Hoofdstuk 1: communicatie
- Het vak communicatie richt zich op het communiceren met, door en in organisaties.
- Een organisatie moet excellent zijn in wat ze doet. Dit betekent transparant werken,
scherpe positionering, excellente klantgerichtheid en effectieve interne
communicatie.
- Bij communicatie gaat het tegenwoordig niet meer om zenden maar om
verbindingen leggen en het aangaan van de dialoog.
- Er zijn 8 grote ontwikkelingen in het vakgebied communicatie:
1 Digitalisering en online. Vroeger was je passieve consument: krant lezen en tv kijken.
Nu ben je producent: je plaatst foto’s en reacties.
2 Data driven en real time. Al je online activiteit wordt vastgelegd waardoor
communicatie persoonlijker wordt. Ook moeten bedrijven direct reageren, speed is
everything.
3 Emotie en de sociale omgeving. Communicatie vroeger was gericht op ratio en
individuelen, nu op emotie en beïnvloeding van sociale omgeving, omdat mensen
meer emotionele wezens zijn dan rationele. Mensen volgen anderen.
4 Van tekst naar beeld. Van blogs naar vlogs en van foto’s maar filmpjes.
5 Transparantie en open communiceren. Organisaties worden gedwongen om eerlijk
te zijn, anders tast dat de geloofwaardigheid en vertrouwen in organisatie aan. Dan
leidt het bedrijf reputatieschade.
6 Duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen.
7 Accountability en meetbaar maken. Accountability is het meetbaar maken van het
rendement van de communicatie. Je neemt zowel verantwoordelijkheid als dat je
verantwoording aflegt aan de organisatie. Wat je doet en waarom.
8 Leven in netwerken. Gevaar van netwerk is dat individuen en organisaties alleen nog
maar in contact staan met gelijkgestemden. Geen oog voor buitenwereld.
- Er zijn 3 hoofdtaken voor communicatie:
1. Reputatie: opbouwen van relaties. Werken aan in- en externe vertrouwen in de
organisatie.
2. Regie: de juiste toon en timing. Heldere kernboodschap met daaraan gekoppelde
thema’s.
3. Realisatie: feilloze uitvoering. Met onderscheidende concepten die verwoorden,
verbeelden en het verschil maken.
- 6 kerntaken van communicatieprofessional: analyseren, adviseren, integreren,
creëren, begeleiden en organiseren.
- Er bestaan veel raakvlakken tussen communicatie en marketing. Ze werken
voornamelijk samen op gebied van positionering en profilering.
- Goede samenwerking met Human Resources (HR) is belangrijk om interne
communicatie goed te laten verlopen en engagement medewerkers te versterken.
Hoofdstuk 2: basics over communicatie (ZBMO-model)
- Het proces van communicatie begint bij een zender (Z) die iets wilt overdragen. Hij
heeft een boodschap (B) die hij via een medium (M) naar een ontvanger (O) stuurt.
- Het centrale concept in comm. is interactie. Comm. gaat om begrijpen en verbinden.
- Communicatie is een proces van tweerichtingsverkeer waarbij de interactie
essentieel is.
, -
- Je kunt 4 aspecten van de boodschap onderscheiden:
1. Zakelijk aspect: beschrijving feiten, informatie in boodschap.
2. Expressief effect: het gevoel, emotie die zender uit.
3. Relationeel aspect: verhouding van zender en ontvanger tot elkaar.
4. Appellerend aspect: beroep op ontvanger om iets te doen.
- Het omzetten van gedachten in woorden en beelden door zender heet encoderen.
- Het omzetten van boodschap in gedachten door ontvanger heet decoderen.
- De reactie van de ontvanger heet feedback.
- Als de zender dan weer reageert op die feedback heet dat terugkoppeling.
- Factoren die het communicatieproces verstoren, heten ruis.
- Interne ruis is als het communicatieproces verstoord wordt door factoren binnen het
comm.proces. (bijv slissen, punt op whapp, snapchatten naar baas, ontvanger slaapt).
