PSYCHOPEDAGOGIEK 2.1
DEEL 1: INLEIDING OP DE PEDAGOGIEK
Kinderen (geen) gewone mensen // Grootbrengen door klein houden // Modern westerse
opvoeding // Evoluties modern westers opvoedingsconcept // Pedagogische begrippen
DEEL 2: HET GEZIN ALS 1e OPVOEDINGSMILIEU
Concept gezin // Cultuurhistorische schets // Gezin vandaag // Belangrijkste gezinsdynamieken //
Interculturele pedagogiek // Mannen & opvoeding
DEEL 3: DE SCHOOL ALS 2e OPVOEDINGSMILIEU
Opvoeden & ontwikkelen // Schoolland // Geschiedenis basisschool // Krachtlijnen sterk
basisonderwijs // Ouderbetrokkenheid op school
DEEL 1: INLEIDING OP DE PEDAGOGIEK
Hoofdstuk 1 Kinderen (geen) gewone mensen
De stellingen van Aries
1960
Aries ontdekt 2stellingen over zijn ontdekking van het kind die ons dichterbij de verklaring van het
fenomeen school on onze moderne Westerse samenleving brengt.
- Eerste stelling: geen sprake van ‘het kind’
Tijdens de middeleeuwse samenleving was er weinig oog voor het kind. Dit maakt hij op van
Middeleeuwse portretten waarbij kinderen dezelfde kledij, job, gespreksonderwerpen,… als
volwassenen hadden.
De borelingen werd wel erkend, deze waren fysiek hulpeloos. Sterftecijfer lag hoger de pest
heerste enorm. Dus volwassen wouden zich niet teveel aan kinderen hechten.
Er was enorm veel kindermishandeling, kindermoord, geweld/dood/seksualiteit werd niet
verborgen voor kinderen gehouden. Oudere kinderen namen deel aan het volwassen leven,
vooral op de arbeidsmarkt. Er was geen sprake van een affectief milieu want beroep en
overdracht van het erfgoed stond centraal.
- Tweede stelling: ontdekking van ‘het kind’
17e E
Kind zijn wordt plots belangrijk en het wordt een aparte plaats toegewezen. Dat toont zich in
de affectieve houding van spelen en knuffelen. Kinderen worden als een plezier beschouwd,
ze merken op dat kinderen breekbaar zijn en beschermd dienen te worden.
1
, PSYCHOPEDAGOGIEK 2.1
Kinderen worden van de werkelijke buitenwereld afgeschermd, affectie stond meer dan
ooit centraal.
Ontstaan van typische gezinsproblemen:
o Uitgestelde volwassenheid (economisch vlak)
o Communicatiestoornis tussen de generaties
o Verborgen leed (mishandeling, ziekten,…)
In het gezin ontstond er een scheiding tussen de wereld van de volwassenen en die van de
kinderen.
Dit werd vervolledigd door de komst van de school. Deze instantie staat in
voor de disciplinering als beroepsopleiding voor kinderen. (orde, regelmaat,
hiërarchie, organisatie, classificatie)
Kritiek op stellingen Aries
- Eerste stelling:
Er was WEL sprake van liefde tussen kinderen en ouders.
Kindermoord bestond maar mag niet veralgemeend worden.
- Tweede stelling:
Er was niet plots DE ontdekking van het kind, maar een geleidelijke evolutie.
- Wat er ontbrak in de theorie van aries
De plaats en de functie van school. In de 17 e – 18e eeuw werden kinderen scholier ipv
arbeider. In die moderne samenleving stijgen de verwachtingen van een school want die
moet:
o Opvoedingsdoelen bevatten
o Opvoedingsmethoden groeiden
o Middel tot moralisatie
o Aanleren van burgerplichten en vaderlandsliefde
o Toekomst van de mensheid verzekeren
School kwam centraal te staan, het zwaartepunt van de opvoeding verlegt zich geleidelijk
van het gezin naar de school.
2
, PSYCHOPEDAGOGIEK 2.1
Hoofdstuk 2 Paradox – Grootbrengen door klein te houden
Lea Dasberg
Paradoxale in de opvoeding (tegenstrijdig met stelling van aries)
Willen kinderen grootbrengen door hun klein te houden.
