week 1 → vragen
Algemeen
1. Het lukt niet een diagnose te stellen. Er wordt medicatie voorgeschreven
waarvan de resultaten de waarschijnlijke diagnose zullen bevestigen of
uitsluiten. Hoe heet deze vorm van diagnostiek?
a. Diagnostiek ex iuvantibus
b. Sleepnetonderzoek
c. Tractusanamnese
2. Wanneer spreken we van acuut, subacuut en chronisch?
Buikpijn • Casus 1
3. Casus: pijn in de bovenbuik verplaatst naar rechtsonder, gebrek aan eetlust,
misselijk, overgeven, verhoging en peritoneale prikkeling. Wat is de meest
waarschijnlijke diagnose?
4. Welke organen bevinden zich in het rechterhypochondrium?
5. Welke organen bevinden zich in het linkerhypochondrium?
6. Welke organen bevinden zich in het hypogastrium?
7. Wat is de benaming voor pijnaanvallen met bewegingsdrang, en gaat vaak
gepaard met braken?
a. Drukpijn
b. Koliekpijn
c. Schudpijn
d. Slagpijn
8. Welke organen bevinden zich in de umbilicale regio?
9. Welk aanvullend onderzoek is aangewezen bij een verdenking op
appendicitis?
a. CT-scan
b. Echo
c. MRI-scan
d. X-thorax
KLO I → vragen → 1
,10. Welke groep geneesmiddelen vormt de eerste toediening tegen gastro-
oesofagale reflux?
a. Antacida
b. Protonpompremmers
11. Colitis veroorzaakt krampende buikpijn en diarree.
a. Juist
b. Onjuist
12. Casus: pijn in de bovenbuik, overgeven, buikkrampen, misselijk, koorts,
diarree, geen peritoneale prikkeling. Wat is de meest waarschijnlijke diagnose?
13. Welke organen bevinden zich in de linker lumbale regio?
14. Welke organen bevinden zich in de rechter iliacale regio?
15. Welke organen bevinden zich in de rechter lumbale regio?
16. Welke organen bevinden zich in de linker iliacale regio?
17. Welke organen bevinden zich in het epigastrium?
Keelpijn • Casus 2
18. Welke symptomen duiden op een acute tonsillitis?
19. Wat is de meest waarschijnlijke diagnose als de voorste én achterste
lymfeklieren opgezet zijn?
20. Wat is het gevaar van een keelontsteking?
21. Casus/LO: toenemende pijn bij het slikken, trismus, toenemende zwelling van
de halslymfeklieren en asymmetrie bij keelinspectie. Wat is de meest
waarschijnlijke diagnose?
22. Casus/LO: koorts, vergrote tonsillen, faryngitis en splenomegalie. Wat is de
meest waarschijnlijke diagnose?
23. Wat is de a-priorikans voor groep A-streptokokken bij een jongvolwassene
met koorts, geen hoest, exsudaat en pijnlijke voorste halslymfeklieren?
a. 15% – 30%
b. 50%
KLO I → vragen → 2
, 24. Wat zijn objectieve tekens van keelpijn?
25. Waarop duiden voorste gezwollen halslymfeklieren?
Duizeligheid • Casus 3
26. Welk lichamelijk onderzoek is aangewezen bij draaiduizeligheid?
27. Jongeren hebben vaker dan ouderen
a. orthostatische hypotensie
b. een vasovagale collaps
En andersom
28. Bij welke aandoening duren de aanvallen van duizeligheid urenlang?
a. BPPD
b. Ménière
c. Neuritis vestibularis
29. Welk lichamelijk onderzoek is geïndiceerd bij een patiënt die zich licht in het
hoofd voelt?
30.Wat is het beleid en beloop bij BPPD?
Pijn op de borst • Casus 4
31. Wat is typisch voor angina pectoris?
32. Bij het lichamelijke onderzoek naar aanleiding van pijn op de borst wordt
tijdens de inspectie alleen gekeken naar de thorax.
a. Juist
b. Onjuist
33.Wat wordt gepalpeerd bij het onderzoek naar pijn op de borst?
34.Wat wordt gepercuteerd bij het onderzoek naar pijn op de borst?
