1. Economische groei
1.1 Hoe kun je zichtbaar maken dat de economie van een land groeit?
Economische groei
- maken van producten staat centraal
- bepaal waarde totale productie in een land van goederen en diensten
- het gaat hier alleen om de toegevoegde waarde (verkoopwaarde -/- inkoopprijs)
- deze toegevoegde waarde in Nederland heet het BBP (Bruto Binnenlands Product)
- het BNP (Bruto Nationaal Product) is de toegevoegde waarde door Nederlanders
- economische groei: groei van het BBP veroorzaakt door een stijging van het aantal goederen en
diensten (niet door een stijging van de verkoopprijs)
1.2 Aan wat voor bedragen moet je dan denken?
BBP
- in 2011: 694 miljard Euro, per hoofd van de bevolking: € 41,949
BBP vergelijkingsmogelijkheden
- met andere landen
- met het verleden (verandering van het BBP = economische groei)
- economische groei: verandering van het BBP -/- het deel veroorzaakt door prijsstijgingen
- informele economie (niet geregistreerde productie) levert ook welvaart op maar valt buiten het BBP
- omvang zwarte economie in Nederland: 10% van het BBP
1.3 Waarom wordt economische groei gezien als iets positiefs?
productie en inkomen
Om iets te maken moeten productiefactoren worden ingezet: arbeid, kapitaal, natuur, en
ondernemersschap. Die factoren moeten beloond worden. Productie leidt dus tot inkomen. Hoe
meer er geproduceerd is, hoe meer inkomen er is verdiend in het land. Inkomen zegt iets over de
welvaart, over mogelijkheden om te voorzien in behoeften.
- als je meer inkomen hebt en vertrouwen hebt in de economische toekomst zul je in ieder geval een
deel van dat extra inkomen uitgeven (= consumptie).
- ook bedrijven kunnen meer goederen en diensten gaan kopen (=investeringen)
- het gevolg van deze extra productie is dat er meer werk komt: er komen op den duur meer banen
bij; de werkgelegenheid (vraag naar arbeid) neemt toe.
sneeuwbaleffect
________________________________________________________________________________
pagina 1