Nederlandse geschiedenis hoorcolleges:
Inhoud
Nederlandse geschiedenis hoorcolleges:............................................................................................1
Inleiding:.............................................................................................................................................2
Praktische zaken:................................................................................................................................4
Synopsis:.............................................................................................................................................5
Vragen:...............................................................................................................................................5
Hoorcollege 2:....................................................................................................................................7
Hoorcollege 3:..................................................................................................................................13
Vragen hoorcollege:.........................................................................................................................15
Hoorcollege 4:..................................................................................................................................20
Vragen hoorcollege:.........................................................................................................................21
Hoorcollege 4 deel 2:........................................................................................................................24
Vragen studenten aan docent:.........................................................................................................26
Hoorcollege 5:..................................................................................................................................28
Hoorcollege 6:..................................................................................................................................32
Hoorcollege 7, de zilveren eeuw:.....................................................................................................36
Hoorcollege 8:..................................................................................................................................42
Hoorcollege 9:..................................................................................................................................45
Hoorcollege 10:................................................................................................................................49
Hoorcollege 11:................................................................................................................................55
Hoorcollege 12:................................................................................................................................58
Hoorcollege 13:................................................................................................................................60
Hoorcollege 14:................................................................................................................................63
,Het vak wijkt een beetje af, aangezien er geen werkcolleges zijn. En
natuurlijk geheel online.
Het college van vandaag bevat:
- Een korte toelichting over waar Nederlandse geschiedenis over gaat
- Een korte toelichting over het programma, tips, etc.
- Synopsis over de stof en clips
- Vragen?
Het is vooral een college wat gericht is op het verduidelijken van het een
en ander.
Ongetwijfeld weten de meesten het meeste wel over de Nederlandse
geschiedenis. Van strips, tot canon van Nederland en schooltijdvakken.
Wat is de Nederlandse identiteit? Wanneer ben je Nederlands? Wat moet
iemand over zijn of haar lands geschiedenis weten?
Het is van belang dat we de geschiedenis nog eens voorgeschoteld
krijgen.
Inleiding:
In de vroeg moderne tijd werd er al geschiedenis geschreven. Maar zoals
we het nu kennen gebeurde pas in de 19de eeuw. Robert Fruin (1823-
1899). Dit is een liberale historicus die nationale geschiedenis schrijven.
Hij is de grondlegger van de wetenschappelijke geschiedschrijving in
Nederland.
In 1860 werd de eerste leerstoel instelling gemaakt. ‘vaderlandse
geschiedenis’ aan de universiteit in Leiden.
Belangrijke historici bin de vooroorlogse periode:
- Henri Pirenne
- Pieter Geyl
- Johan Huizinga
- Jan en Annie Romein
We zien dat staatsvorming gekoppeld was met geschiedenis. Zo werd er
door Henri nadruk gelegd over de Belgische staat. Pieter Geyl daarentegen
schrijft dat Vlaanderen en gedeeltes van Duitsland ook tot Nederland
behoren en ook in de vaderlandse geschiedenis moet. Huizniga zag de
,gouden eeuw als een typisch Nederlands iets. Ook hij was op zoek naar
iets eigens/ typisch Nederlands. Tot slot het Romein koppen. Dit waren
Marxistische historici. Toch gaan ze op zoek naar het ‘algemeen menselijk
patroon’. Volgens hun was er in Nederland een aantal uitzonderingen op
het algemene. Alle geschiedkundigen van voor de 2de wereld oorlog
maakten de eigen geschiedenis rooskleuriger dan dat het was. Hier kwam
later veel kritiek op. Inmiddels is de link tussen staatsvorming en
geschiedschrijving veel kleiner geworden.
Het is al eens geprobeerd de Nederlandse geschiedenis samen te vatten.
Dit was; de algemene geschiedenis der Nederlanden (ook België).
