Hoofdstuk 7 ‘De wereld in de tijd van pruiken en revoluties’.
Paragraaf 7.1 ‘de verlichting’.
Wetenschappelijke ontdekkingen in 17e eeuw leidden tot groot optimisme over mogelijkheden om
met verstand alles te begrijpen en verbeteren – geleerden ontwikkelden op allerlei maatschappelijke
terreinen nieuwe, vaak revolutionaire ideeën.
1776 – Schotse filosoof Adam Smith publiceert boek over economie – 1000 pagina’s – The Wealth of
Nations – volgens Smith streven mensen altijd eigen voordeel na -> volkomen natuurlijk, rationeel
gedrag – als iedereen op verstandige manier hun eigen belang nastreven is dat voor iedereen het
beste – eigenbelang is onzichtbare hand die steeds meer welvaart brengt.
Gebeurt volgens Smith via wet van vraag en aanbod – als vraag naar product het aanbod overtreft
stijgt de prijs, ondernemers gestimuleerd om meer te maken – zodra aanbod de vraag overtreft daalt
de prijs of kwaliteit omhoog, om de verkoop aan de gang te houden – overheid moet zich niet
bemoeien met handel en nijverheid – mechanisme van vraag een aanbod werkt dan niet meer –
iedereen moet vrijheid hebben om rationeel het eigen belang na te jagen = Laisser faire.
Rationeel denken + vrijheid leid tot een betere wereld = typerend voor de verlichting in de tijd van
pruiken en revoluties.
Verlichting volgde op wetenschappelijke revolutie (17e eeuw) – door experimenten, onderzoek en
logisch denken veel ontdekkingen gedaan – leidde tot groot optimisme over mogelijkheid om met
verstand alles te begrijpen en wereld te verbeteren. 18e eeuw – alles onderwerp van onderzoek, niet
alleen natuur maar ook godsdienst, politiek, sociale verhoudingen en economie. Verlicht denken –
maakt volgens aanhangers van verlichting eind aan duistere tijd van onwetendheid, intolerantie,
geloofsfanatisme en onredelijke verschillen tussen mensen – overtuigd dat kennis en rede superieur
waren aan traditie en geloof – rationalisme leidde tot vooruitgang – volgens verlichte denkers was
vrijheid een voorwaarde voor vooruitgang – Duitse filosoof Immanuel Kant vond dat er te weinig
vrijheid was – schreef: ‘Nu hoor je ook van alle kanten roepen: denk niet na! De officier zegt: denk
niet na, marcheer! De belastingontvanger zegt: denk niet na, betaal! De geestelijke zegt: denk niet
na, geloof! Overal wordt vrijheid beknot.’ – volgens Kant moesten mensen mondig worden en
verstand gaan gebruiken – ‘Durf te denken!’
De verlichting begon aan eind van 17e eeuw in Engeland en Nederland – ontstond in verhouding veel
vrijheid – konden boeken gedrukt die in bijv. Frankrijk verboden waren – in loop van 18e eeuw Parijs
het centrum – Frans was de voertaal van ontwikkelde mensen in de hele westerse wereld + Parijs de
intellectuele wereldstad – van daaruit bereikte verlichte denkbeelden de intellectuele elite in heel
Europa – hoogtepunt van verlichting was de Encyclopédie, werkten aanhangers van verlichting vanaf
1751 in Parijs aan – wilden mensheid gelukkiger maken door onwetendheid te bestrijden en kennis
uit hele wereld bijeen te brengen een door te geven – stopten in 1772 met project, encyclopédie
bestond uit 28 delen met bijna 72 000 artikelen over de meest uiteenlopende onderwerpen –
ongekende hoeveelheid feitelijke informatie + tal van kritische artikelen over kerk, politiek en
maatschappelijke verhoudingen (beschreven door bekende verlichte schrijvers).
Een van opvallendste kenmerken van verlichting – kritiek op godsdienstige fanatisme en intolerantie
– bekendste bestrijder: Voltaire – eindigde al zijn brieven met écrazez l’infame (verpletter het
schandelijke) – doelde op bijgeloof en intolerantie die Rooms-katholieke kerk volgens hem
verbreidde – Voltaire geen atheïst, maar deïst = God wel de wereld gemaakt, maar grijpt niet meer in
– alles sinds schepping verloopt volgens vaste, logische natuurwetten – door onderzoek kan de mens
daar inzicht in krijgen.
, Verlichte denkers – nieuwe politieke ideeën – Engelse filosoof John Locke zei dat koningen en
regeringen hun macht niet hebben ontvangen van God, maar van de burgers – hebben deel van hun
rechten aan de overheid overgedragen, zodat overheid kan zorgen voor veiligheid en conflicten kan
oplossen – taak van overheid om natuurlijke rechten van burgers te beschermen – recht op leven,
vrijheid en bezit behoorden tot die mensenrechten – overheid volgens Locke niet boven de wet,
moet net als iedere burger zich eraan houden – burgers mochten regering en vorst vervangen als die
niet meer hun instemming had.
