Hoofdstuk 17
Verstandelijke beperking en psychiatrie
Geschiedenis
- Niet meer 'gehandicapt of zwak inning' maar 'mensen met een verstandelijke beperking'
- De eerste zorg voor mensen met een psychische, lichamelijke of verstandelijke beperking
vanuit het christelijk geloof
- In 16/17e eeuw tuchthuizen (onaangepast gedrag)
- In 18e eeuw opvoedingsgestichten
- Na WOII opvang in instituten ver weg van de samenleving
- In jaren 70: normalisatie en integratie
Heden
- Alle psychiatrische aan doeningen komen voor bij mensen met een verstandelijk beperking
- Zorg voor deze categorie nog in de kinderschoenen
Herkennen van een verstandelijke beperking
- Bij licht verstandelijke beperking niet altijd duidelijk
- Vraag naar scholing en werk/carrière
- Luister goed naar taalgebruik
- Vraag naar sociale contacten en interesses
- Laat mensen wat sommetjes maken of iets opschrijven
- Houd rekening met sociaal wenselijk gedrag
Classificatie van verstandelijke beperking
- Gemiddeld IQ is 100 (zie tabel 17.1)
- Vroeger classificatie op IQ-score (< 85 en beperkingen op aanpassingsgedrag zoals bv
communicatie)
- DSM-5: geen IQ-scores meer maar:
a) Tekorten in de intellectuele functies als redeneren, abstract denken
b) Tekorten in aanpassingsgedrag (zoals persoonlijke onafhankelijkheid en sociale
verantwoordelijkheid)
, c) Deze tekorten zijn gedurende de ontwikkeling aanwezig
- Indeling: licht, matig, ernstig en zeer ernstig
Classificatie zwakbegaafdheid
- Tussen normaal begaafd en verstandelijk beperkt in
- In de DSM-5 een V-code (andere problemen die een reden van zorg kunnen zijn)
- Internationale term: borderline intellectual functioning
- Zwakbegaafdheid op zichzelf is geen stoornis maar wel een kwetsbaarheid
- Omdat DSM-5 IQ loslaat minder duidelijkheid over zwakbegaafdheid (zie tabel 17.1)
Diagnostiek van een verstandelijke beperking
- Intelligentietest bv de WISC (cognitieve vaardigheden bepalen hoeveel begeleiding iemand
nodig heeft)
- Mate van het sociale aanpassingsvermogen (bepaald door het sociaal-emotionele
ontwikkeling en praktische vaardigheden)
- Sociaal-emotionele ontwikkeling is hetzelfde maar verloopt trager en stagneert eerder
- Sociaal-emotionele ontwikkeling loopt niet altijd gelijk met het IQ
- Begeleiding wordt afgestemd op het niveau van sociaal-emotionele functioneren
Epidemiologie
- 1-3% heeft een verstandelijke beperking
- 10-15% is zwakbegaafd
- Mensen met een verstandelijke beperking hebben drie tot vier keer zoveel risico op het
ontwikkelen van een psychiatrische aandoening
- Oorzaak: complexe interactie tussen de verschillende (o.a. biologische en omgeving) factoren
- Autisme, psychose, PTSS, depressie komt vaker voor
- Mensen met een verstandelijke beperking en psychiatrische problematiek komen in reguliere
GGZ
Gedragsproblemen
- Vaak reden voor verwijzing naar GGZ
- Moeilijk verstaanbaar gedrag betere term
Verstandelijke beperking en psychiatrie
Geschiedenis
- Niet meer 'gehandicapt of zwak inning' maar 'mensen met een verstandelijke beperking'
- De eerste zorg voor mensen met een psychische, lichamelijke of verstandelijke beperking
vanuit het christelijk geloof
- In 16/17e eeuw tuchthuizen (onaangepast gedrag)
- In 18e eeuw opvoedingsgestichten
- Na WOII opvang in instituten ver weg van de samenleving
- In jaren 70: normalisatie en integratie
Heden
- Alle psychiatrische aan doeningen komen voor bij mensen met een verstandelijk beperking
- Zorg voor deze categorie nog in de kinderschoenen
Herkennen van een verstandelijke beperking
- Bij licht verstandelijke beperking niet altijd duidelijk
- Vraag naar scholing en werk/carrière
- Luister goed naar taalgebruik
- Vraag naar sociale contacten en interesses
- Laat mensen wat sommetjes maken of iets opschrijven
- Houd rekening met sociaal wenselijk gedrag
Classificatie van verstandelijke beperking
- Gemiddeld IQ is 100 (zie tabel 17.1)
- Vroeger classificatie op IQ-score (< 85 en beperkingen op aanpassingsgedrag zoals bv
communicatie)
- DSM-5: geen IQ-scores meer maar:
a) Tekorten in de intellectuele functies als redeneren, abstract denken
b) Tekorten in aanpassingsgedrag (zoals persoonlijke onafhankelijkheid en sociale
verantwoordelijkheid)
, c) Deze tekorten zijn gedurende de ontwikkeling aanwezig
- Indeling: licht, matig, ernstig en zeer ernstig
Classificatie zwakbegaafdheid
- Tussen normaal begaafd en verstandelijk beperkt in
- In de DSM-5 een V-code (andere problemen die een reden van zorg kunnen zijn)
- Internationale term: borderline intellectual functioning
- Zwakbegaafdheid op zichzelf is geen stoornis maar wel een kwetsbaarheid
- Omdat DSM-5 IQ loslaat minder duidelijkheid over zwakbegaafdheid (zie tabel 17.1)
Diagnostiek van een verstandelijke beperking
- Intelligentietest bv de WISC (cognitieve vaardigheden bepalen hoeveel begeleiding iemand
nodig heeft)
- Mate van het sociale aanpassingsvermogen (bepaald door het sociaal-emotionele
ontwikkeling en praktische vaardigheden)
- Sociaal-emotionele ontwikkeling is hetzelfde maar verloopt trager en stagneert eerder
- Sociaal-emotionele ontwikkeling loopt niet altijd gelijk met het IQ
- Begeleiding wordt afgestemd op het niveau van sociaal-emotionele functioneren
Epidemiologie
- 1-3% heeft een verstandelijke beperking
- 10-15% is zwakbegaafd
- Mensen met een verstandelijke beperking hebben drie tot vier keer zoveel risico op het
ontwikkelen van een psychiatrische aandoening
- Oorzaak: complexe interactie tussen de verschillende (o.a. biologische en omgeving) factoren
- Autisme, psychose, PTSS, depressie komt vaker voor
- Mensen met een verstandelijke beperking en psychiatrische problematiek komen in reguliere
GGZ
Gedragsproblemen
- Vaak reden voor verwijzing naar GGZ
- Moeilijk verstaanbaar gedrag betere term