100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Other

Antwoorden Hoofdstuk 2 Sport en verkeer Newton 4 havo Vierde Druk, Eerste oplage, 2012

Rating
4.6
(5)
Sold
12
Pages
23
Uploaded on
29-10-2014
Written in
2011/2012

Newton 4 havo Vierde druk Eerste oplage 2012

Level
Course










Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Secondary school
Level
Course
School year
4

Document information

Uploaded on
October 29, 2014
File latest updated on
January 10, 2017
Number of pages
23
Written in
2011/2012
Type
Other
Person
Unknown

Subjects

Content preview

2 Sport en verkeer Figuur 1
Bewegingen | Havo



Uitwerkingen basisboek
2.1 INTRODUCTIE

1 [W] Wat merk je zelf van krachten?

2 [W] Wat doen krachten?

3 [W] Spelen met krachten

4 [W] Experiment: Autootje op een helling

5 Waar of niet waar?
a Niet waar: de standaardeenheid van snelheid is m/s.
b Niet waar: Bij een constante snelheid is de nettokracht nul.
c Waar
d Waar
e Waar

6
a
Traject 1: 101 km in 8 uur is 12,6 km/h
Traject 2: 90 km in 8 uur is 11,3 km/h
Traject 3: 33 km in 3 uur is 11 km/h
De gemiddelde snelheid is het grootst op het eerste traject.
b Traject 1:12,6/3,6 = 3,5 m/s
Traject 2: 11,3/3,6 = 3,1 m/s
Traject 3: 11/3,6 = 3,1 m/s
c Een hardloper loopt ongeveer 10 km/h, een fietser rijdt ongeveer 20 km/h. Een
hardloper zal dit niet zo lang vol kunnen houden, een fietser wel.

7
௦ ଵହ
a ‫ = ݐ‬௩ = ଶସ = 0,625 h = 37,5 min
௦ ଵହ
b ‫ = ݐ‬௩ = ଶ଼ = 0,83 h = 50 min
௦ ଶ∙ଵହ
c ‫ݒ‬௚௘௠ = = = 20,6 km/h
௧ ଴,଺ଶହା଴,଼ଷ
d Over de terugweg doet hij langer. Dat weegt daardoor zwaarder mee waardoor de
gemiddelde snelheid iets lager uitkomt dan het gemiddelde van 18 en 24 (21 km/h).

8 [W] Voorkennistest

9 [W] Extra opgaven




© ThiemeMeulenhoff bv Pagina 1 van 23

,2.2 KRACHT VERANDERT SNELHEID

10 [W] Tijdrit op de maan

11 [W] Experiment: Luchtkussenbaan

12 Waar of niet waar?
a Waar
b Niet waar: Bij een vertraagde beweging is de voorwaartse kracht kleiner dan de
tegenwerkende kracht.
c Niet waar: Is de nettokracht nul, dan staat het voorwerp stil, of heeft het een
constante snelheid.
d Niet waar: Is de nettokracht klein, dan wordt de snelheid langzaam groter
e Niet waar: Er hoeft geen grote kracht op je te werken om met grote snelheid te
reizen.

13
a Bij een constante nettokracht in de bewegingsrichting wordt de snelheid steeds
groter. Dit noemen we een versnelde beweging.
b Bij een constante nettokracht tegen de bewegingsrichting in wordt de snelheid
steeds kleiner. Dit noemen we een vertraagde beweging.
c Ja, behalve als de tegenwerkende kracht niet constant is, zoals bijvoorbeeld als je
van het asfalt het zand in rijdt of bij een windvlaag.

14
,
a 54,8 km⁄h = ,
= 15,2 m⁄s De tijd van de laatste ronde is:
 
= =  ,
= 26,3 s. De eindtijd is dus 10,1 + 26,3 = 36,4 s
b Direct na de start versnelt de schaatser het meest. Dan is de nettokracht het grootst.
c De kracht is het grootst als de snelheid het grootst is. Dat is niet vlak voor de finish
maar na ongeveer 20 s.