Volgens Franse edelman Montesqieu onstond er gemakkelijk machtsmisbruik als 1 persoon alle
macht had – in zijn boek De l’esprit des lois (over de geest van de wetten) legde hij uit dat de
wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht van elkaar gescheiden moesten worden – volgens
zijn driemachtenleer moest her parlement wetten vaststellen, regering de wetten uitvoeren en
onafhankelijke rechters controleren – Montesqieu was geen democraat – vond het Britse stelsel, dat
mengeling was van monarchie, aristocratie en democratie het beste – in Groot-Brittannië bezat
koning beperkte macht en had de adel invloed via het Hogerhuis en het volk via het Lagerhuis.
Franse filosoof Jean-Jacques Rousseau – werkte begrip volkssoevereiniteit uit – Regeringen moesten
‘de algemene wil’ uitvoeren – niet hetzelfde als de wil van de meerderheid – in een democratie droeg
het volk zijn soevereiniteit over aan een volksvergadering – de besluiten van de volksvergadering was
‘de algemene wil’.
Rousseau – zoon van eenvoudige ambachtsman uit Genève – vertrok naar Frankrijk en werd gevierd
schrijver – voelde zich nooit op zijn gemak in Parijse salons – wees de verfijnde aristocratie
gedragsregels en voorrechten + andere verschillen die niet op prestaties gebaseerd waren af – volgen
Rousseau was de mens van nature goed – onnatuurlijke sociale verhoudingen bedierven de goedheid
die van nature in ieder mens zit – mens had ooit vrij en zonder bezit rondgezworven in de natuur,
waren toen gelukkig – buiten Europa volgens Rousseau nog steeds ‘edele wilden’ die zo leefden – in
Europa vrijheid en gelijkheid verloren toen eigendom ontstond – kreeg slechte eigenschappen zoals
hebzucht – sociale en politieke hervormingen en een andere, natuurlijke opvoeding konden veel
verbeteren – veel ander verlichte schrijvers + Rousseau dachten dat de samenleving verbeterd kon
waren, en ‘maakbaar’ was.
Kenmerkend aspect: rationeel optimisme en toepassing van verlicht denken.
Paragraaf 7.1 ‘de verlichting’.
Wetenschappelijke ontdekkingen in 17e eeuw leidden tot groot optimisme over mogelijkheden om
met verstand alles te begrijpen en verbeteren – geleerden ontwikkelden op allerlei maatschappelijke
terreinen nieuwe, vaak revolutionaire ideeën.
1776 – Schotse filosoof Adam Smith publiceert boek over economie – 1000 pagina’s – The Wealth of
Nations – volgens Smith streven mensen altijd eigen voordeel na -> volkomen natuurlijk, rationeel
gedrag – als iedereen op verstandige manier hun eigen belang nastreven is dat voor iedereen het
beste – eigenbelang is onzichtbare hand die steeds meer welvaart brengt.
Gebeurt volgens Smith via wet van vraag en aanbod – als vraag naar product het aanbod overtreft
stijgt de prijs, ondernemers gestimuleerd om meer te maken – zodra aanbod de vraag overtreft daalt
de prijs of kwaliteit omhoog, om de verkoop aan de gang te houden – overheid moet zich niet
bemoeien met handel en nijverheid – mechanisme van vraag een aanbod werkt dan niet meer –
iedereen moet vrijheid hebben om rationeel het eigen belang na te jagen = Laisser faire.
Rationeel denken + vrijheid leid tot een betere wereld = typerend voor de verlichting in de tijd van
pruiken en revoluties.
Verlichting volgde op wetenschappelijke revolutie (17e eeuw) – door experimenten, onderzoek en
logisch denken veel ontdekkingen gedaan – leidde tot groot optimisme over mogelijkheid om met
verstand alles te begrijpen en wereld te verbeteren. 18e eeuw – alles onderwerp van onderzoek, niet
alleen natuur maar ook godsdienst, politiek, sociale verhoudingen en economie. Verlicht denken –
maakt volgens aanhangers van verlichting eind aan duistere tijd van onwetendheid, intolerantie,
geloofsfanatisme en onredelijke verschillen tussen mensen – overtuigd dat kennis en rede superieur
waren aan traditie en geloof – rationalisme leidde tot vooruitgang – volgens verlichte denkers was
vrijheid een voorwaarde voor vooruitgang – Duitse filosoof Immanuel Kant vond dat er te weinig
vrijheid was – schreef: ‘Nu hoor je ook van alle kanten roepen: denk niet na! De officier zegt: denk
niet na, marcheer! De belastingontvanger zegt: denk niet na, betaal! De geestelijke zegt: denk niet
na, geloof! Overal wordt vrijheid beknot.’ – volgens Kant moesten mensen mondig worden en
verstand gaan gebruiken – ‘Durf te denken!’
