Samenvatting economie
1.1 Produceren
De Nederlandse beroepsbevolking bestaat uit 8.9 miljoen personen.
Marktsector/particuliere sector= Produceert goederen en diensten met de
bedoeling om winst te maken.
Collectieve sector= De overheid, onderwijs en de gezondheidszorg horen bij deze
sector en hun leveren producten zonder het doel om winst te maken.
De productie van ons land wordt in 4 sectors verdeeld
1. Primaire sector. (Ze zorgen voor grondstoffen die nodig zijn om een product
te produceren. Die producten komen uit de natuur (Landbouw, visserij)
2. Secundaire sector. (Ze zorgen dat de grondstoffen verder verwerkt worden.
Zoals Metselaar, automecanicien, elektricien)
3. Tertiaire sector. (Ze zorgen ervoor dat het eindproduct verkocht wordt aan
de consument. Zoals Vervoer, horeca, schoonmaak)
4. Quartaire sector. (Deze bedrijven streven geen winst na zoals Zorg,
onderwijs, overheid)
De drie productiefactoren
1. Arbeid. (Arbeid gebeurt door de mensen die ingeschakeld zijn bij de productie
2. Natuur. (Bij natuur wordt gebruik gemaakt van bijv. grond, water, lucht enz.)
3. Kapitaalgoederen. (Middelen zoals gebouwen, machines en gereedschap,
voorraden en transportmiddel. Het gaat om de middelen waarmee een bedrijf
kan produceren.)
, ✓1.2 De schoenenwinkel
Afzet: Weten hoeveel en wanneer een product verkocht is
Omzet: De totale opbrengst van het verkopen van een dag, maand of jaar.
Inkoopwaarde van de verkopen: bedrag dat de winkelier betaalt voor de verkochte
producten.
Brutowinst: Het verschil tussen de omzet en de inkoopwaarde
Het btw-percentage kan 21, 6 of 0% zijn. Op medische diensten, exportgoederen zit
bijv. 0% btw.
Omzet
Inkoop-
Bruto
Overige bedrijfskosten-
Netto
1.1 Produceren
De Nederlandse beroepsbevolking bestaat uit 8.9 miljoen personen.
Marktsector/particuliere sector= Produceert goederen en diensten met de
bedoeling om winst te maken.
Collectieve sector= De overheid, onderwijs en de gezondheidszorg horen bij deze
sector en hun leveren producten zonder het doel om winst te maken.
De productie van ons land wordt in 4 sectors verdeeld
1. Primaire sector. (Ze zorgen voor grondstoffen die nodig zijn om een product
te produceren. Die producten komen uit de natuur (Landbouw, visserij)
2. Secundaire sector. (Ze zorgen dat de grondstoffen verder verwerkt worden.
Zoals Metselaar, automecanicien, elektricien)
3. Tertiaire sector. (Ze zorgen ervoor dat het eindproduct verkocht wordt aan
de consument. Zoals Vervoer, horeca, schoonmaak)
4. Quartaire sector. (Deze bedrijven streven geen winst na zoals Zorg,
onderwijs, overheid)
De drie productiefactoren
1. Arbeid. (Arbeid gebeurt door de mensen die ingeschakeld zijn bij de productie
2. Natuur. (Bij natuur wordt gebruik gemaakt van bijv. grond, water, lucht enz.)
3. Kapitaalgoederen. (Middelen zoals gebouwen, machines en gereedschap,
voorraden en transportmiddel. Het gaat om de middelen waarmee een bedrijf
kan produceren.)
, ✓1.2 De schoenenwinkel
Afzet: Weten hoeveel en wanneer een product verkocht is
Omzet: De totale opbrengst van het verkopen van een dag, maand of jaar.
Inkoopwaarde van de verkopen: bedrag dat de winkelier betaalt voor de verkochte
producten.
Brutowinst: Het verschil tussen de omzet en de inkoopwaarde
Het btw-percentage kan 21, 6 of 0% zijn. Op medische diensten, exportgoederen zit
bijv. 0% btw.
Omzet
Inkoop-
Bruto
Overige bedrijfskosten-
Netto