Samenvatting bedrijfseconomie
Week 1 – AC, DC, bezettingsresultaat, BEP
C V
Absorption costing / Integrale kostprijs / AC: N + W /
C
N + variabele kosten p.s.
De voorraad is geen verlies, ondanks dat het niet verkocht wordt.
Kostprijs waarin zowel variabele als vaste kosten opgenomen zijn.
V
Direct costing / variabele kosten calculatie / DC : W
Kostenberekening waarbij de variabele productiekosten aan de producten worden
toegerekend en de vaste productiekosten in een bedrag ten laste van het
resultaat worden gebracht.
Bezettingsresultaat
(Werkelijke productie – normale productie) x vaste productiekosten per product
Of
C
(w - n) x N
Berekening van het resultaat volgens de integralekostprijsmethode
Omzet → verkoopomvang x verkoopprijs
Integrale standaardkosten van de omzet → verkoopomvang x integrale
standaardkostprijs -
Transactieresultaat → verkoopomvang x (verkoopprijs – integrale
standaardkosten)
C
Bezettingsresultaat → (w-n) x -
N
Perioderesultaat → Transactieresultaat + bezetingsresultaat
Berekening van het resultaat volgens de variabelekostencalculatie
Omzet → verkoopomvang x verkoopprijs
Variabele standaardkosten van de omzet → verkoopomvang x standaard
variabele kosten -
,Dekkingsbijdrage → verkoopomvang x (verkoopprijs – standaard variabele
kosten)
Vaste productiekosten -
Perioderesultaat → dekkingsbijdrage – vaste productiekosten
C
BEO: P−V =C ontributiemarge
(c = constant kosten / p = prijs / v = variabele kosten)
, Week 2 – verschillen op variabele kosten, verschillen op vaste kosten
Verschillen op variabele kosten
- Prijsverschil
Het verschil tussen de standaardprijs en de werkelijke prijs
vermenigvuldigd met de werkelijk verbruikte hoeveelheid.
Prijsverschil=( S P−℘ ) × WH
- Efficiencyverschil
Het verschil tussen de standaardhoeveelheid en de werkelijke hoeveelheid
vermenigvuldigd met de standaardprijs.
Efficiencyverschil=( SH −WH ) × SP
Verschillen op vaste kosten
- Bezettingsverschil
Het verschil tussen de normale productie en de werkelijke productie
C
(W −N ) ×
N
- Budgetverschil
Verschil tussen de gebudgetteerde vaste kosten en de werkelijke vaste
kosten
Week 3 – opslagmethode, equivalentiecijfermethode
Opslagmethode
- Enkelvoudige/primitieve opslagmethode
Gebruik je als er slechts één opslagpercentage gebruikt wordt om de
indirecte kosten door te berekenen. Het opslagpercentage wordt bepaald
door de indirecte kosten te delen door de directe.
Indirecte kosten
× 100 = percentage opslag indirecte kosten
Tot ale directe kosten
Percentage indirecte kosten × Directe kosten p . p .=Opslag indirecte kosten
- Meervoudige/ verfijnde opslagmethode
Gebruik je als er twee of meer opslagpercentages gebruikt worden.
Indirecte kosten en directe kosten worden in verschillende groepen
onderverdeeld. Als er samenhang tussen indirecte en directe kosten zijn
kun je deze methode gebruiken. Bijvoorbeeld als er samenhang is tussen
indirecte arbeidskosten en directe arbeidskosten, indirecte materiaalkosten
en directe grondstofkosten en overige indirecte kosten en totale directe
kosten:
Week 1 – AC, DC, bezettingsresultaat, BEP
C V
Absorption costing / Integrale kostprijs / AC: N + W /
C
N + variabele kosten p.s.
De voorraad is geen verlies, ondanks dat het niet verkocht wordt.
Kostprijs waarin zowel variabele als vaste kosten opgenomen zijn.
V
Direct costing / variabele kosten calculatie / DC : W
Kostenberekening waarbij de variabele productiekosten aan de producten worden
toegerekend en de vaste productiekosten in een bedrag ten laste van het
resultaat worden gebracht.
Bezettingsresultaat
(Werkelijke productie – normale productie) x vaste productiekosten per product
Of
C
(w - n) x N
Berekening van het resultaat volgens de integralekostprijsmethode
Omzet → verkoopomvang x verkoopprijs
Integrale standaardkosten van de omzet → verkoopomvang x integrale
standaardkostprijs -
Transactieresultaat → verkoopomvang x (verkoopprijs – integrale
standaardkosten)
C
Bezettingsresultaat → (w-n) x -
N
Perioderesultaat → Transactieresultaat + bezetingsresultaat
Berekening van het resultaat volgens de variabelekostencalculatie
Omzet → verkoopomvang x verkoopprijs
Variabele standaardkosten van de omzet → verkoopomvang x standaard
variabele kosten -
,Dekkingsbijdrage → verkoopomvang x (verkoopprijs – standaard variabele
kosten)
Vaste productiekosten -
Perioderesultaat → dekkingsbijdrage – vaste productiekosten
C
BEO: P−V =C ontributiemarge
(c = constant kosten / p = prijs / v = variabele kosten)
, Week 2 – verschillen op variabele kosten, verschillen op vaste kosten
Verschillen op variabele kosten
- Prijsverschil
Het verschil tussen de standaardprijs en de werkelijke prijs
vermenigvuldigd met de werkelijk verbruikte hoeveelheid.
Prijsverschil=( S P−℘ ) × WH
- Efficiencyverschil
Het verschil tussen de standaardhoeveelheid en de werkelijke hoeveelheid
vermenigvuldigd met de standaardprijs.
Efficiencyverschil=( SH −WH ) × SP
Verschillen op vaste kosten
- Bezettingsverschil
Het verschil tussen de normale productie en de werkelijke productie
C
(W −N ) ×
N
- Budgetverschil
Verschil tussen de gebudgetteerde vaste kosten en de werkelijke vaste
kosten
Week 3 – opslagmethode, equivalentiecijfermethode
Opslagmethode
- Enkelvoudige/primitieve opslagmethode
Gebruik je als er slechts één opslagpercentage gebruikt wordt om de
indirecte kosten door te berekenen. Het opslagpercentage wordt bepaald
door de indirecte kosten te delen door de directe.
Indirecte kosten
× 100 = percentage opslag indirecte kosten
Tot ale directe kosten
Percentage indirecte kosten × Directe kosten p . p .=Opslag indirecte kosten
- Meervoudige/ verfijnde opslagmethode
Gebruik je als er twee of meer opslagpercentages gebruikt worden.
Indirecte kosten en directe kosten worden in verschillende groepen
onderverdeeld. Als er samenhang tussen indirecte en directe kosten zijn
kun je deze methode gebruiken. Bijvoorbeeld als er samenhang is tussen
indirecte arbeidskosten en directe arbeidskosten, indirecte materiaalkosten
en directe grondstofkosten en overige indirecte kosten en totale directe
kosten: