Bedrijfseconomie Samenvatting Personeelsbeleid en Interne Organisatie

Personeelsbeleid en interne organisatie

H1: Personeelsbeleid en HRM
Personeelsbeleid = richt zich op het optimaal functioneren van het personen binnen de
kaders van de ondernemingsdoelstelling → HRM, blijvend investeren in personeel

Accenten in personeelsbeleid:
 integraal personeelsbeleid = afstemmen van kennis, vaardigheden en ambities van
het personeel op de doelstelling van de organisatie centraal
→ juist inzetten van de competenties van personeel
 duurzaam personeelsbeleid = erop gericht dat medewerkers nu en in de toekomst
een meerwaarde vormen voor de organisatie
→ positief beïnvloeden van gezondheid en productiviteit werknemers
 levensfasebewust personeelsbeleid = wordt rekening gehouden met de levensfase
van de medewerkers en hun individuele achtergronden, belastbaarheid, wensen en
behoeften



H2: Werving, selectie en aanstelling van personeel
Personeelsplan = prognoses van de personeelsbehoefte
Functieprofiel = beschrijft inhoud van de functie, wat vereist is
→ naam functie, taken, vereiste kwalificaties, arbeidsvoorwaarden etc.
Functiewaardering = indelen van functies in een bepaalde rangorde, bepaalt salaris

Werving van personeel vindt plaats op arbeidsmarkt
 headhunters = zoeken kandidaten die gekwalificeerd zijn
 interne werving = promotie
 externe werving

Selectie van personeel → sollicitatiegesprek

Arbeidsovereenkomst = overeenkomst waarbij werknemer zich verbindt in dienst van de
werkgever tegen loon arbeid te verrichten
 fulltime baan of beperkt aantal uren
 vaste baan of tijdelijke baan
 voor onbepaalde tijd: max proeftijd 2 mnd
 langer dan twee jaar: max proeftijd 2 mnd
 6 maanden tot 2 jaar: max proeftijd 1 mnd
 minder dan 6 maanden: geen proeftijd
 flexibele arbeidscontracten = arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd
→ aan het eind geen verplichten voor beide partijen
→ kan niet tussentijds worden opgezegd
→ beëindiging van rechtswege = contract loopt vanzelf af

Oproepkracht = je werkt wanneer je werkgever je oproept
 geen vast maandloon
 oproepcontract
 beslist zelf of je wel of niet gaat werken
 betaalt loon over uren die je werkt
 nul-urencontract
 je moet werken als je wordt opgeroepen

,  betaalt loon over uren die je werkt
 recht op minimaal 3 uur loon, ook al werk je maar 1 uur
 minstens 4 dagen van te voren oproepen
 min-maxcontract
 garantie-uren betaald
 minstens 4 dagen van te voren oproepen

Wet arbeid in balans (WAB) = kloof tussen rechtspositie van flexwerkers en werknemers
met een vast dienstverband verkleinen
Ketenbepaling = na beëindiging eerste contract nog max 2 keer opeenvolgend een tijdelijke
arbeidsovereenkomst aanbieden, daarna voor onbepaalde tijd
→ regeling van max 3 contracten of 36 maanden
→ niet voor minderjarigen die maximaal 12 uur per week werken

ZZP = zelfstandige zonder personeel
 flexibele arbeidsmarkt = alle mensen die werken zonder vaste aanstelling of vaste
arbeidstijden
 niet verplicht de opdracht uit te voeren
 geen sprake van gezagsverhouding
 meer dan één opdrachtgever
 bepaald zelf hoe, wanneer en waar hij/zij werk verricht
 loopt ondernemersrisico
 winstvrijstelling
Verkapt dienstverband = als er niet voldaan wordt aan één of meer criteria → fraude



H3: Arbeidsvoorwaardenbeleid
Individuele arbeidsovereenkomst = werknemer is in dienst van werkgever
→ arbeidsverplichting
→ zowel schriftelijk als mondeling

Collectieve arbeidsovereenkomst (cao) = overeenkomst tussen werknemersorganisaties
(vakbonden, mogen staken) → bedrijfstak-cao → één of twee jaar
Bedrijfs-cao = één werkgever

Primaire arbeidsvoorwaarden = loon en arbeidstijd
Secundaire arbeidsvoorwaarden = vakantie, pauzes, kinderopvang etc.

Wettelijk minimumloon = bescherming tegen onderbetaling
→ zzp’er mag werk aannemen onder minimumloon

Loonkosten per product = totale loonkosten : aantal producten
→ hangt af van hoogte loonkosten en arbeidsproductiviteit

Bonus = prestatiebevorderend
Aandelenoptie = geeft werknemer het recht om tegen vooraf vastgestelde prijs
(uitoefenprijs) aandelen te kopen in de onderneming van zijn werkgever
→ manier om werknemers aan onderneming te binden
Tantièmes = ondernemingen die winst maken, kunnen een deel van de winst aan het
personeel ter beschikking stellen

Ondernemingsraad (OR) = organisaties met meer dan 50 medewerkers moeten verplicht
een OR hebben