samenvatting preventieve en curatieve zorgen voor moeder en kind ademhalingsstelsel

Aandoeningen
ademhalingsstelsel
1.Inleiding
Meest frequent voorkomende aandoeningen

Acute luchtweginfecties zijn meer als de helft uit ziektes bij kinderen

1.1. Anatomische en functionele beschouwingen
Indeling in:

 Bovenste luchtwegen
o Neus en Neuskeelholte = pharynx
o Middenoor
o Sinussen
o Neuskeelpoliep (adenoïde of derde amandel) – Keelamandelen of tonsillen
 Middelste luchtwegen
o Larynx = strottenhoofd
o Trachea = luchtpijp
o Bronchi = de grotere aftakkingen van de trachea.
 Onderste luchtwegen
o Bronchioli: kleine takjes van de bronchiaalboom
o Alveoli en interstitium = het longweefsel als dusdanig (gasuitwisseling gebeurt)

Fysiologie

 Functie van het longweefsel = gasuitwisseling opname van 02 uitwaseming van C02
 Functie van de luchtwegen = de lucht geleiden van en naar het longweefsel.
 Functie van de ademhalingsspieren (middenrif, tussenribspieren)
o Lucht via de luchtwegen aanzuigen = inspiratie = actief gebeuren.
o Expiratie gebeurt in normale omstandigheden passief (vanzelf).

Functie centraal zenuwstelsel

 Spierpomp te sturen
 Automatismen – Willekeurige regeling
 Bloedsomloop zorgt voor dat O2 die in longen worden opgenomen
 Luchtwegen hebben eigen reinigingssysteem
 Lucht bevat immer gasmengsels + vreemde partikels

Slijmtapijt: traag maar beweegt continu op ciliën van epitheelcellen  bij ziekte opgehoest

Organen die bestaan uit lymfeknopen: ingang van luchtwegen en zetten afweerreactie in gang
tegen MO  neuspoliepen en keelamandelen

Afweercellen: macrofagen die verorberen en plasma cellen die IgA aanmaken


CATO MANNAERTS 1

,  Fouten hebben ernstige gevolgen
 Immotile cilia syndroom  trilhaarcellen ter hoogte respiratoir epitheel
 Chronische sinutisis en middenoorontsteking – bronchitis - bronchiëctasieën

1.2. Voorbeschikking van kinderen voor ernstige
luchtweginfecties
 Eerste contact met virussen/ bacteriën in kwestie  aanmaak IgM en geen IgG
 Immuunrespons is bij jonge zuigelingen immatuur en minder efficiënt
 Luchtwegen van kinderen hebben nauwere passages  makkelijk obstructies
 Kinderen krijgen zo ene infectie na de andere

2.Symptomen en klinische tekens
Dyspnee  Bij inademen of uit ademen
(kortademigheid)  Gaat vaak gepaard met stridor  hoorbare inademing
 Kan uiten in valse kroep
 Probleem is kleinere, lagere luchtwegen  piepen
 Expiratiefase is verlangd
 Astma en bronchiolitis
 Kan moeilijk drinken of moeilijk vertellen
Tachypnee  Poging om toch voldoende zuurstof in alveolen
 Frequentie hoger dan bij volwassene
 Eerste tekenen van ademhalingsproblemen
Snurken  Virale luchtweginfecties
Hoesten  Gevolg van prikkeling van slijmvliezen
 Meestal grote, bovenste luchtwegen
Hemoptoë  Bloed ophoesten komt zelden voor
 Wel bij muco en tubercolose
Pijn op borst  Longen zelf niet pijn gevoelig
 Prikkeling van pleura
Gebruik  Sternocleidomastoïdeus. Ook neusvleugelen
hulpademhalingsspieren  Neusvleugelen pasgeborene die o2 willen optimaliseren
 Uitwendige neusopeningen open sperren
 Grote diameter is minder weerstand
Tirage  Intercostale en subcostale intrekkingen
 Inzinking weke delen tussen of onder ribben
Kreunen  Expiratoir geluid
 Uitademing sluit kind stempleet zodat er meer lucht aanwezig blijft
in luchtwegen
 Druk wordt verhoogd
 Platvallen van longblaasjes
 Preventie van atelctase
Cyanose  Blauwverkleuring aan vingers, lippen en tong
 Ernstige long en hartaandoeningen
 Centrale cyanose een laattijdig teken
 Tachypnee, neusvleugelen, tirage en eventueel kreunen
Clubbing  Chronische respiratoure aandoeningen zoals mucro
 Trommelstokvingers
Heesheid  Typische ontstekingsprocessen ter hoogte van larynx waar
stembanden gelegen zijn

CATO MANNAERTS 2