1 . 1 Elektrische energie
energieomzetter: als de energie omgezet wordt van de ene soort in de andere. Als dat
in een apparaat gebeurt, wordt het een energieomzetter genoemd.
rendement: het nuttige / gewenste effect: gloeilamp = 5% licht & 95% warmte
→ rendement van een gloeilamp = 5%
vermogen: het vermogen van een apparaat geeft aan hoeveel energie het
apparaat per seconde gebruikt
watt: het symbool voor vermogen is P, de bijbehorende eenheid is watt
(W) → een lamp van 11W gebruikt elke seconde 11 J
kilowatt: voor grotere vermogens gebruik je de eenheid kilowatt (kW)
→ 1 kW = 1000 W, een oven van 2,5 kW gebruikt elke seconde 2500 J
kilowattuur: kilowattuur (kWh) is een eenheid voor energie die bij elektrische energie
wordt gebruikt
joule: de standaard eenheid voor energie is joule (J)
→ 1 kWh = 3 600 000 J
Een gloeilamp gebruik je voor licht, toch zet het gloeidraadje maar 5% van de elektrische energie om
in licht. De overige 95% wordt omgezet in warmte. Het rendement van een gloeilamp is dus 5%.
Een energielabel geeft aan hoe energiezuinig een apparaat is. Er zijn Label A t/m G, A is het meest
zuinig. A+ en A++ zijn nóg zuiniger.
Bij veel apparaten is het vermogen niet constant. Een wasmachine heeft een groot vermogen bij het
opwarmen, maar een veel kleiner vermogen bij het ronddraaien van de was.
Kilowattuur betekent niet kilowatt per uur, maar kilowatt keer uur.
Het energiegebruik van een apparaat wordt bepaald door 2 grootheden: het vermogen & hoelang
het apparaat heeft aangestaan.
, Aantekening:
energie E joule J kilowattuur kWh
1 kWh kost €0,23
vermogen P watt W kilowatt kW
P = 40 W (TL-buis) P = 0,040 kW
1 W = 1 J/s
energieomzetter: als de energie omgezet wordt van de ene soort in de andere. Als dat
in een apparaat gebeurt, wordt het een energieomzetter genoemd.
rendement: het nuttige / gewenste effect: gloeilamp = 5% licht & 95% warmte
→ rendement van een gloeilamp = 5%
vermogen: het vermogen van een apparaat geeft aan hoeveel energie het
apparaat per seconde gebruikt
watt: het symbool voor vermogen is P, de bijbehorende eenheid is watt
(W) → een lamp van 11W gebruikt elke seconde 11 J
kilowatt: voor grotere vermogens gebruik je de eenheid kilowatt (kW)
→ 1 kW = 1000 W, een oven van 2,5 kW gebruikt elke seconde 2500 J
kilowattuur: kilowattuur (kWh) is een eenheid voor energie die bij elektrische energie
wordt gebruikt
joule: de standaard eenheid voor energie is joule (J)
→ 1 kWh = 3 600 000 J
Een gloeilamp gebruik je voor licht, toch zet het gloeidraadje maar 5% van de elektrische energie om
in licht. De overige 95% wordt omgezet in warmte. Het rendement van een gloeilamp is dus 5%.
Een energielabel geeft aan hoe energiezuinig een apparaat is. Er zijn Label A t/m G, A is het meest
zuinig. A+ en A++ zijn nóg zuiniger.
Bij veel apparaten is het vermogen niet constant. Een wasmachine heeft een groot vermogen bij het
opwarmen, maar een veel kleiner vermogen bij het ronddraaien van de was.
Kilowattuur betekent niet kilowatt per uur, maar kilowatt keer uur.
Het energiegebruik van een apparaat wordt bepaald door 2 grootheden: het vermogen & hoelang
het apparaat heeft aangestaan.
, Aantekening:
energie E joule J kilowattuur kWh
1 kWh kost €0,23
vermogen P watt W kilowatt kW
P = 40 W (TL-buis) P = 0,040 kW
1 W = 1 J/s