5-6-2021 Actua &
geschiedenis
Shayren Pavlović
Communicatiemanagement
PXL
,Ideologie: een samenhangende normen- en waardenstelsel m.b.t. mens en samenleving waaruit
politieke handelingen en ideeën voor de samenleving ontstaan.
Ideologieën (18e/19e eeuw) hangen samen met:
• Opkomst burgerij & groei politiek
• Politisering massa & publieke opinie politiek
• Politieke leiders voor beleid legitimeren
Ideologieën:
1. Liberalisme
2. Socialisme
3. Christelijke leerstelsel
4. Nationalisme
5. Fascisme
6. Nationaal-socialisme
Liberalisme
De Verlichting:
• De mens als redelijk wezen
• De vooruitgang
• Voor alle mensen geldende rechten
Verlichtingsdenkers:
• John Locke
(de mens heeft 3 natuurlijke rechten: vrijheid, leven en bezit. Individu beschermen. Contract
opstellen tussen de overheid en de burger, waarin de macht wordt overgedragen.)
• Montesquieu
(scheiding van wetgevende-, uitvoerende- en de rechterlijke macht, die voorheen de
monarch was)
• Rousseau
(vrijheid in harmonie met macht, heerschappij enkel op overeenkomst)
Amerikaanse revolutie:
• Revolutie tegen de Engelsen
• Eerste grondwet ter wereld: verzet je tegen tirannie (articles of confederation)
• Eerste definitieve grondwet: constitution
• Bill of rights, rechten van de individuele burger
Franse revolutie:
• Liberté, égalité, fraternité
• Op radicale manier de macht grijpen
, Progressieve stroming liberalisme:
• Afkeer van geweld
• Gekozen vertegenwoordiging
• Economische vrijheid
• Geschreven grondwet
• Proletariaat (arbeidersklasse) = marxisme & socialisme
Liberalisme Socialisme
Juridische politieke gelijkheid centraal Vrijheid ten koste van de zwakken, verdeling
nodig
Eigendom en bezit onderdeel van vrijheid Nadruk op gelijkheid, individuele vrijheid
ondergeschikt
Nadruk op vrijheid, staat moet vrijheid
beschermen
Neo-liberalisme focust zich meer op de economische rol van de overheid te verminderen en het
maximaliseren van de vrije markt
Socialisme
Wortels socialisme:
• Verlichting, mens als redelijk wezen
• Christelijke broederschap
• Franse revolutie (égalité): liberalen willen juridische gelijkheid, socialisten willen ook
economische en sociale gelijkheid
Communisme Anarchisme Saint-simonisme
Geweld gebruiken voor Geen opgelegd gezag Combi van verschillende
bezitsverhouding stromingen
Individuele vrijheid Wegens industrie zou de staat
nutteloos zijn
Vormen van samenwerking Elite van wetenschappers en
afgewezen ingenieurs
Ongelijkheid in inkomen is
toegestaan op basis van
prestaties
Marxisme: een vorm van communisme dat opkomt voor het proletariaat (arbeidersklasse), met als
doel gelijkheid in de samenleving voor iedereen.
Kapitalisme:
1. Kapitalisten
2. Proletariaat
geschiedenis
Shayren Pavlović
Communicatiemanagement
PXL
,Ideologie: een samenhangende normen- en waardenstelsel m.b.t. mens en samenleving waaruit
politieke handelingen en ideeën voor de samenleving ontstaan.
Ideologieën (18e/19e eeuw) hangen samen met:
• Opkomst burgerij & groei politiek
• Politisering massa & publieke opinie politiek
• Politieke leiders voor beleid legitimeren
Ideologieën:
1. Liberalisme
2. Socialisme
3. Christelijke leerstelsel
4. Nationalisme
5. Fascisme
6. Nationaal-socialisme
Liberalisme
De Verlichting:
• De mens als redelijk wezen
• De vooruitgang
• Voor alle mensen geldende rechten
Verlichtingsdenkers:
• John Locke
(de mens heeft 3 natuurlijke rechten: vrijheid, leven en bezit. Individu beschermen. Contract
opstellen tussen de overheid en de burger, waarin de macht wordt overgedragen.)
• Montesquieu
(scheiding van wetgevende-, uitvoerende- en de rechterlijke macht, die voorheen de
monarch was)
• Rousseau
(vrijheid in harmonie met macht, heerschappij enkel op overeenkomst)
Amerikaanse revolutie:
• Revolutie tegen de Engelsen
• Eerste grondwet ter wereld: verzet je tegen tirannie (articles of confederation)
• Eerste definitieve grondwet: constitution
• Bill of rights, rechten van de individuele burger
Franse revolutie:
• Liberté, égalité, fraternité
• Op radicale manier de macht grijpen
, Progressieve stroming liberalisme:
• Afkeer van geweld
• Gekozen vertegenwoordiging
• Economische vrijheid
• Geschreven grondwet
• Proletariaat (arbeidersklasse) = marxisme & socialisme
Liberalisme Socialisme
Juridische politieke gelijkheid centraal Vrijheid ten koste van de zwakken, verdeling
nodig
Eigendom en bezit onderdeel van vrijheid Nadruk op gelijkheid, individuele vrijheid
ondergeschikt
Nadruk op vrijheid, staat moet vrijheid
beschermen
Neo-liberalisme focust zich meer op de economische rol van de overheid te verminderen en het
maximaliseren van de vrije markt
Socialisme
Wortels socialisme:
• Verlichting, mens als redelijk wezen
• Christelijke broederschap
• Franse revolutie (égalité): liberalen willen juridische gelijkheid, socialisten willen ook
economische en sociale gelijkheid
Communisme Anarchisme Saint-simonisme
Geweld gebruiken voor Geen opgelegd gezag Combi van verschillende
bezitsverhouding stromingen
Individuele vrijheid Wegens industrie zou de staat
nutteloos zijn
Vormen van samenwerking Elite van wetenschappers en
afgewezen ingenieurs
Ongelijkheid in inkomen is
toegestaan op basis van
prestaties
Marxisme: een vorm van communisme dat opkomt voor het proletariaat (arbeidersklasse), met als
doel gelijkheid in de samenleving voor iedereen.
Kapitalisme:
1. Kapitalisten
2. Proletariaat