samenvatting pathologie ademhaling

Ademhaling
1.Anatomie en fysiologie
Lichaam doet aan respiratie om zuurstof uit omgeving op te nemen en CO2 uit te scheiden

Ventilatie: aan en afvoer van lucht, contractie van ademhalingsspieren. Diafragma, longen worden
geventileerd

Perfusie: bewerkstelling door capillairen rond alveolen

Diffusie: uitwisseling zuurstof en koolstofdioxide tussen alveolen en capillairen

Alveolen

 Uitwisseling gassen in alveolen
 Voor lucht naar alveolen te voeren gebeurd door luchtwegen
o Dit begint bij neus en keelholte zo naar trachea en splits daar in hoofdbronchi
 Hoofdbronchi vertakt in kleinere bronchi die splitsen naar bronchioli
 Luchtwegen worden nauwer maar diameter groter
o Luchtstroomsnelheid neemt af

Capillairen

 Zorgen voor gasuitwisseling van bloed en dat komt van rechter ventrikel
 Uit rechterventrikel vertrekt zuurstofarm bloed naar arteria pulmonalis
 Via capillaire naar venae pulmonalis en zo naar linker atrium
 Arteria pulmonalis brengt zuurstofarm bloed naar longen
 Longen krijgen zuurstof door arteria bronchialis
o Deze komen van linker ventrikel en is dus zuurstofrijk


2.Begrippen
Dyspnoe Kortademigheid
Bradypnoe Een te lage ademhalingsfrequentie
Tachypnoe Een te hoge ademhalingsfrequentie
Hyperpnoe Een te diepe ademhaling
Hypopnoe Een te oppervlakkige ademhaling
Hyperventilatie Een ademhaling die aanleiding geeft tot een lage arteriële koolzuurspanning
Hypoventilatie Een ademhaling die aanleiding geeft tot een hoge arteriële koolzuurspanning
Orthopnoe Wanneer kortademigheid vermindert door rechtzitten
Dyspnoe d’effort Kortademigheid bij inspanning
Dyspnoe de repos Kortademigheid in rust
Hemoptoë Ophoesten van bloed
Sputum Slijm dat opgehoest wordt
Wheezing Piepende ademhaling



1

, 3.Belangrijke onderzoeken binnen pneumologie
3.1. Beeldvormende technieken
3.1.1. RX-thorax
 Meest gebruikt om röntgenstralen van longen op beeld te krijgen
 Luchthoudend kleurt zwart
 Vaste weefsels en vocht witter
 Vastgestelde aandoeningen: pneumonie, pneumothorax, ruimte innemende processen,
abcessen, tuberculeuze letsels
 2 opnames in voor en zijdelingsaanzicht

3.1.2. CT-thorax
 Stralingsbelasting is groter dan bij RX
 Geeft dwarse doorsnedes weer  long in plakjes gesneden
 Nauwkeurig voor afwijkingen die op RX niet zichtbaar zijn

3.1.3. Ventilatie/perfusiescan
 Radio-actieve stoffen die veneus ingespoten en ingeademd worden
 Beeld over ingeademde lucht en doorbloeding van long
 Longembolie wordt zo opgemerkt

3.2. Longfunctieonderzoek en bloedgassen
Belangrijk te weten in welke mate functie verstoord is

Volumes meten met spirometer

Tidal volume Hoeveelheid lucht bij iedere in en uitademing
Vitale capaciteit Hoeveelheid lucht na maximale inspiratie uitgeademd kan worden
Totale long Hoeveelheid lucht die longen maximaal kan bevatten
capaciteit
Restvolume Hoeveelheid licht die in longen achterblijft na uitademing
FEV Hoeveelheid lucht die maximale inademing in 1 seconde door maximale inspanning
uitgeademd kan worden
Bloedgassen bepalen

 Arterieel bloed wordt afgenomen ter hoogte van pols
 Aan de hand van resultaten wordt beoordeeld of: hypoxie, hypercapnie, een respiratoire
acidose/alkalose




2