Maatschappelijk bewegingsveld
Sport en zijn doelgroepen:
Bewegingscultuur: omvat alle bewegingen die de mens op vrijwillige basis
beoefent met het oog op het zich goed bevinden. Bv. Afrikaanse dans
Spelen: vrije keuze dat niet kan worden opgelegd. Kan geen deel uitmaken van
dagdagelijkse verplichtingen. In een spel kan men zich inleven en de realiteit
loslaten. Het verloopt binnen een bepaalde tijd en ruimte, is geordend volgens
regels en ontwikkelt gemeenschapsbanden. Spelen doet men niet om iets te
verdienen. Verloopt gestructureerd en er is sociaal contact.
sportwedstrijdspelen gezien als spel omwille van de interacties en de
onvoorspelbare afloop.
bv. gezelschapsspelen
Wedstrijdspelen: strijd van 2 of meer personen om uit te maken wie op een
bepaald gebied het sterkste is en om eventueel een prijs te behalen. Bv.
verspringen
zero-sum games: verliezer en winnaar
Bewegingsspelen: spelen waar het spelproces niet berust op een
wedstrijdelement, maar wel op de motorische actie en interactie van de spelers.
Bv. zwemmen voor plezier
non-zero-sun games: geen verliezers, alleen winnaars = coöperatieve spelen
Lichaamsoefeningen: oefenvormen met als doel het onderhouden, ontwikkelen of
herstellen van de fysieke eigenschappen. Gesloten, voorspelbaar, niet afhankelijk
van onvoorziene omstandigheden.
bv. Yoga
Gesloten bewegingssituaties: vaardigheden worden oefenmatig aangeleerd.
Speelse oefenvormen: combinatie tussen spel- en oefenvormen binnen
bewegingsactiviteiten.
: het ene begrip omvat het andere
: begrippen hebben geen gemeenschappelijke
inhoud
: begrippen overlappen elkaar
1
,Maatschappelijk bewegingsveld
Bijvoorbeeld: conceptueel kader sport:
Homo Movens:
2
,Maatschappelijk bewegingsveld
Definiëren van sport
Volgens het Strategisch plan voor Sportend Vlaanderen: Sport: vergelijkbare
activiteiten waarin het bereiken van het doel een belangrijke rol speelt en die
met een zekere regelmaat en in een specifiek organisatorisch verband, door 1 of
meer personen worden verricht. Het gaat ook om een gezondheid bevorderende
activiteiten (lichamelijke ontwikkeling stimuleren zonder dat de mentale of
sociale weerbaarheid aangetast word).
- recreatief sporten is ook sporten
- doorwegen op sportbeleid: deze visie bepaald erkenning en subsidiëring van de
sportfederaties
Volgens de Vlaamse Sportfederatie: Sport: fysieke activiteiten met een
gereglementeerde organisatorische en met een cardiovasculair of trainingseffect
die een persoon in gezonde milieuvriendelijke en ethische omstandigheden
3
, Maatschappelijk bewegingsveld
verricht.
hierop ontwikkelt het Vlaamse Sportbeleid een sporttakkenlijst die als basis
dient om voor subsidies in aanmerking te komen.
Volgens de GAISF: Sport: moet element van competitie bevatten, is niet
gebaseerd op toeval/geluk, is niet schadelijk voor eender welke vorm van leven,
is niet afhankelijk van het materiaal van 1 leverancier en behoudt geen
buitensporig risico voor de gezondheid/veiligheid van de deelnemers.
Vroegere visie van Nederland en Duitsland op sport (jaren 80):
NSF: Nederlands sportfederatie: enkel nog van sport spreken indien het gaat om
het bewegend bezig zijn en het leveren van prestaties in objectieve zin.
Activiteiten die mensen ondernemen voor andere motieven – zoals sociaal
contact, gezondheid – en waarbij de twee noodzakelijke motieven bijna geen rol
spelen, rekenen ze dan niet meer tot sport.
Er kan alleen van sportbeoefening worden gesproken wanneer:
1) de activiteit georganiseerd is door een organisatie met
rechtspersoonlijkheid (sportvereniging, lokale overheid)
2) de activiteit zo’n 25-50 keer per jaar beoefend wordt. Elke week 1x een
wedstrijd en 1x trainen
→ door deze regels worden activiteiten zoals 10km lopen, fitnessen, fietsen met
vrienden uitgesloten als sport.
DSB: Duitse sportbond: wanneer een beweging voor een bepaalde activiteit niet
vormend is, dan komt die activiteit niet in aanmerking als sport.
Bewegingshandelingen worden met sportkarakter onderscheiden van
bewegingen uit het dagelijkse leven door te stellen dat sportieve
bewegingshandelingen een doel in zichzelf hebben. Een bewegingshandeling zou
pas sport genoemd mogen worden wanneer het prestatiegericht is.
→ door deze regels worden activiteiten zoals trektochten, bergbeklimmen,
ritmische gymnastiek uitgesloten als sport.