Inmiddels is er in 1977-1983 een nieuwe geschreven. Uiteindelijk zijn
mensen sinds 2004 bezig met een nieuwe versie. Hier wordt Vlaanderen
wel als een aparte staat gezien. Maar de boeken zijn nog steeds niet klaar.
Veel films en series betogen iets verkeerd. Bijvoorbeeld ’80 jaar opstand,
de geboorte van Nederland’. Nederland bestond daar voor al en werd niet
opeens uit het niets bedacht. Nederland had ook geen oorlog, maar
opstand. En zelfs na de opstand kon Nederland nog bij Duitsland of België
horen. Misschien met compromis zelfs weer bij Spanje. Niemand zag het
als het begin van een 80 jarige oorlog.
De Indonesische revolutie komt pas sinds kort aan het licht. Zo werd er
vroeger nog geschreven dat het was uitgelokt.
Nederland was altijd al een belangrijk gedeelte. Nederlandse geschiedenis
is geknoopt met wereldgeschiedenis en visa versa. Men moet kijken hoe
ontwikkelingen verweven zijn met bredere mondiale processen.
Als we kijken naar de recente literatuur zien we een aantal belangrijke
factoren die belang zijn bij de vorming voor de Nederlandse geschiedenis.
Wat is er eigen aan de Nederlandse geschiedenis?
- Landschap (waterbeheersing); verstedelijking (burgerlijke (politieke)
cultuur); instituties (poldermodel)
- Kennedy: aanpassingsvermogen (ook in mondiale context) en
relatieve stabiliteit (consensus en overleg)
Het is een land dat actief bezig is geweest op het wereldtoneel. Ook een
bekend, Nederlands concept is de grote decentralisatie. Bijna nooit een
gecentraliseerd bestuur gehad.
Waarom Nederlandse geschiedenis?
We moeten goed begrijpen dat het vakgebied Nederlandse geschiedenis is
gevorm tijdens staatsvorming. Wat historici voornamelijk doen is het…
, - Samenhang tussen geschiedenis, natievorming en identiteiten
- Territoriale grenzen zijn relatief: Noordelijke en Zuidelijke
Nederlanden, Caribisch Nederland > geen theologische blik (het lag
niet van te voren vast en het ging niet vanaf het begin een bepaalde
richting op ging)
- Traditionele thema’s: de Opstand, republiek, Verlichting,
industrialisatie, verzuiling, wo2, verzorgingsstaat, protestante natie
(gereformeerd?)
- Historici ‘onvaderlandslievende lieden’?
- De middeleeuwse geschiedenis van de Lage Landen
Historici krijgen al 10 aar lang kritiek. Dit omdat historici te veel de nadruk
legden op de negatieve punten/ zwarte bladzijdes. Hier moet je rekening
mee houden. Denk aan de discussie over slavernijverleden, hoe we tegen
de VOC aankijken en de standbeelden in de protestantse beeld. Historici
moeten kritische historische vaardigheden hebben. Je moet zoeken naar
een balans.
Tot na de 2de wereldoorlog was er bijna geen aandacht gegeven aan de
middeleeuwse geschiedenis van Nederland. Het was toen immers
katholiek. Maar ook de Romeinse Nederland en de tijden daarvoor is
moeilijk. Het is moeilijk te zien wat de precieze grenzen zijn. Daarom
wordt er veel gepraat over de Lage Landen. Dat is een ruimer geografisch
perspectief. De term ‘Nederlanden’ dateert uit de 15de eeuw. De term
‘België’ pas in de 19de eeuw.
Dit hoorcollege zal online komen als clip 1 op Nestor.
Praktische zaken:
Geen werkcollege, maar 2 hoorcolleges. In dit vak moet de stof zelfstandig
bestudeerd te worden. Er zijn 4 tijdvakken en 1 thema die besproken
worden tijdens de hoorcolleges. Namelijk: tot de 15de eeuw, daarna de
republiek, dan onder de Franse tijd, dan recente geschiedenis en tot slot
economische geschiedenis. 5 docenten maar altijd hetzelfde handboek.