1750 – 1945 evolutie naar kinder -en jeudland
Een kind moest een kind kunnen zijn, wou het kind opgroeien tot een goede volwassene. Het kind
moest bevrijd worden van fysieke en mentale lasten.
Het belang van het kind kwam centraal te staan, zoals spel, zorg, onmondigheid en
uitsluiting van de volwassenenwereld.
Paradoxale opvatting van Dasberg:
Nooit eerder was er voor kinderen zoveel plaats, volwassenen hebben het beeld van kinderen meer
dan ooit geïnfantiliseerd (= kinderlijk maken) en creëerden zo een kinderlijk beeld = beeld van
vertedering en bewondering.
WOII zorgt voor een scharniermoment. De volwassenwereld drong met al haar wreedheid in het
kinder -en jeugdland binnen. Het ondergaat een onvoorbereide klap, het afschermen bleek fictie en
fout te zijn geweest.
Er ontstaat een pedagogische inconsistentie = hebben niet meer het vermogen om de realiteit te
onderdrukken. Waardoor Dasberg niet langer spreekt over een geïnfantiliseerde jeugd maar een
gedesoriënteerde jeugd.
Net zoals aries vindt ook Dasberg dat er WEL sprake is van een plotse ommekeer in de
geschiedenis van het kind. Want deze paradox waarin de opvoeder het kind wil
grootbrengen doet dit door het kind klein te willen houden.
3
, PSYCHOPEDAGOGIEK 2.1
Hoofdstuk 3 Modern Westerse opvoeding
Van socialisatie naar opvoeding
Zowel aries als Dasberg zeggen dat in de premoderne Westerse samenleving het kind opgroeit in de
realiteit.
Bij het ontstaan van het kinder -en jeugdland (Dasberg) verandert de modern Westere
maatschappij. Met als de school als opvoedingsmilieu.
Kinder -en jeugdland is een buitenwerkelijke wereld, los van de volwassenwereld. Men voedt de
kinderen op: grootbrengen door kleinhouden.
Kern van het modern Wester pedagogisch denken
Volwassenen doen een pedagogisch aanbod
Aanbod is het ‘beste uit onze beschaving’
Aanbod met oog op de toekomst en eigen volwassenheid
Oog op verder kunnen en willen ontwikkelen
Opvoeden tussen gisteren en morgen / traditie en toekomst
Door de komst van anticonceptiva is de voortplanting sterk veranderd. Kinderen worden geboren als
volwassenen dat willen. Mensen willen volgens Mollenhauer zich voortplanten doordat
- De wens om zichzelf in anderen voort te zetten
- De leefomstandigheden aanvaardbaar zijn
- Overtuigd dat de geschiedenis van de mensheid moet worden voorgezet
Gerichtheid is op de toekomst en gehechtheid aan het verleden.
De modern pedagogische vraag waarom men een kinderen willen opvoeden:
o Wie geen toekomstbeeld heeft, voedt niet op maar gaat hoogstens met een
menslievende wijze met kinderen om.
4
, PSYCHOPEDAGOGIEK 2.1
Hoofdstuk 4 Evoluties in het modern Westers opvoedingsconcept
Postmodern waardenpluralisme
De dag van vandaag heerst er meer opvoedingsonzekerheid. Wat is de moete om kinderen door te
geven, hoe moeten we het doorgeven en waartoe moet dit leiden?
In de praktijk zal die onzekerheid er altijd al geweest zijn.
De postmoderne context komt in de plaats van de zekerheid van de moderne maatschappij.
Waardenpluraliteit is de meest verstandige houding als opvoeder = veelheidsleer. De
opvoeder werkt een aanbod uit op basis van de verschillende tradities en referentiekaders
EN luistert naar de vraag van het kind en de vraag van de samenleving
Want de nieuwe generatie is in staat om zichzelf te vormen en mee creatief vorm te geven
aan het samenleven.
BESLUIT:
Het modern Westers opvoedingsconcept staat onder druk op vlak van pedagogische relatie
en de invulling ervan.
