Hoofdstuk 1
1.1 Meten
Grootheid > iets dat je kunt meten > temperatuur, snelheid, lengte en massa
Eenheid > grootheid uitgedrukt in eenheid > graden Celsius, km/u, meter, kg
Significante cijfers
Totaal aantal cijfers van een getal zonder de nullen aan het begin en machten. Heeft het minst
nauwkeurige gegeven 2 significante cijfers dan is je antwoord ook 2 significante cijfers. Maar bij
optellen en aftrekken moet je naar het kleinst aantal cijfers achter de komma kijken ipv naar de
significante cijfers.
vb.
1,01 3 significante cijfers
2,0 2 significante cijfers
0,0345 3 significante cijfers
3,45 x 10-3 3 significante cijfers
1.4 Temperatuur
Temperatuur (T) in graden Celsius (C). Of in Kelvin (K) de absolute temperatuur T
- 0 K is het absolute 0 punt, de laagst mogelijke temperatuur
- 0 K is -273,5 C
T = t + 273,5 C
t = T – 273,5 K
, Hoofdstuk 3
3.1 Krachteigenschappen
Kracht kan een voorwerp
- Vervormen
- Snelheid veranderen
- Richting veranderen
Kracht (F) is uitgedrukt in newton (N). De waarde van F geeft de grote van de kracht aan. De richting
en het aangrijpingspunt van de kracht in dan nog onbekend. De kracht wordt getekend als een pijl
ook wel een vector. De krachtvector = ⃗ F.
3.2 Zwaartekracht
Zwaartekracht
Zwaartekracht is aantrekkende kracht op aarde op een voorwerp. Zwaartekracht is evenredig met de
massa van het voorwerp > Fz = m x g
Fz = zwaartekracht (N)
m = massa (kg)
g = valversnelling (m/s2) op aarde is deze 9.81
Normaal kracht ⃗ Fn
Voorwerp dat op oppervlak staat ondervindt zwaartekracht. Zwaartekracht zorgt niet voor beweging
een tafel bijvoorbeeld oefent precies even grote kracht uit op het voorwerp die de zwaartekracht
opheft. Richting van de normaalkracht is loodrecht op het oppervlak waarop het voorwerp staat.
Wrijvingskracht ⃗ Fw
Voorwerp op oppervlak kan verschoven worden door horizontale kracht (F spier). Zolang het voorwerp
stilstaat oefent het oppervlak een wrijvingskracht uit op het voorwerp die zo de F spier opheft.
Als de kracht groter wordt, wordt ook de wrijvingskracht groter. De
wrijvingskracht kan niet groter worden dan een bepaalde waarde dan
F w max bereikt.
is ⃗
F w max = f x Fn
⃗
F w max = maximale wrijvingskracht (N)
⃗
f = wrijvingscoëfficiënt (hangt af van de materialen die contact maken, altijd gegeven)
Fn = normaalkracht (N)
1.1 Meten
Grootheid > iets dat je kunt meten > temperatuur, snelheid, lengte en massa
Eenheid > grootheid uitgedrukt in eenheid > graden Celsius, km/u, meter, kg
Significante cijfers
Totaal aantal cijfers van een getal zonder de nullen aan het begin en machten. Heeft het minst
nauwkeurige gegeven 2 significante cijfers dan is je antwoord ook 2 significante cijfers. Maar bij
optellen en aftrekken moet je naar het kleinst aantal cijfers achter de komma kijken ipv naar de
significante cijfers.
vb.
1,01 3 significante cijfers
2,0 2 significante cijfers
0,0345 3 significante cijfers
3,45 x 10-3 3 significante cijfers
1.4 Temperatuur
Temperatuur (T) in graden Celsius (C). Of in Kelvin (K) de absolute temperatuur T
- 0 K is het absolute 0 punt, de laagst mogelijke temperatuur
- 0 K is -273,5 C
T = t + 273,5 C
t = T – 273,5 K
, Hoofdstuk 3
3.1 Krachteigenschappen
Kracht kan een voorwerp
- Vervormen
- Snelheid veranderen
- Richting veranderen
Kracht (F) is uitgedrukt in newton (N). De waarde van F geeft de grote van de kracht aan. De richting
en het aangrijpingspunt van de kracht in dan nog onbekend. De kracht wordt getekend als een pijl
ook wel een vector. De krachtvector = ⃗ F.
3.2 Zwaartekracht
Zwaartekracht
Zwaartekracht is aantrekkende kracht op aarde op een voorwerp. Zwaartekracht is evenredig met de
massa van het voorwerp > Fz = m x g
Fz = zwaartekracht (N)
m = massa (kg)
g = valversnelling (m/s2) op aarde is deze 9.81
Normaal kracht ⃗ Fn
Voorwerp dat op oppervlak staat ondervindt zwaartekracht. Zwaartekracht zorgt niet voor beweging
een tafel bijvoorbeeld oefent precies even grote kracht uit op het voorwerp die de zwaartekracht
opheft. Richting van de normaalkracht is loodrecht op het oppervlak waarop het voorwerp staat.
Wrijvingskracht ⃗ Fw
Voorwerp op oppervlak kan verschoven worden door horizontale kracht (F spier). Zolang het voorwerp
stilstaat oefent het oppervlak een wrijvingskracht uit op het voorwerp die zo de F spier opheft.
Als de kracht groter wordt, wordt ook de wrijvingskracht groter. De
wrijvingskracht kan niet groter worden dan een bepaalde waarde dan
F w max bereikt.
is ⃗
F w max = f x Fn
⃗
F w max = maximale wrijvingskracht (N)
⃗
f = wrijvingscoëfficiënt (hangt af van de materialen die contact maken, altijd gegeven)
Fn = normaalkracht (N)