Omvat emoties, zorgen of persoonlijke vooroordelen die je ervan weerhouden echt
aandacht te hebben voor wat wordt gecommuniceerd.
- Externe ruis is als factoren buiten het comm.proces ruis veroorzaakt (harde muziek
op festival maakt gesprek lastig). Verstoring uit de omgeving.
- Culturele ruis ontstaat wanneer verschillen in culturele programmering de
boodschap beïnvloeden.
- Redundantie is overtollige informatie, bevat geen nieuws voor ontvanger.
- Het referentiekader is het geheel van gewoonten, regels, ervaringen, normen en
waarden waarop ontvanger zijn denken en handelen baseert.
- Er zijn ook maatschappelijke- en omgevingsfactoren. De concrete situatie heeft
invloed op het proces, bijv: moment van de dag en cultuurverschillen.
- Om iemand te begrijpen moet je je inleven en luisteren zonder mening te vormen.
- Metacommunicatie is communicatie over de communicatie.
- De macht binnen communicatie verschuift nu naar de ontvanger die zelf bepaalt
waar hij naar wilt kijken.
- Bij comm. gaat het niet om intentie van zender maar om effect bij ontvanger.
- Bij empathie kun je je verplaatsen in gedachtegangen en gevoelens van anderen.
- Zenders kunnen ontvangers worden en andersom. Ontvanger is dus niet passief.
- Bij verbale comm. gebruikt zender gesproken en geschreven taal.
- Onder non-verbale comm. vallen alle niet-talige vormen van communicatie (gapen).
- De betekenis van non-verbale communicatie verschilt per cultuur.
- De 5 belangrijkste theorieën zijn: stimulus-respons, two step flow, uses and
gratifications, agendasetting en netwerken.
- Stimulus-responstheorie: ontvangers accepteren en overnemen klakkeloos wat
zender hen voorschotelt. Zender hoeft alleen boodschap indringend over te brengen.
Heet ook wel injectienaaldtheorie omdat info als het ware wordt ingespoten. Simpel.
- Het vak communicatie richt zich op het communiceren met, door en in organisaties.
- Een organisatie moet excellent zijn in wat ze doet. Dit betekent transparant werken,
scherpe positionering, excellente klantgerichtheid en effectieve interne
communicatie.
- Bij communicatie gaat het tegenwoordig niet meer om zenden maar om
verbindingen leggen en het aangaan van de dialoog.
- Er zijn 8 grote ontwikkelingen in het vakgebied communicatie:
1 Digitalisering en online. Vroeger was je passieve consument: krant lezen en tv kijken.
Nu ben je producent: je plaatst foto’s en reacties.
2 Data driven en real time. Al je online activiteit wordt vastgelegd waardoor
communicatie persoonlijker wordt. Ook moeten bedrijven direct reageren, speed is
everything.
3 Emotie en de sociale omgeving. Communicatie vroeger was gericht op ratio en
individuelen, nu op emotie en beïnvloeding van sociale omgeving, omdat mensen
meer emotionele wezens zijn dan rationele. Mensen volgen anderen.
4 Van tekst naar beeld. Van blogs naar vlogs en van foto’s maar filmpjes.
5 Transparantie en open communiceren. Organisaties worden gedwongen om eerlijk
te zijn, anders tast dat de geloofwaardigheid en vertrouwen in organisatie aan. Dan
leidt het bedrijf reputatieschade.
6 Duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen.
7 Accountability en meetbaar maken. Accountability is het meetbaar maken van het
rendement van de communicatie. Je neemt zowel verantwoordelijkheid als dat je
verantwoording aflegt aan de organisatie. Wat je doet en waarom.
8 Leven in netwerken. Gevaar van netwerk is dat individuen en organisaties alleen nog
maar in contact staan met gelijkgestemden. Geen oog voor buitenwereld.
- Er zijn 3 hoofdtaken voor communicatie:
1. Reputatie: opbouwen van relaties. Werken aan in- en externe vertrouwen in de
organisatie.