De pedagogische relatie moet meer parallel verlopen, want steeds meer komt het kind zelf
in beeld dat zelf richting wil geven aan zijn opvoedingsproces. Ook de komst van de
kinderrechtenfilosofie is daarop gebaseerd.
Het kind geeft meer sturing aan de invulling van de pedagogische relatie. En kiest mee wat
waardevol is voor zijn toekomst. Wanneer ouders teveel sturen, heerst er protest. Wanneer
ze te weinig sturen, hebben ze moeite met structuur, ze hebben denkkaders nodig.
Hoofdstuk 5 Pedagogische begrippen
Führen en wachsen lassen
Een juf moet zich tijdens het opvoeden positioneren tussen het spanningsveld van Führen en
wachsen lassen.
FÜHREN
Met de nadruk op het leiden naar een waardevolle volwassen levenshouding
Je wil de kinderen strak leiding geven en alles zoveel mogelijk bepalen.
WACHSEN LASSEN
De levenshouding van kinderen groeit spontaan doorheen de ontwikkeling van het kind.
Je wil dat kinderen niet beïnvloed worden en dat alles vanzelf goed komt.
Er heerst een voortdurend heen en weer pendelen tussen deze 2 uitersten
Eigen visie op opvoeden
Iedereen handelt vanuit zijn eigen visie op opvoeden voor een groot deel bepaald door de opvoeding
die je zelf kreeg.
Er zijn richtvragen die je kunnen helpen hoe jij je als opvoeder ziet
- Wie voedt op? Ouders, LK, jeugdbeweging, grootouders,…
- Waartoe voedt men op? Zelfstandige mensen, sociale, kopieën van onszelf
- Waar voedt men op? Thuis, school, overal
- Wanneer? Doorheen omgang, bewust, onbewust
- Waarmee voedt en op? Waarden, regels, structuur,…
5
, PSYCHOPEDAGOGIEK 2.1
DEEL 2: HET GEZIN ALS 1e OPVOEDINGSMILIEU
Hoofdstuk 1 Concept gezin
Een gezin is een kleinere sociale eenheid op microniveau, met al dan niet verwante
personen die duurzame en affectieve banden met elkaar hebben en elkaar onderling steun
en verzorging verlenen.
Kenmerken van het hedendaagse gezin
- Kleine groep leden die in rechtstreeks contact met elkaar staan
- Besloten groep, buitenstaanders komen er niet zomaar in
- Relaties tussen de leden hebben een intiem karakter
- Staan affectief tov elkaar ipv rationeel
- Geven van emotionele geborgenheid, sociale steun, identiteit en overtuiging, attitudes,
waarden en normen
- Democratisch gezin, iedereen is gelijkwaardig en heeft inspraak
- Sterke wij-beleving, vaak superioriteitsgevoelens tegenover elkaar
- Omvat minder generaties en kinderen dan vroeger
- De eerste plaats waar opvoeding plaatsvindt
Gezinnen zijn een tijdsgebonden en cultureel gegeven dat een dynamisch proces is.
Het gezin veranderd voortdurend: een samenleving die steeds nieuwe eisen aan ouders en
kinderen stelt door factoren binnen als buiten het gezin.
Functies van het gezin
- Seksuele/biologische functie = voortplanting + lichamelijke verzorging
- Economische functie = verdienen en uitgeven
- Statusfunctie = het aanzien als gezin
- Affectieve functie = warmte, liefde, geborgenheid,…
- Pedagogische functie = opvoeding en socialisatie (waarden en normen)
- Recreatieve functie = vrije tijd en ontspanning
- Religieuze functie = al dan niet gelovig zijn
Fundamentele betekenis van het gezin
Het gezin is het belangrijkste opvoedingsmilieu van het kind. Leert alle gedragingen van zijn ouders.
Kind gaat incidenteel en intentioneel leren. Gedragingen worden bewust gestimuleerd. Het kind
sociaal vaardig te spelen in de richting van zijn cultuur.