35. Wat wordt geausculteerd bij het onderzoek naar pijn op de borst?
36.Een toename waarvan in het bloed wijst op een longembolie?
a. D-dimeer
b. Myoglobine
c. Troponine
KLO I → vragen → 3
Algemeen
1. Het lukt niet een diagnose te stellen. Er wordt medicatie voorgeschreven
waarvan de resultaten de waarschijnlijke diagnose zullen bevestigen of
uitsluiten. Hoe heet deze vorm van diagnostiek?
a. Diagnostiek ex iuvantibus
b. Sleepnetonderzoek
c. Tractusanamnese
2. Wanneer spreken we van acuut, subacuut en chronisch?
Buikpijn • Casus 1
3. Casus: pijn in de bovenbuik verplaatst naar rechtsonder, gebrek aan eetlust,
misselijk, overgeven, verhoging en peritoneale prikkeling. Wat is de meest
waarschijnlijke diagnose?
4. Welke organen bevinden zich in het rechterhypochondrium?
5. Welke organen bevinden zich in het linkerhypochondrium?
6. Welke organen bevinden zich in het hypogastrium?
7. Wat is de benaming voor pijnaanvallen met bewegingsdrang, en gaat vaak
gepaard met braken?
a. Drukpijn
b. Koliekpijn
c. Schudpijn
d. Slagpijn
8. Welke organen bevinden zich in de umbilicale regio?
9. Welk aanvullend onderzoek is aangewezen bij een verdenking op
appendicitis?
a. CT-scan
b. Echo
c. MRI-scan
d. X-thorax
KLO I → vragen → 1
,10. Welke groep geneesmiddelen vormt de eerste toediening tegen gastro-
oesofagale reflux?
a. Antacida
b. Protonpompremmers
11. Colitis veroorzaakt krampende buikpijn en diarree.
a. Juist
b. Onjuist
12. Casus: pijn in de bovenbuik, overgeven, buikkrampen, misselijk, koorts,
diarree, geen peritoneale prikkeling. Wat is de meest waarschijnlijke diagnose?
13. Welke organen bevinden zich in de linker lumbale regio?
14. Welke organen bevinden zich in de rechter iliacale regio?
15. Welke organen bevinden zich in de rechter lumbale regio?
16. Welke organen bevinden zich in de linker iliacale regio?
17. Welke organen bevinden zich in het epigastrium?
Keelpijn • Casus 2
18. Welke symptomen duiden op een acute tonsillitis?
19. Wat is de meest waarschijnlijke diagnose als de voorste én achterste
lymfeklieren opgezet zijn?
20. Wat is het gevaar van een keelontsteking?
21. Casus/LO: toenemende pijn bij het slikken, trismus, toenemende zwelling van
de halslymfeklieren en asymmetrie bij keelinspectie. Wat is de meest
waarschijnlijke diagnose?
22. Casus/LO: koorts, vergrote tonsillen, faryngitis en splenomegalie. Wat is de
meest waarschijnlijke diagnose?
23. Wat is de a-priorikans voor groep A-streptokokken bij een jongvolwassene
met koorts, geen hoest, exsudaat en pijnlijke voorste halslymfeklieren?
a. 15% – 30%
b. 50%
KLO I → vragen → 2
, 24. Wat zijn objectieve tekens van keelpijn?
25. Waarop duiden voorste gezwollen halslymfeklieren?
Duizeligheid • Casus 3
26. Welk lichamelijk onderzoek is aangewezen bij draaiduizeligheid?
27. Jongeren hebben vaker dan ouderen
a. orthostatische hypotensie
b. een vasovagale collaps
En andersom
28. Bij welke aandoening duren de aanvallen van duizeligheid urenlang?
a. BPPD
b. Ménière
c. Neuritis vestibularis
29. Welk lichamelijk onderzoek is geïndiceerd bij een patiënt die zich licht in het
hoofd voelt?
30.Wat is het beleid en beloop bij BPPD?
Pijn op de borst • Casus 4
31. Wat is typisch voor angina pectoris?
32. Bij het lichamelijke onderzoek naar aanleiding van pijn op de borst wordt
tijdens de inspectie alleen gekeken naar de thorax.
a. Juist
b. Onjuist
33.Wat wordt gepalpeerd bij het onderzoek naar pijn op de borst?
34.Wat wordt gepercuteerd bij het onderzoek naar pijn op de borst?
35. Wat wordt geausculteerd bij het onderzoek naar pijn op de borst?
36.Een toename waarvan in het bloed wijst op een longembolie?
a. D-dimeer
b. Myoglobine
c. Troponine
KLO I → vragen → 3