De verlichting begon aan eind van 17e eeuw in Engeland en Nederland – ontstond in verhouding veel
vrijheid – konden boeken gedrukt die in bijv. Frankrijk verboden waren – in loop van 18e eeuw Parijs
het centrum – Frans was de voertaal van ontwikkelde mensen in de hele westerse wereld + Parijs de
intellectuele wereldstad – van daaruit bereikte verlichte denkbeelden de intellectuele elite in heel
Europa – hoogtepunt van verlichting was de Encyclopédie, werkten aanhangers van verlichting vanaf
1751 in Parijs aan – wilden mensheid gelukkiger maken door onwetendheid te bestrijden en kennis
uit hele wereld bijeen te brengen een door te geven – stopten in 1772 met project, encyclopédie
bestond uit 28 delen met bijna 72 000 artikelen over de meest uiteenlopende onderwerpen –
ongekende hoeveelheid feitelijke informatie + tal van kritische artikelen over kerk, politiek en
maatschappelijke verhoudingen (beschreven door bekende verlichte schrijvers).
Een van opvallendste kenmerken van verlichting – kritiek op godsdienstige fanatisme en intolerantie
– bekendste bestrijder: Voltaire – eindigde al zijn brieven met écrazez l’infame (verpletter het
schandelijke) – doelde op bijgeloof en intolerantie die Rooms-katholieke kerk volgens hem
verbreidde – Voltaire geen atheïst, maar deïst = God wel de wereld gemaakt, maar grijpt niet meer in
– alles sinds schepping verloopt volgens vaste, logische natuurwetten – door onderzoek kan de mens
daar inzicht in krijgen.
, Verlichte denkers – nieuwe politieke ideeën – Engelse filosoof John Locke zei dat koningen en
regeringen hun macht niet hebben ontvangen van God, maar van de burgers – hebben deel van hun
rechten aan de overheid overgedragen, zodat overheid kan zorgen voor veiligheid en conflicten kan
oplossen – taak van overheid om natuurlijke rechten van burgers te beschermen – recht op leven,
vrijheid en bezit behoorden tot die mensenrechten – overheid volgens Locke niet boven de wet,
moet net als iedere burger zich eraan houden – burgers mochten regering en vorst vervangen als die
niet meer hun instemming had.
Volgens Franse edelman Montesqieu onstond er gemakkelijk machtsmisbruik als 1 persoon alle
macht had – in zijn boek De l’esprit des lois (over de geest van de wetten) legde hij uit dat de
wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht van elkaar gescheiden moesten worden – volgens
zijn driemachtenleer moest her parlement wetten vaststellen, regering de wetten uitvoeren en
onafhankelijke rechters controleren – Montesqieu was geen democraat – vond het Britse stelsel, dat
mengeling was van monarchie, aristocratie en democratie het beste – in Groot-Brittannië bezat
koning beperkte macht en had de adel invloed via het Hogerhuis en het volk via het Lagerhuis.
Franse filosoof Jean-Jacques Rousseau – werkte begrip volkssoevereiniteit uit – Regeringen moesten
‘de algemene wil’ uitvoeren – niet hetzelfde als de wil van de meerderheid – in een democratie droeg
het volk zijn soevereiniteit over aan een volksvergadering – de besluiten van de volksvergadering was
‘de algemene wil’.
Rousseau – zoon van eenvoudige ambachtsman uit Genève – vertrok naar Frankrijk en werd gevierd
schrijver – voelde zich nooit op zijn gemak in Parijse salons – wees de verfijnde aristocratie
gedragsregels en voorrechten + andere verschillen die niet op prestaties gebaseerd waren af – volgen
Rousseau was de mens van nature goed – onnatuurlijke sociale verhoudingen bedierven de goedheid
die van nature in ieder mens zit – mens had ooit vrij en zonder bezit rondgezworven in de natuur,
waren toen gelukkig – buiten Europa volgens Rousseau nog steeds ‘edele wilden’ die zo leefden – in
Europa vrijheid en gelijkheid verloren toen eigendom ontstond – kreeg slechte eigenschappen zoals
hebzucht – sociale en politieke hervormingen en een andere, natuurlijke opvoeding konden veel
verbeteren – veel ander verlichte schrijvers + Rousseau dachten dat de samenleving verbeterd kon
waren, en ‘maakbaar’ was.
Kenmerkend aspect: rationeel optimisme en toepassing van verlicht denken.