15
a Bij foto B zijn de afstanden tussen de voorwerpen overal gelijk. Daar is de snelheid
constant.
b Om de snelheid te bepalen meet je de afstand tussen de eerste en de laatste
afbeelding van het voorwerp, en deel je deze afstand door de tijd die verstreken is
tussen het maken van de eerste en de laatste flits.
c In deze situatie is de nettokracht nul. De wrijvingskracht is alleen nul als er ook geen
voorwaartse kracht op het voorwerp wordt uitgeoefend.
d De nettokracht werkt hier naar rechts, want naar rechts neemt de snelheid steeds
meer toe. Dat zie je aan de afstand tussen de voorwerpen, die steeds groter wordt.
e Het voorwerp beweegt naar rechts, dus de beweging is versneld.
f Als de snelheid gelijkmatig toeneemt dan moet de afstand tussen twee flitsen
gelijkmatig groter worden.
16
a A: De snelheid neemt gelijkmatig toe, dus een versnelde beweging.
B: De snelheid is constant, dus een eenparige beweging.
C: De beweging begint versneld, en wordt daarna eenparig.
D: Deze beweging begint al met een bepaalde snelheid, waarna het voorwerp


© ThiemeMeulenhoff bv Pagina 2 van 23

, versnelt.
b In grafiek B blijft de snelheid constant, en is dus de nettokracht steeds nul.
c In grafiek A en C neemt de snelheid gelijkmatig toe, dat zie je aan de rechte lijn die
schuin omhoog gaat. Hier is de nettokracht constant, maar niet nul.
d Bij diagram A hoort beweging 2: de fiets begint met een snelheid nul (de plaatjes
zitten dicht op elkaar) en de snelheid neemt gelijkmatig toe (de plaatjes gaan steeds
verder uit elkaar).
Bij diagram B hoort beweging 1: de afstanden tussen de plaatjes blijven gelijk, dit
duidt op een eenparige beweging.
Bij diagram C hoort beweging 4: de fiets begint met snelheid nul (de plaatjes zitten
dicht op elkaar) en heeft op het eind een constante snelheid (de afstanden tussen
de plaatjes zijn daar gelijk)
Bij diagram D hoort beweging 3: de fiets heeft in het begin al een snelheid (de
plaatjes zitten verder uit elkaar dan bij 2) en die snelheid neemt steeds meer toe (de
plaatjes gaan steeds verder uit elkaar.
e Bij beweging 2 en 3.

17 -

18
a Snelheid v en tijd t.
b Ja, let dan wel goed op bij het aflezen van de waarden en reken ze om indien nodig.
c Als de nettokracht nul is, dan loopt de lijn in het v,t-diagram horizontaal.
d Als de snelheid gelijkmatig verandert, dan is de lijn een rechte lijn die schuin
omhoog of omlaag loopt.
e Als er een versnelling is, dan gaat loopt lijn in het v,t-diagram schuin omhoog. Als er
een vertraging is, dan loopt de lijn schuin naar beneden.
f Als de snelheid gelijkmatig verandert, is de gemiddelde snelheid gelijk aan het
gemiddelde van het begin- en de eindsnelheid.
g Bij een v,t-diagram is de oppervlakte onder de grafiek gelijk aan de verplaatsing.

19 [W] Experiment: Sjoelcurling

20
a Eigen antwoord.
b Afstand: s in meter (m) of in kilometer (km)
Snelheid: v in meter per seconde (m/s) of in kilometer per uur (km/h)
Gemiddelde snelheid: vgem in meter per seconde (m/s) of in kilometer per uur (km/h)
c
=
∙  en
!" =
/

21
a Als de auto optrekt wordt de tegenwerkende luchtweerstand steeds groter. Hierdoor
wordt de nettokracht steeds kleiner, waardoor de helling van de lijn steeds minder
steil wordt.
b Aan het einde van de beweging is de snelheid constant geworden. De
tegenwerkende krach is dan net zo groot als de voorwaartse kracht.
c Als je een rechte lijn trekt van begin naar eindpunt, dan loopt die lijn onder de
kromme. De gemiddelde snelheid is dus hoger dan het gemiddelde van de begin- en
de eindsnelheid.
22


© ThiemeMeulenhoff bv Pagina 3 van 23
$3.75
Get access to the full document:
Purchased by 12 students

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached


Also available in package deal

Reviews from verified buyers

Showing all 5 reviews
6 year ago

7 year ago

8 year ago

8 year ago

8 year ago

4.6

5 reviews

5
3
4
2
3
0
2
0
1
0
Trustworthy reviews on Stuvia

All reviews are made by real Stuvia users after verified purchases.

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
tim687 Hogeschool Rotterdam
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
221
Member since
11 year
Number of followers
173
Documents
1
Last sold
1 month ago
Officiële middelbare school uitwerkingen!

4.3

84 reviews

5
41
4
33
3
4
2
2
1
4

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions