Inspanningsfysiologie • Werkgroep 8
1. Bij korte inspanning zijn endocriene veranderingen minder van belang dan
sympathische activatie.
a. Juist
b. Onjuist
2. Hoelang is het anaerobe systemen werkzaam tijdens duurinspanning?
3. Hoeveel glucose bevat het lichaam ongeveer?
a. 0.5 g/kg
b. 15 g/kg
c. 150 g/kg
d. 300 g/kg
4. Hoe kan vermoeidheid ontstaan?
5. Kan je een suikerdrankje het best voor of tijdens een marathon drinken?
Inspanningsfysiologie onder bijzondere omstandigheden • Interactief college 5
6. Als diastolische bloeddrukdruk daalt, stijgt de bloedstroom door
kransslagaders.
a. Juist
b. Onjuist
7. Wat is de maximale glucose-inname tijdens inspanning?
8. Door welke hormonen wordt de glucosehomeostase beïnvloed?
9. Als GLUT4 niet naar het membraan beweegt, spreken we van
a. Diabetes mellitus I
b. Diabetes mellitus II
R&I → week 5 → vragen → 1
, 10. Welk hormoon daalt tijdens duurinspanning?
a. Adrenaline
b. Glucagon
c. Insuline
d. Noradrenaline
11. Wat zijn de symptomen van een hypoglykemie?
12. Hoeveel beweging heeft een volwassene per week nodig?
R&I → week 5 → vragen → 2