6
, PSYCHOPEDAGOGIEK 2.1
Hoofdstuk 2 Cultuurhistorische schets van het gezin
Van uitgebreid gezin naar kerngezin
Uitgebreid gezin = in de pre-industriële EU samenleving
Het was vroeger vanzelfsprekend dat een gezin binnen zijn dorpskern werd opgenomen. Door
gebrek aan communicatiemiddelen werden zij sterk geïsoleerd. Toen heerste er buurmanschap want
er was sprake van een sterke sociale controle.
Deze gesloten dorpsgemeenschap bestond uit open gezinnen, met weinig contacten buiten het dorp
en veel contacten binnen het dorp.
Klassieke kerngezin ontstaat door de industrialisering. Door de modernisering van machines,
moesten vakmensen zich verplaatsen naar andere dorpen om bv. Een machine te gaan herstellen of
werd daar tewerkgesteld. Door deze mobiliteit van de mensen zowel op geografisch als sociaal vlak
is de huidige samenleving veel opener dan nu. Maar contacten met buitenstaanders zijn wel
oppervlakkiger geworden.
Het gezin is dus geslotener geworden en wil een eigen leven leiden zonder inmenging van familie of
buur = gezinsindividualisering of cocooning-trend = een mobiele eenheid
Er zijn 3 klassieke gezinstypes: patrimoniale, conjugale en postindustriële gezin. Ze zijn in de historie
ontstaan maar zijn in onze huidige samenleving nog steeds aanwezig.
Hoofdstuk 3 Het gezin vandaag
Vandaag
Vrouwen kiezen voor carrière, sprake van individualisering, een toenemende arbeidsdruk. Maar ‘het
gezin’ speelt nog steeds een centrale rol.
Doorsnee gezin is kleiner geworden:
- Daling van de vruchtbaarheid, individuele keuze op vlak van werk/financieel aspect, relaties
zijn minder duurzaam geworden.
Positieve ontwikkelingen:
- Gezinsrelaties zijn gelijkwaardiger geworden
- Emoties en betrokkenheid spelen een grotere rol
- Relatievormen zijn gebaseerd op een emotionele band
- Het gezin biedt een omgeving om kinderen groot te brengen
Norm is het tweekindsgezin
o Invloed op de maatschappij/persoonlijk aspect:
Vergrijzingsscenario:
Er gaan meer mensen op pensioen dan dat er mensen starten met gaan
werken
Persoonlijk:
De kinderen van kleinere gezinnen zouden minder sociaal vaardiger zijn.
Maar dat blijkt niet zo, hun contacten met anderen liggen nu vaker bij de
crèche of onthaalmoeder.
Opvallend fenomeen:
Kinderen krijgen meer aandacht en meer tijd van hun ouders dan vroeger
7
, PSYCHOPEDAGOGIEK 2.1
Gezinsvormen
Er is een grote verscheidenheid aan gezinsvormen maar er zijn meer overeenkomsten dan
verschillen.
- Traditioneel gezin
= man + vrouw = biologische ouders van hun kinderen
- Eenoudergezin
= man / vrouw = biologische ouder van het kind
- Nieuw samengesteld gezin
= man / vrouw = biologische ouder, brengt kind mee in nieuwe relatie
- Mikadogezin
= man / vrouw = biologische ouder, brengt kind mee in nieuwe relatie + andere partner heeft
ook eigen kinderen
- Homogezin/lesbogezin
= 2 mannen / 2 vrouwen = kinderen uit vorige heterorelatie OF adoptie, pleeggezin,
BOMmoeder
- Generatiegezin
= 3 generaties wonen samen
- Pleeggezin
= sociale ouders: zorgen voor een x-tijd voor een kind
- Adoptiegezin
= sociale / juridische ouders = niet biologische ouders
- Co-ouderschap
= Delen na de scheiding zorg en opvoeding van hun kind.