Wikipedia (sport-spel-wedstrijd):
Sport: Sporten zijn meestal activiteiten gebaseerd op lichamelijke beweging,
gebruikmakend van kenmerken als kracht, snelheid, behendigheid en
denkvermogen. Aantal kenmerken:
- vastgelegd aantal regels
- competitieaspect
- beoefend voor het plezier van de deelnemers en/of de toeschouwers, of
omwille van het aanzien van een land, stad of club
- bestaat uit een fysieke of mentale activiteit, uitgevoerd individueel of in
teamverband, met of zonder tegenspelers om van te winnen, of om een doel
te bereiken, of om gezondheidsredenen
4
Sport en zijn doelgroepen:
Bewegingscultuur: omvat alle bewegingen die de mens op vrijwillige basis
beoefent met het oog op het zich goed bevinden. Bv. Afrikaanse dans
Spelen: vrije keuze dat niet kan worden opgelegd. Kan geen deel uitmaken van
dagdagelijkse verplichtingen. In een spel kan men zich inleven en de realiteit
loslaten. Het verloopt binnen een bepaalde tijd en ruimte, is geordend volgens
regels en ontwikkelt gemeenschapsbanden. Spelen doet men niet om iets te
verdienen. Verloopt gestructureerd en er is sociaal contact.
sportwedstrijdspelen gezien als spel omwille van de interacties en de
onvoorspelbare afloop.
bv. gezelschapsspelen
Wedstrijdspelen: strijd van 2 of meer personen om uit te maken wie op een
bepaald gebied het sterkste is en om eventueel een prijs te behalen. Bv.
verspringen
zero-sum games: verliezer en winnaar
Bewegingsspelen: spelen waar het spelproces niet berust op een
wedstrijdelement, maar wel op de motorische actie en interactie van de spelers.
Bv. zwemmen voor plezier
non-zero-sun games: geen verliezers, alleen winnaars = coöperatieve spelen
Lichaamsoefeningen: oefenvormen met als doel het onderhouden, ontwikkelen of
herstellen van de fysieke eigenschappen. Gesloten, voorspelbaar, niet afhankelijk
van onvoorziene omstandigheden.
bv. Yoga
Gesloten bewegingssituaties: vaardigheden worden oefenmatig aangeleerd.
Speelse oefenvormen: combinatie tussen spel- en oefenvormen binnen
bewegingsactiviteiten.
: het ene begrip omvat het andere
: begrippen hebben geen gemeenschappelijke
inhoud
: begrippen overlappen elkaar
1
,Maatschappelijk bewegingsveld
Bijvoorbeeld: conceptueel kader sport:
Homo Movens:
2
,Maatschappelijk bewegingsveld
Definiëren van sport
Volgens het Strategisch plan voor Sportend Vlaanderen: Sport: vergelijkbare
activiteiten waarin het bereiken van het doel een belangrijke rol speelt en die
met een zekere regelmaat en in een specifiek organisatorisch verband, door 1 of
meer personen worden verricht. Het gaat ook om een gezondheid bevorderende
activiteiten (lichamelijke ontwikkeling stimuleren zonder dat de mentale of
sociale weerbaarheid aangetast word).
- recreatief sporten is ook sporten
- doorwegen op sportbeleid: deze visie bepaald erkenning en subsidiëring van de
sportfederaties
Volgens de Vlaamse Sportfederatie: Sport: fysieke activiteiten met een
gereglementeerde organisatorische en met een cardiovasculair of trainingseffect
die een persoon in gezonde milieuvriendelijke en ethische omstandigheden
3
, Maatschappelijk bewegingsveld
verricht.
hierop ontwikkelt het Vlaamse Sportbeleid een sporttakkenlijst die als basis
dient om voor subsidies in aanmerking te komen.
Volgens de GAISF: Sport: moet element van competitie bevatten, is niet
gebaseerd op toeval/geluk, is niet schadelijk voor eender welke vorm van leven,
is niet afhankelijk van het materiaal van 1 leverancier en behoudt geen
buitensporig risico voor de gezondheid/veiligheid van de deelnemers.
Vroegere visie van Nederland en Duitsland op sport (jaren 80):
NSF: Nederlands sportfederatie: enkel nog van sport spreken indien het gaat om
het bewegend bezig zijn en het leveren van prestaties in objectieve zin.
Activiteiten die mensen ondernemen voor andere motieven – zoals sociaal
contact, gezondheid – en waarbij de twee noodzakelijke motieven bijna geen rol
spelen, rekenen ze dan niet meer tot sport.
Er kan alleen van sportbeoefening worden gesproken wanneer:
1) de activiteit georganiseerd is door een organisatie met
rechtspersoonlijkheid (sportvereniging, lokale overheid)
2) de activiteit zo’n 25-50 keer per jaar beoefend wordt. Elke week 1x een
wedstrijd en 1x trainen
→ door deze regels worden activiteiten zoals 10km lopen, fitnessen, fietsen met
vrienden uitgesloten als sport.
DSB: Duitse sportbond: wanneer een beweging voor een bepaalde activiteit niet
vormend is, dan komt die activiteit niet in aanmerking als sport.
Bewegingshandelingen worden met sportkarakter onderscheiden van
bewegingen uit het dagelijkse leven door te stellen dat sportieve
bewegingshandelingen een doel in zichzelf hebben. Een bewegingshandeling zou
pas sport genoemd mogen worden wanneer het prestatiegericht is.
→ door deze regels worden activiteiten zoals trektochten, bergbeklimmen,
ritmische gymnastiek uitgesloten als sport.
Wikipedia (sport-spel-wedstrijd):
Sport: Sporten zijn meestal activiteiten gebaseerd op lichamelijke beweging,
gebruikmakend van kenmerken als kracht, snelheid, behendigheid en
denkvermogen. Aantal kenmerken:
- vastgelegd aantal regels
- competitieaspect
- beoefend voor het plezier van de deelnemers en/of de toeschouwers, of
omwille van het aanzien van een land, stad of club
- bestaat uit een fysieke of mentale activiteit, uitgevoerd individueel of in
teamverband, met of zonder tegenspelers om van te winnen, of om een doel
te bereiken, of om gezondheidsredenen
4