2. Regie: de juiste toon en timing. Heldere kernboodschap met daaraan gekoppelde
thema’s.
3. Realisatie: feilloze uitvoering. Met onderscheidende concepten die verwoorden,
verbeelden en het verschil maken.
- 6 kerntaken van communicatieprofessional: analyseren, adviseren, integreren,
creëren, begeleiden en organiseren.
- Er bestaan veel raakvlakken tussen communicatie en marketing. Ze werken
voornamelijk samen op gebied van positionering en profilering.
- Goede samenwerking met Human Resources (HR) is belangrijk om interne
communicatie goed te laten verlopen en engagement medewerkers te versterken.
Hoofdstuk 2: basics over communicatie (ZBMO-model)
- Het proces van communicatie begint bij een zender (Z) die iets wilt overdragen. Hij
heeft een boodschap (B) die hij via een medium (M) naar een ontvanger (O) stuurt.
- Het centrale concept in comm. is interactie. Comm. gaat om begrijpen en verbinden.
- Communicatie is een proces van tweerichtingsverkeer waarbij de interactie
essentieel is.
, -
- Je kunt 4 aspecten van de boodschap onderscheiden:
1. Zakelijk aspect: beschrijving feiten, informatie in boodschap.
2. Expressief effect: het gevoel, emotie die zender uit.
3. Relationeel aspect: verhouding van zender en ontvanger tot elkaar.
4. Appellerend aspect: beroep op ontvanger om iets te doen.
- Het omzetten van gedachten in woorden en beelden door zender heet encoderen.
- Het omzetten van boodschap in gedachten door ontvanger heet decoderen.
- De reactie van de ontvanger heet feedback.
- Als de zender dan weer reageert op die feedback heet dat terugkoppeling.
- Factoren die het communicatieproces verstoren, heten ruis.
- Interne ruis is als het communicatieproces verstoord wordt door factoren binnen het
comm.proces. (bijv slissen, punt op whapp, snapchatten naar baas, ontvanger slaapt).
Omvat emoties, zorgen of persoonlijke vooroordelen die je ervan weerhouden echt
aandacht te hebben voor wat wordt gecommuniceerd.
- Externe ruis is als factoren buiten het comm.proces ruis veroorzaakt (harde muziek
op festival maakt gesprek lastig). Verstoring uit de omgeving.
- Culturele ruis ontstaat wanneer verschillen in culturele programmering de
boodschap beïnvloeden.
- Redundantie is overtollige informatie, bevat geen nieuws voor ontvanger.
- Het referentiekader is het geheel van gewoonten, regels, ervaringen, normen en
waarden waarop ontvanger zijn denken en handelen baseert.
- Er zijn ook maatschappelijke- en omgevingsfactoren. De concrete situatie heeft
invloed op het proces, bijv: moment van de dag en cultuurverschillen.
- Om iemand te begrijpen moet je je inleven en luisteren zonder mening te vormen.
- Metacommunicatie is communicatie over de communicatie.
- De macht binnen communicatie verschuift nu naar de ontvanger die zelf bepaalt
waar hij naar wilt kijken.
- Bij comm. gaat het niet om intentie van zender maar om effect bij ontvanger.
- Bij empathie kun je je verplaatsen in gedachtegangen en gevoelens van anderen.
- Zenders kunnen ontvangers worden en andersom. Ontvanger is dus niet passief.
- Bij verbale comm. gebruikt zender gesproken en geschreven taal.
- Onder non-verbale comm. vallen alle niet-talige vormen van communicatie (gapen).
- De betekenis van non-verbale communicatie verschilt per cultuur.
- De 5 belangrijkste theorieën zijn: stimulus-respons, two step flow, uses and
gratifications, agendasetting en netwerken.
- Stimulus-responstheorie: ontvangers accepteren en overnemen klakkeloos wat
zender hen voorschotelt. Zender hoeft alleen boodschap indringend over te brengen.
Heet ook wel injectienaaldtheorie omdat info als het ware wordt ingespoten. Simpel.