- Mee-oudergezin
= volwassenen met eigen gezin zorgt voor ouder
- Tienergezin
= minderjarige ouder deel de opvoeding van haar kind met haar ouders
- Woongroep
= Samenleven van een grotere groep volwassenen vb. studentenhuis
- Polygaamgezin
= Man samen met meerdere vrouwen. Biologische vader van kinderen met een verschillende
biologische moeder
- Begeleid wonen / kindertehuis
= gezinsvervangende constructie
8
DEEL 1: INLEIDING OP DE PEDAGOGIEK
Kinderen (geen) gewone mensen // Grootbrengen door klein houden // Modern westerse
opvoeding // Evoluties modern westers opvoedingsconcept // Pedagogische begrippen
DEEL 2: HET GEZIN ALS 1e OPVOEDINGSMILIEU
Concept gezin // Cultuurhistorische schets // Gezin vandaag // Belangrijkste gezinsdynamieken //
Interculturele pedagogiek // Mannen & opvoeding
DEEL 3: DE SCHOOL ALS 2e OPVOEDINGSMILIEU
Opvoeden & ontwikkelen // Schoolland // Geschiedenis basisschool // Krachtlijnen sterk
basisonderwijs // Ouderbetrokkenheid op school
DEEL 1: INLEIDING OP DE PEDAGOGIEK
Hoofdstuk 1 Kinderen (geen) gewone mensen
De stellingen van Aries
1960
Aries ontdekt 2stellingen over zijn ontdekking van het kind die ons dichterbij de verklaring van het
fenomeen school on onze moderne Westerse samenleving brengt.
- Eerste stelling: geen sprake van ‘het kind’
Tijdens de middeleeuwse samenleving was er weinig oog voor het kind. Dit maakt hij op van
Middeleeuwse portretten waarbij kinderen dezelfde kledij, job, gespreksonderwerpen,… als
volwassenen hadden.
De borelingen werd wel erkend, deze waren fysiek hulpeloos. Sterftecijfer lag hoger de pest
heerste enorm. Dus volwassen wouden zich niet teveel aan kinderen hechten.
Er was enorm veel kindermishandeling, kindermoord, geweld/dood/seksualiteit werd niet
verborgen voor kinderen gehouden. Oudere kinderen namen deel aan het volwassen leven,
vooral op de arbeidsmarkt. Er was geen sprake van een affectief milieu want beroep en
overdracht van het erfgoed stond centraal.
- Tweede stelling: ontdekking van ‘het kind’
17e E
Kind zijn wordt plots belangrijk en het wordt een aparte plaats toegewezen. Dat toont zich in
de affectieve houding van spelen en knuffelen. Kinderen worden als een plezier beschouwd,
ze merken op dat kinderen breekbaar zijn en beschermd dienen te worden.
1
, PSYCHOPEDAGOGIEK 2.1
Kinderen worden van de werkelijke buitenwereld afgeschermd, affectie stond meer dan
ooit centraal.
Ontstaan van typische gezinsproblemen:
o Uitgestelde volwassenheid (economisch vlak)
o Communicatiestoornis tussen de generaties
o Verborgen leed (mishandeling, ziekten,…)
In het gezin ontstond er een scheiding tussen de wereld van de volwassenen en die van de
kinderen.
Dit werd vervolledigd door de komst van de school. Deze instantie staat in
voor de disciplinering als beroepsopleiding voor kinderen. (orde, regelmaat,
hiërarchie, organisatie, classificatie)
Kritiek op stellingen Aries
- Eerste stelling:
Er was WEL sprake van liefde tussen kinderen en ouders.
Kindermoord bestond maar mag niet veralgemeend worden.
- Tweede stelling:
Er was niet plots DE ontdekking van het kind, maar een geleidelijke evolutie.
- Wat er ontbrak in de theorie van aries
De plaats en de functie van school. In de 17 e – 18e eeuw werden kinderen scholier ipv
arbeider. In die moderne samenleving stijgen de verwachtingen van een school want die
moet:
o Opvoedingsdoelen bevatten
o Opvoedingsmethoden groeiden
o Middel tot moralisatie
o Aanleren van burgerplichten en vaderlandsliefde
o Toekomst van de mensheid verzekeren
School kwam centraal te staan, het zwaartepunt van de opvoeding verlegt zich geleidelijk
van het gezin naar de school.
2
, PSYCHOPEDAGOGIEK 2.1
Hoofdstuk 2 Paradox – Grootbrengen door klein te houden
Lea Dasberg
Paradoxale in de opvoeding (tegenstrijdig met stelling van aries)
Willen kinderen grootbrengen door hun klein te houden.
