Inleiding regulatie en integratie • Hoorcollege 1
1. Wat is een voorbeeld van een open regelsysteem?
2. Wat is een voorbeeld van positieve feedback?
3. In welk onderdeel van een regelsysteem is een fout fataal?
⬜ Effector
⬜ Sensor
⬜ Referentiewaarde
4. De referentiewaarde (R) en gemeten waarde (S) zijn altijd gelijk.
a. Juist
b. Onjuist
5. Een herseninfarct en de Cheyne-Stokes-ademhaling zijn beide voorbeelden
van disregulatie.
a. Juist
b. Onjuist
6. Welke stelling(en) is of zijn juist?
⬜ Er zijn relatief weinig transmitters en veel hormonen
⬜ Het AZS reageert trager dan het hormonaal systeem
⬜ Het hormonaal systeem is weefselspecifiek
⬜ Signaaltransport is in het AZS vooral elektrisch
7. Neuronen en endocriene cellen genereren beide elektrische potentialen.
a. Juist
b. Onjuist
8. Welk systeem heeft een inhiberend effect?
a. Orthosympatisch
b. Parasympatisch
R&I → week 1 → vragen → 1
,9. Welk deel van de bijnier geeft catecholaminen als adrenaline af?
a. Cortex
b. Medulla
10. Welke receptor bevindt zich pre-ganglionair?
a. M1
b. N2
c. α2
d. β1
11. Welke receptoren reageren sterker op adrenaline dan op noradrenaline?
⬜ α1
⬜ α2
⬜ β1
⬜ β2
⬜ β3
12. Noem een voorbeeld van de 3 categorieën hormonen.
13. Alleen de vrije fractie hormonen is actief.
a. Juist
b. Onjuist
14. Hormonen op intracellulaire receptoren hebben sneller effect dan op
membraanreceptoren.
a. Juist
b. Onjuist
15. Hoe vindt voortgeleiding van hormonen van de hypothalamus naar de
hypofyse plaats?
R&I → week 1 → vragen → 2
,Autonoom zenuwstelsel • Werkgroep 1
16. Wat wordt geïnnerveerd door het enterisch zenuwstelsel?
⬜ Bloedvaten
⬜ Gladde spieren
⬜ Klieren
17. Welke plexus bevindt zich in de muscularis propria?
a. Plexus van Auerbach
b. Plexus van Meissner
18. De plexussen van het enterisch zenuwstelsel bevinden zich alleen in de dunne
en dikke darm.
a. Juist
b. Onjuist
19. Welke sfincter van de urethra is somatisch geïnnerveerd?
a. Interne
b. Externe
c. Beide
d. Geen
20.Via welk mechanisme wordt de hartfrequentie verhoogd bij sympatische
stimulatie?
21. Via welke zenuwen worden prikkels geregistreerd door baroreceptoren
voortgeleid?
22. Zweetklieren zorgen voor vasoconstrictie door bradykinine.
a. Juist
b. Onjuist
23.Waar in de bijnier wordt cortisol gemaakt?
a. Merg
b. Schors
24.Wat is een verschil tussen het zenuwstelsel en de bijnieren?
a. Activator
b. Oorsprong
c. Product
d. Snelheid
R&I → week 1 → vragen → 3
, Thermoregulatie • Interactief college 1
25. Wat is de basis van lichaamswarmte?
26.Is lichaamswarmte overal hetzelfde?
27. Waar in het lichaam bevinden zich de belangrijkste groepen thermosensoren?
28.De kerntemperatuur is altijd gelijk.
a. Juist
b. Onjuist
29.Welk gedeelte van de hypothalamus regelt warmteproductie?
a. Anterior
b. Posterior
30.Welk gedeelte van de hypothalamus vormt het schakelstation naar de
hersenstam?
a. Anterior
b. Posterior
31. Van welke sensoren zal de vuurfrequentie toenemen als de temperatuur daalt?
a. Koudesensoren
b. Warmtesensoren
32.Toename van vuurfrequentie van koudesensoren vindt alleen plaats bij ↓ van
de omgevingstemperatuur.
a. Juist
b. Onjuist
33. Bij uitval van de area preoptica ontstaat het risico op:
a. Hyperthermie
b. Hypothermie
34. Informatie uit perifere thermosensoren ascendeert in het ruggenmerg via
de tractus spinothalamicus alléén naar de hypothalamus.
a. Juist
b. Onjuist
35.Op welke wijze kan het lichaam warmte afgeven?
36.Hoe hangt het setpoint van zweten af van de buitentemperatuur?
R&I → week 1 → vragen → 4