Hoofdstuk 1 : paragraaf 1.1 tot en met 1.7
Hoofdstuk 2 : paragraaf 2.1 tot en met 2.7. (Coso lezen op hoofdlijnen)
Hoofdstuk 1: Organisatie, informatie en bestuurlijke
informatievoorziening
1.2 Bestuurlijke informatievoorziening in relatie met organisatie
en informatie
Bestuurlijke informatievoorziening omvat alle activiteiten met
betrekking tot het verzamelen, vastleggen en verwerken van gegevens,
gericht op het verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen,
het doen functioneren en het beheersen van een organisatie alsmede ten
behoeve van het afleggen van verantwoording.
In eerste instantie is het gericht op informatievoorziening en
informatiebehoefte. In tweede instantie is het gericht op het maken van
verantwoordingsinformatie.
BIV heeft betrekking op alle processen in een bedrijf, zoals inkoop,
verkopen, administratie, enzovoort. (Voorbeelden p. 16). Het gaat bij deze
processen in feite steeds weer om het antwoord op de volgende vragen;
- Wat voor informatie is nodig?
- Wie vervult welke taak?
- Welke werkwijze?
- Volgens welk tijdschema?
De afspraken hierover, worden vastgelegd in een handboek BIV. Zo is
voor iedereen duidelijk hoe bepaalde zaken geregeld zijn. De ISO-9000 is
voor veel ondernemers een ‘must’ geworden. Zo’n kwalificering geeft aan
dat een onderneming zijn bedrijfsprocessen schriftelijk heeft beschreven in
een Kwaliteitshandboek en ook daadwerkelijk op deze wijze werkt. Een
voordeel van een kwaliteitshandboek is dat nieuwe medewerkers sneller
kunnen worden ingewerkt.
1.3 Organisaties
Een onderneming begint met een strategie. Welke doelstellingen willen
we bereiken op de korte en lange termijn? Etc. Hieruit volgt een missie.
Een missie is een krachtige boodschap die niet onderhevig is aan
veranderingen. Het is waar de organisatie voor staat. Een visie is een
algemene voorstelling van de toekomst. Het geeft aan wat de
toekomstdroom is van de mensen in de organisatie.
Met een formele organisatie bedoelen we de schriftelijk vastgelegde
structuur van een organisatie. Bijvoorbeeld; de statuten,
procedurebeschrijvingen, taak- en functieomschrijvingen. Naast de
formele regels gelden in ieder bedrijf ongeschreven regels en wetten. Die
vormen de informele organisatie.
, De beslissingsbevoegdheid in een
organisatie kan centraal of decentraal
zijn geregeld. We noemen een kort aantal
factoren die van belang zijn voor de
centralisatie dan wel decentralisatie;
- de cultuur binnen de organisatie
- betrokkenheid van het personeel
- maatschappelijke ontwikkelingen
- kosten en baten
Het gevolg van decentralisatie is dat er meestal hogere kosten voor
hardware en software gemaakt moeten worden.
1.4 Informatievoorziening op verschillende niveaus
Informatievoorziening op strategisch niveau
Dit is de hoogste leiding. Informatie over de resultaten, ontwikkelingen
etc. vallen hier allemaal onder. Grotendeels interne informatie. Denk
hierbij aan winst- en verliesrekeningen, kostenanalyses, etc. Op het
strategisch niveau kan externe informatie erg belangrijk zijn. Denk
hierbij aan ontwikkelingen in de branche. Kenmerken van info op
strategisch gebied zijn;
- vaak kwalitatief van aard
- weinig gedetailleerd
- slecht gestructureerd
Informatievoorziening op tactisch niveau
Kenmerken van informatie op tactisch niveau;
- voorzienbaar
- vaste periodiciteit
- afkomstig uit het interne informatiesysteem
Informatievoorziening op operationeel niveau
Hierbij moeten er beslissingen worden genomen over de concrete
uitvoering. De informatie heeft vaak een routinematig karakter en is puur
uit interne bronnen afkomstig. Kenmerken;
- sterk voorzienbaar
- goed gestructureerd
- gedetailleerd
- actueel
De scope van informatie geeft aan: het gebied of bereik waarop de
informatie betrekking heeft. Op dit niveau
wordt ook veel gebruikgemaakt van
uitzonderingsrapportering. Dat wil
zeggen dat er voornamelijk aandacht
wordt geschonken aan de afwijkingen die
er gesignaleerd zijn. Hoe lager het niveau
van leidinggeven, des te smaller de scope
en des te groter de detaillering van de info.
1.5 Informatievoorzieningsprocessen