1750 – 1945 evolutie naar kinder -en jeudland
Een kind moest een kind kunnen zijn, wou het kind opgroeien tot een goede volwassene. Het kind
moest bevrijd worden van fysieke en mentale lasten.
Het belang van het kind kwam centraal te staan, zoals spel, zorg, onmondigheid en
uitsluiting van de volwassenenwereld.
Paradoxale opvatting van Dasberg:
Nooit eerder was er voor kinderen zoveel plaats, volwassenen hebben het beeld van kinderen meer
dan ooit geïnfantiliseerd (= kinderlijk maken) en creëerden zo een kinderlijk beeld = beeld van
vertedering en bewondering.
WOII zorgt voor een scharniermoment. De volwassenwereld drong met al haar wreedheid in het
kinder -en jeugdland binnen. Het ondergaat een onvoorbereide klap, het afschermen bleek fictie en
fout te zijn geweest.
Er ontstaat een pedagogische inconsistentie = hebben niet meer het vermogen om de realiteit te
onderdrukken. Waardoor Dasberg niet langer spreekt over een geïnfantiliseerde jeugd maar een
gedesoriënteerde jeugd.
Net zoals aries vindt ook Dasberg dat er WEL sprake is van een plotse ommekeer in de
geschiedenis van het kind. Want deze paradox waarin de opvoeder het kind wil
grootbrengen doet dit door het kind klein te willen houden.
3
, PSYCHOPEDAGOGIEK 2.1
Hoofdstuk 3 Modern Westerse opvoeding
Van socialisatie naar opvoeding
Zowel aries als Dasberg zeggen dat in de premoderne Westerse samenleving het kind opgroeit in de
realiteit.
Bij het ontstaan van het kinder -en jeugdland (Dasberg) verandert de modern Westere
maatschappij. Met als de school als opvoedingsmilieu.
Kinder -en jeugdland is een buitenwerkelijke wereld, los van de volwassenwereld. Men voedt de
kinderen op: grootbrengen door kleinhouden.
Kern van het modern Wester pedagogisch denken
Volwassenen doen een pedagogisch aanbod
Aanbod is het ‘beste uit onze beschaving’
Aanbod met oog op de toekomst en eigen volwassenheid
Oog op verder kunnen en willen ontwikkelen
Opvoeden tussen gisteren en morgen / traditie en toekomst
Door de komst van anticonceptiva is de voortplanting sterk veranderd. Kinderen worden geboren als
volwassenen dat willen. Mensen willen volgens Mollenhauer zich voortplanten doordat
- De wens om zichzelf in anderen voort te zetten
- De leefomstandigheden aanvaardbaar zijn
- Overtuigd dat de geschiedenis van de mensheid moet worden voorgezet
Gerichtheid is op de toekomst en gehechtheid aan het verleden.
De modern pedagogische vraag waarom men een kinderen willen opvoeden:
o Wie geen toekomstbeeld heeft, voedt niet op maar gaat hoogstens met een
menslievende wijze met kinderen om.
4
, PSYCHOPEDAGOGIEK 2.1
Hoofdstuk 4 Evoluties in het modern Westers opvoedingsconcept
Postmodern waardenpluralisme
De dag van vandaag heerst er meer opvoedingsonzekerheid. Wat is de moete om kinderen door te
geven, hoe moeten we het doorgeven en waartoe moet dit leiden?
In de praktijk zal die onzekerheid er altijd al geweest zijn.
De postmoderne context komt in de plaats van de zekerheid van de moderne maatschappij.
Waardenpluraliteit is de meest verstandige houding als opvoeder = veelheidsleer. De
opvoeder werkt een aanbod uit op basis van de verschillende tradities en referentiekaders
EN luistert naar de vraag van het kind en de vraag van de samenleving
Want de nieuwe generatie is in staat om zichzelf te vormen en mee creatief vorm te geven
aan het samenleven.
BESLUIT:
Het modern Westers opvoedingsconcept staat onder druk op vlak van pedagogische relatie
en de invulling ervan.
