal/dorsaal/lateraal)
Lokaal en globaal spiersysteem
globale spieren: grotere bewegingen
, • Lokaal spiersysteem
o Functie: houding (lang kunnen aanhouden
o Worden eerder aangesproken dan spieren die voor de beweging zorgen
• Globaal spiersysteem
o Grotere bewegingen (versch segmenten)
• Tonische spieren
o Therapie = veel stretchen
• Fasische spieren
o Therapie = optrainen
Spieren