Economie 2.2/2.2
2.1 Sparen of beleggen?
Het niet uitgeven, maar (een deel van) je geld bewaren heet
sparen.
Er zijn 3 spaarmotieven:
Sparen voor een doel: je wilt iets kopen maar hebt nog niet
genoeg geld.
Sparen uit voorzorg: je wilt geld achter de hand hebben voor
onverwachte gebeurtenissen.
Sparen voor rente: je spaargeld levert extra inkomsten op.
Rente (interest) Vergoeding voor het lenen van geld.
Spaarvormen: bijv. spaardeposito of spaarrekening
Beleggen: Investeren van geld in bijvoorbeeld aandelen, met het
doel hiermee te verdienen. De opbrengst is onzeker.
Formules:
Berekenen enkelvoudige Rente:
Lev = p x K x n
P: rentepercentage : 100
K: beginsaldo
N: aantal periodes
Berekenen samengestelde rente:
EWn = (1+p)n x K
Ewn: eindwaarde
N: aantal periodes
P: rentepercentage : 100
K: beginsaldo
2.1 Sparen of beleggen?
Het niet uitgeven, maar (een deel van) je geld bewaren heet
sparen.
Er zijn 3 spaarmotieven:
Sparen voor een doel: je wilt iets kopen maar hebt nog niet
genoeg geld.
Sparen uit voorzorg: je wilt geld achter de hand hebben voor
onverwachte gebeurtenissen.
Sparen voor rente: je spaargeld levert extra inkomsten op.
Rente (interest) Vergoeding voor het lenen van geld.
Spaarvormen: bijv. spaardeposito of spaarrekening
Beleggen: Investeren van geld in bijvoorbeeld aandelen, met het
doel hiermee te verdienen. De opbrengst is onzeker.
Formules:
Berekenen enkelvoudige Rente:
Lev = p x K x n
P: rentepercentage : 100
K: beginsaldo
N: aantal periodes
Berekenen samengestelde rente:
EWn = (1+p)n x K
Ewn: eindwaarde
N: aantal periodes
P: rentepercentage : 100
K: beginsaldo