De pedagogische relatie moet meer parallel verlopen, want steeds meer komt het kind zelf
in beeld dat zelf richting wil geven aan zijn opvoedingsproces. Ook de komst van de
kinderrechtenfilosofie is daarop gebaseerd.
Het kind geeft meer sturing aan de invulling van de pedagogische relatie. En kiest mee wat
waardevol is voor zijn toekomst. Wanneer ouders teveel sturen, heerst er protest. Wanneer
ze te weinig sturen, hebben ze moeite met structuur, ze hebben denkkaders nodig.
Hoofdstuk 5 Pedagogische begrippen
Führen en wachsen lassen
Een juf moet zich tijdens het opvoeden positioneren tussen het spanningsveld van Führen en
wachsen lassen.
FÜHREN
Met de nadruk op het leiden naar een waardevolle volwassen levenshouding
Je wil de kinderen strak leiding geven en alles zoveel mogelijk bepalen.
WACHSEN LASSEN
De levenshouding van kinderen groeit spontaan doorheen de ontwikkeling van het kind.
Je wil dat kinderen niet beïnvloed worden en dat alles vanzelf goed komt.
Er heerst een voortdurend heen en weer pendelen tussen deze 2 uitersten
Eigen visie op opvoeden
Iedereen handelt vanuit zijn eigen visie op opvoeden voor een groot deel bepaald door de opvoeding
die je zelf kreeg.
Er zijn richtvragen die je kunnen helpen hoe jij je als opvoeder ziet
- Wie voedt op? Ouders, LK, jeugdbeweging, grootouders,…
- Waartoe voedt men op? Zelfstandige mensen, sociale, kopieën van onszelf
- Waar voedt men op? Thuis, school, overal
- Wanneer? Doorheen omgang, bewust, onbewust
- Waarmee voedt en op? Waarden, regels, structuur,…
5
, PSYCHOPEDAGOGIEK 2.1
DEEL 2: HET GEZIN ALS 1e OPVOEDINGSMILIEU
Hoofdstuk 1 Concept gezin
Een gezin is een kleinere sociale eenheid op microniveau, met al dan niet verwante
personen die duurzame en affectieve banden met elkaar hebben en elkaar onderling steun
en verzorging verlenen.
Kenmerken van het hedendaagse gezin
- Kleine groep leden die in rechtstreeks contact met elkaar staan
- Besloten groep, buitenstaanders komen er niet zomaar in
- Relaties tussen de leden hebben een intiem karakter
- Staan affectief tov elkaar ipv rationeel
- Geven van emotionele geborgenheid, sociale steun, identiteit en overtuiging, attitudes,
waarden en normen
- Democratisch gezin, iedereen is gelijkwaardig en heeft inspraak
- Sterke wij-beleving, vaak superioriteitsgevoelens tegenover elkaar
- Omvat minder generaties en kinderen dan vroeger
- De eerste plaats waar opvoeding plaatsvindt
Gezinnen zijn een tijdsgebonden en cultureel gegeven dat een dynamisch proces is.
Het gezin veranderd voortdurend: een samenleving die steeds nieuwe eisen aan ouders en
kinderen stelt door factoren binnen als buiten het gezin.
Functies van het gezin
- Seksuele/biologische functie = voortplanting + lichamelijke verzorging
- Economische functie = verdienen en uitgeven
- Statusfunctie = het aanzien als gezin
- Affectieve functie = warmte, liefde, geborgenheid,…
- Pedagogische functie = opvoeding en socialisatie (waarden en normen)
- Recreatieve functie = vrije tijd en ontspanning
- Religieuze functie = al dan niet gelovig zijn
Fundamentele betekenis van het gezin
Het gezin is het belangrijkste opvoedingsmilieu van het kind. Leert alle gedragingen van zijn ouders.
Kind gaat incidenteel en intentioneel leren. Gedragingen worden bewust gestimuleerd. Het kind
sociaal vaardig te spelen in de richting van zijn cultuur.
