Hoorcollege 9 Rechtspersonen
• art. 51 Sr
• natuurlijke personen en rechtspersonen
• feitelijk leiding geven of opdracht geven
• functioneel daderschap
• alle straffen en maatregelen opleggen voor zover mogelijk [geen
vrijheidsstraffen]
• rechtspersoon kan zich aan alle delicten schuldig maken; bij kwaliteitsdelict niet
[als het om de kwaliteit van rechter of burgemeester etc. gaat]
• reactie op toegenomen belang en invloed organisaties en bedrijven => grote rol en
invloed brengt verantwoordelijkheid mee
Functioneel daderschap
HR 23 februari 1954 Ijzerdraad-arrest
• eenmanszaak; eigenaar werd vervolgd & medewerker had wet overtreden
• tweetal criteria waaraan moet worden vastgesteld of iemand aansprakelijk kan
worden gesteld
• beschikkingscriterium = zeggenschap over wat er gebeurde? kon eigenaar
bewerkstelligen en verhinderen?
• aanvaardingscriterium = is de verboden gedraging door de ander, door de
eigenaar aanvaard?
Rechtspersoonlijkheid in strafrechtelijke zin
• art. 51 Sr => ruimer dan civielrechtelijk begrip van rechtspersoonlijkheid
• civielrechtelijk begrip is uitgangspunt, maar art. 51 lid 3 Sr voegt er nog een
aantal aan toe
• art. 51 lid 3 => eenmanszaak [vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid],
maatschap, rederij, doelvermogen
1
,• privaatrechtelijke rechtspersonen [art. 2:2 & art. 2:3 BW]
• publiekrechtelijke rechtspersonen [art. 2:1 BW staat, provincie, gemeente,
waterschap]
• in beginsel strafrechtelijk immuun
• tenzij Pikmeer-II situatie bij handelingen decentrale overheid => immuniteit van
een openbaar lichaam in de zin van hoofdstuk 7 Grondwet wordt slechts
aangenomen als de betreffende gedragingen naar haar aard en gelet op het
wettelijk systeem rechtens niet anders dan door bestuursfunctionarissen kunnen
worden verricht in het kader van de uitvoering van de aan het openbaar lichaam
opgedragen bestuurstaak, zodat uitgesloten is dat derden in zoverre op gelijke
voet als het openbaar lichaam aan het maatschappelijk verkeer deelnemen
Strafbaarheid van de rechtspersoon
A. Daderschap van de rechtspersoon => gedraging van natuurlijke persoon die al
dan niet aan de rechtspersoon kunnen worden toegerekend
B. Aansprakelijkheid van de rechtspersoon
A. Daderschap van de rechtspersoon
• functioneel daderschap
• vóór Drijfmest-arrest werd daderschap vooral aan de hand van de Ijzerdraad-
criteria getoetst (beschikkingscriterium & aanvaardingscriterium)
• sinds Drijfmest-arrest wordt daderschap vastgesteld aan de hand van de redelijke
toerekening, waarbinnen de Ijzerdraad-criteria betekenis kunnen hebben
Drijfmest-arrest
• eigenaar
• beheerder is rechtspersoon
• feitelijk beheerder
• HR zegt dat Hof na moet gaan wat de betekenis is van het beheren van
landbouwgrond en welke zorgplicht daaruit voortvloeit
2
, • vraag moet zijn of gedragingen in redelijkheid aan de rechtspersoon (beheerder)
kan worden toegerekend
Daderschap op grond van redelijke toerekening
• open criterium
• belangrijk oriëntatiepunt: vond de gedraging plaats ‘in de sfeer van de
rechtspersoon’?
• HR benoemt (niet limitatief) viertal relevante omstandigheden of een verboden
gedraging plaatsvindt in de sfeer van de rechtspersoon
• r.o. 3.4 Drijfmest-arrest
1. of de gedraging van de natuurlijke persoon die werkzaam was ten
behoeve van de rechtspersoon [hoeft geen dienstbetrekking te zijn] => ja,
dan een indicatie (niet doorslaggevend)
2. past de gedraging in de normale bedrijfsuitoefening van de rechtspersoon
=> ja, dan stevige aanwijzing (kan doorslaggevend zijn)
3. of de gedraging de rechtspersoon dienstig geweest [heeft rechtspersoon
winst gemaakt] (stevige indicatie maar niet doorslaggevend)
4. ijzerdraadcriteria => is sprake van beschikken en aanvaarden aan de kant
van de rechtspersoon?
• is de redelijkerwijs te vergen zorg ook betracht door de rechtspersoon,
dan kan dat leiden tot het aanvaardingscriterium => niet alles er aan
doen, maar redelijkerwijs
=> relevante aspecten voor de beoordeling van daderschap van de rechtspersoon
B. Aansprakelijkheid rechtspersoon
- aansprakelijkheid bij overtredingen is gegeven door het daderschap
- aansprakelijkheid vast te stellen bij misdrijven door:
• opzet/culpa af te leiden uit bepaald klimaat, beleid of feitelijke gang van zaken
[leiding is op de hoogte, maar wordt niets gedaan]; of
• opzet/culpa natuurlijke personen aan de rechtspersoon toe te rekenen
3