De oude hoorcolleges worden in clips gegeven. Niet ideaal, maar beste
oplossing. In plaats van werkcolleges dus responsiecolleges. De
hoorcollege docent zal een korte synopsis geven over de stof. Daarna zal
de docent een aantal vragen geven en tot slot vragen beantwoorden.
Bestudeer voorafgaand aan de colleges de voorgeschreven clips en
handboekstof.
De toets wordt vaak niet zo goed gemaakt. Het wordt vaak onderschat. Er
is veel meer, en veel ingewikkeldere stof dan dat mensen denken.
Wat zijn de leerdoelen?
Inhoud
Nederlandse geschiedenis hoorcolleges:............................................................................................1
Inleiding:.............................................................................................................................................2
Praktische zaken:................................................................................................................................4
Synopsis:.............................................................................................................................................5
Vragen:...............................................................................................................................................5
Hoorcollege 2:....................................................................................................................................7
Hoorcollege 3:..................................................................................................................................13
Vragen hoorcollege:.........................................................................................................................15
Hoorcollege 4:..................................................................................................................................20
Vragen hoorcollege:.........................................................................................................................21
Hoorcollege 4 deel 2:........................................................................................................................24
Vragen studenten aan docent:.........................................................................................................26
Hoorcollege 5:..................................................................................................................................28
Hoorcollege 6:..................................................................................................................................32
Hoorcollege 7, de zilveren eeuw:.....................................................................................................36
Hoorcollege 8:..................................................................................................................................42
Hoorcollege 9:..................................................................................................................................45
Hoorcollege 10:................................................................................................................................49
Hoorcollege 11:................................................................................................................................55
Hoorcollege 12:................................................................................................................................58
Hoorcollege 13:................................................................................................................................60
Hoorcollege 14:................................................................................................................................63
,Het vak wijkt een beetje af, aangezien er geen werkcolleges zijn. En
natuurlijk geheel online.
Het college van vandaag bevat:
- Een korte toelichting over waar Nederlandse geschiedenis over gaat
- Een korte toelichting over het programma, tips, etc.
- Synopsis over de stof en clips
- Vragen?
Het is vooral een college wat gericht is op het verduidelijken van het een
en ander.
Ongetwijfeld weten de meesten het meeste wel over de Nederlandse
geschiedenis. Van strips, tot canon van Nederland en schooltijdvakken.
Wat is de Nederlandse identiteit? Wanneer ben je Nederlands? Wat moet
iemand over zijn of haar lands geschiedenis weten?
Het is van belang dat we de geschiedenis nog eens voorgeschoteld
krijgen.
Inleiding:
In de vroeg moderne tijd werd er al geschiedenis geschreven. Maar zoals
we het nu kennen gebeurde pas in de 19de eeuw. Robert Fruin (1823-
1899). Dit is een liberale historicus die nationale geschiedenis schrijven.
Hij is de grondlegger van de wetenschappelijke geschiedschrijving in
Nederland.
In 1860 werd de eerste leerstoel instelling gemaakt. ‘vaderlandse
geschiedenis’ aan de universiteit in Leiden.
Belangrijke historici bin de vooroorlogse periode:
- Henri Pirenne
- Pieter Geyl
- Johan Huizinga
- Jan en Annie Romein
We zien dat staatsvorming gekoppeld was met geschiedenis. Zo werd er
door Henri nadruk gelegd over de Belgische staat. Pieter Geyl daarentegen
schrijft dat Vlaanderen en gedeeltes van Duitsland ook tot Nederland
behoren en ook in de vaderlandse geschiedenis moet. Huizniga zag de
,gouden eeuw als een typisch Nederlands iets. Ook hij was op zoek naar
iets eigens/ typisch Nederlands. Tot slot het Romein koppen. Dit waren
Marxistische historici. Toch gaan ze op zoek naar het ‘algemeen menselijk
patroon’. Volgens hun was er in Nederland een aantal uitzonderingen op
het algemene. Alle geschiedkundigen van voor de 2de wereld oorlog
maakten de eigen geschiedenis rooskleuriger dan dat het was. Hier kwam
later veel kritiek op. Inmiddels is de link tussen staatsvorming en
geschiedschrijving veel kleiner geworden.