6
, PSYCHOPEDAGOGIEK 2.1
Hoofdstuk 2 Cultuurhistorische schets van het gezin
Van uitgebreid gezin naar kerngezin
Uitgebreid gezin = in de pre-industriële EU samenleving
Het was vroeger vanzelfsprekend dat een gezin binnen zijn dorpskern werd opgenomen. Door
gebrek aan communicatiemiddelen werden zij sterk geïsoleerd. Toen heerste er buurmanschap want
er was sprake van een sterke sociale controle.
Deze gesloten dorpsgemeenschap bestond uit open gezinnen, met weinig contacten buiten het dorp
en veel contacten binnen het dorp.
Klassieke kerngezin ontstaat door de industrialisering. Door de modernisering van machines,
moesten vakmensen zich verplaatsen naar andere dorpen om bv. Een machine te gaan herstellen of
werd daar tewerkgesteld. Door deze mobiliteit van de mensen zowel op geografisch als sociaal vlak
is de huidige samenleving veel opener dan nu. Maar contacten met buitenstaanders zijn wel
oppervlakkiger geworden.
Het gezin is dus geslotener geworden en wil een eigen leven leiden zonder inmenging van familie of
buur = gezinsindividualisering of cocooning-trend = een mobiele eenheid
Er zijn 3 klassieke gezinstypes: patrimoniale, conjugale en postindustriële gezin. Ze zijn in de historie
ontstaan maar zijn in onze huidige samenleving nog steeds aanwezig.
Hoofdstuk 3 Het gezin vandaag
Vandaag
Vrouwen kiezen voor carrière, sprake van individualisering, een toenemende arbeidsdruk. Maar ‘het
gezin’ speelt nog steeds een centrale rol.
Doorsnee gezin is kleiner geworden:
- Daling van de vruchtbaarheid, individuele keuze op vlak van werk/financieel aspect, relaties
zijn minder duurzaam geworden.
Positieve ontwikkelingen:
- Gezinsrelaties zijn gelijkwaardiger geworden
- Emoties en betrokkenheid spelen een grotere rol
- Relatievormen zijn gebaseerd op een emotionele band
- Het gezin biedt een omgeving om kinderen groot te brengen
Norm is het tweekindsgezin
o Invloed op de maatschappij/persoonlijk aspect:
Vergrijzingsscenario:
Er gaan meer mensen op pensioen dan dat er mensen starten met gaan
werken
Persoonlijk:
De kinderen van kleinere gezinnen zouden minder sociaal vaardiger zijn.
Maar dat blijkt niet zo, hun contacten met anderen liggen nu vaker bij de
crèche of onthaalmoeder.
Opvallend fenomeen:
Kinderen krijgen meer aandacht en meer tijd van hun ouders dan vroeger
7
, PSYCHOPEDAGOGIEK 2.1
Gezinsvormen
Er is een grote verscheidenheid aan gezinsvormen maar er zijn meer overeenkomsten dan
verschillen.
- Traditioneel gezin
= man + vrouw = biologische ouders van hun kinderen
- Eenoudergezin
= man / vrouw = biologische ouder van het kind
- Nieuw samengesteld gezin
= man / vrouw = biologische ouder, brengt kind mee in nieuwe relatie
- Mikadogezin
= man / vrouw = biologische ouder, brengt kind mee in nieuwe relatie + andere partner heeft
ook eigen kinderen
- Homogezin/lesbogezin
= 2 mannen / 2 vrouwen = kinderen uit vorige heterorelatie OF adoptie, pleeggezin,
BOMmoeder
- Generatiegezin
= 3 generaties wonen samen
- Pleeggezin
= sociale ouders: zorgen voor een x-tijd voor een kind
- Adoptiegezin
= sociale / juridische ouders = niet biologische ouders
- Co-ouderschap
= Delen na de scheiding zorg en opvoeding van hun kind.
- Mee-oudergezin
= volwassenen met eigen gezin zorgt voor ouder
- Tienergezin
= minderjarige ouder deel de opvoeding van haar kind met haar ouders
- Woongroep
= Samenleven van een grotere groep volwassenen vb. studentenhuis
- Polygaamgezin
= Man samen met meerdere vrouwen. Biologische vader van kinderen met een verschillende
biologische moeder
- Begeleid wonen / kindertehuis
= gezinsvervangende constructie
8