VWO Katern A Biofysica
Opgave A
Een bloedvatenstelsel zorgt voor de toevoer van stoffen naar de organen. Vanuit het hart stroomt het bloed
via de aorta en een slagader richting de hersenen. Bij een giraf is het debiet van het bloed in de slagader 70
L/min. De diameter van de slagader is 25 mm.
1 3p Bereken de snelheid van het bloed in de slagader.
De druk aan het eind van een bloedvat is niet gelijk aan de druk aan het begin. Hierbij zijn de statische druk
en de druk door de stromingsweerstand van belang. Voor de stromingsweerstand geldt Dp = R × Q .
De stromingsweerstand in de slagader zorgt bij een giraf voor een drukverschil van 9,4 mm Hg. In de aorta is
het drukverschil door de stromingsweerstand kleiner dan 9,4 mm Hg.
2 4p Geef hiervoor een verklaring.
De dichtheid van bloed van een giraf is 1,03 g/cm3. De druk waarmee het bloed de slagader ingaat is bij een
giraf minimaal 2,5∙102 mm Hg. De ingang van de slagader bevindt zich op 2,2 m boven de grond. Tijdens het
drinken bevindt de uitgang van de slagader zich 30 cm boven de grond.
3 3p Bereken de minimale druk waarmee tijdens het drinken het bloed de slagader verlaat.
Opgave B
Ingrid pakt per ongeluk een warme pan beet. Hierdoor geven de gevoelszenuwen een prikkel door. De
prikkel kan zowel passief als actief worden door gegeven.
4 2p Noem twee verschillen tussen die twee vormen van geleiding.
Als de pan te heet is, treedt er een actiepotentiaal op. Zie figuur A.1.
Figuur A.1
In het verloop van de actiepotentiaal kun je drie fasen onderscheiden aangegeven met 1,2 en 3.
5 2p Geef bij elk getal de naam van de erbij behorende fase.
Tijdens elke fase vindt transport van ionen Na+ en/of K+.plaats.
6 2p Leg uit waarom in fase 1 ionen Na+ de cel ingaan.
7 2p Leg uit waarom in fase 3 ionen K+ de cel ingaan.
Pagina 1 van 2
Opgave A
Een bloedvatenstelsel zorgt voor de toevoer van stoffen naar de organen. Vanuit het hart stroomt het bloed
via de aorta en een slagader richting de hersenen. Bij een giraf is het debiet van het bloed in de slagader 70
L/min. De diameter van de slagader is 25 mm.
1 3p Bereken de snelheid van het bloed in de slagader.
De druk aan het eind van een bloedvat is niet gelijk aan de druk aan het begin. Hierbij zijn de statische druk
en de druk door de stromingsweerstand van belang. Voor de stromingsweerstand geldt Dp = R × Q .
De stromingsweerstand in de slagader zorgt bij een giraf voor een drukverschil van 9,4 mm Hg. In de aorta is
het drukverschil door de stromingsweerstand kleiner dan 9,4 mm Hg.
2 4p Geef hiervoor een verklaring.
De dichtheid van bloed van een giraf is 1,03 g/cm3. De druk waarmee het bloed de slagader ingaat is bij een
giraf minimaal 2,5∙102 mm Hg. De ingang van de slagader bevindt zich op 2,2 m boven de grond. Tijdens het
drinken bevindt de uitgang van de slagader zich 30 cm boven de grond.
3 3p Bereken de minimale druk waarmee tijdens het drinken het bloed de slagader verlaat.
Opgave B
Ingrid pakt per ongeluk een warme pan beet. Hierdoor geven de gevoelszenuwen een prikkel door. De
prikkel kan zowel passief als actief worden door gegeven.
4 2p Noem twee verschillen tussen die twee vormen van geleiding.
Als de pan te heet is, treedt er een actiepotentiaal op. Zie figuur A.1.
Figuur A.1
In het verloop van de actiepotentiaal kun je drie fasen onderscheiden aangegeven met 1,2 en 3.
5 2p Geef bij elk getal de naam van de erbij behorende fase.
Tijdens elke fase vindt transport van ionen Na+ en/of K+.plaats.
6 2p Leg uit waarom in fase 1 ionen Na+ de cel ingaan.
7 2p Leg uit waarom in fase 3 ionen K+ de cel ingaan.
Pagina 1 van 2