Het is al eens geprobeerd de Nederlandse geschiedenis samen te vatten.
Dit was; de algemene geschiedenis der Nederlanden (ook België).
Inmiddels is er in 1977-1983 een nieuwe geschreven. Uiteindelijk zijn
mensen sinds 2004 bezig met een nieuwe versie. Hier wordt Vlaanderen
wel als een aparte staat gezien. Maar de boeken zijn nog steeds niet klaar.
Veel films en series betogen iets verkeerd. Bijvoorbeeld ’80 jaar opstand,
de geboorte van Nederland’. Nederland bestond daar voor al en werd niet
opeens uit het niets bedacht. Nederland had ook geen oorlog, maar
opstand. En zelfs na de opstand kon Nederland nog bij Duitsland of België
horen. Misschien met compromis zelfs weer bij Spanje. Niemand zag het
als het begin van een 80 jarige oorlog.
De Indonesische revolutie komt pas sinds kort aan het licht. Zo werd er
vroeger nog geschreven dat het was uitgelokt.
Nederland was altijd al een belangrijk gedeelte. Nederlandse geschiedenis
is geknoopt met wereldgeschiedenis en visa versa. Men moet kijken hoe
ontwikkelingen verweven zijn met bredere mondiale processen.
Als we kijken naar de recente literatuur zien we een aantal belangrijke
factoren die belang zijn bij de vorming voor de Nederlandse geschiedenis.
Wat is er eigen aan de Nederlandse geschiedenis?
- Landschap (waterbeheersing); verstedelijking (burgerlijke (politieke)
cultuur); instituties (poldermodel)
- Kennedy: aanpassingsvermogen (ook in mondiale context) en
relatieve stabiliteit (consensus en overleg)
Het is een land dat actief bezig is geweest op het wereldtoneel. Ook een
bekend, Nederlands concept is de grote decentralisatie. Bijna nooit een
gecentraliseerd bestuur gehad.
Waarom Nederlandse geschiedenis?
We moeten goed begrijpen dat het vakgebied Nederlandse geschiedenis is
gevorm tijdens staatsvorming. Wat historici voornamelijk doen is het…
, - Samenhang tussen geschiedenis, natievorming en identiteiten
- Territoriale grenzen zijn relatief: Noordelijke en Zuidelijke
Nederlanden, Caribisch Nederland > geen theologische blik (het lag
niet van te voren vast en het ging niet vanaf het begin een bepaalde
richting op ging)
- Traditionele thema’s: de Opstand, republiek, Verlichting,
industrialisatie, verzuiling, wo2, verzorgingsstaat, protestante natie
(gereformeerd?)
- Historici ‘onvaderlandslievende lieden’?
- De middeleeuwse geschiedenis van de Lage Landen
Historici krijgen al 10 aar lang kritiek. Dit omdat historici te veel de nadruk
legden op de negatieve punten/ zwarte bladzijdes. Hier moet je rekening
mee houden. Denk aan de discussie over slavernijverleden, hoe we tegen
de VOC aankijken en de standbeelden in de protestantse beeld. Historici
moeten kritische historische vaardigheden hebben. Je moet zoeken naar
een balans.
Tot na de 2de wereldoorlog was er bijna geen aandacht gegeven aan de
middeleeuwse geschiedenis van Nederland. Het was toen immers
katholiek. Maar ook de Romeinse Nederland en de tijden daarvoor is
moeilijk. Het is moeilijk te zien wat de precieze grenzen zijn. Daarom
wordt er veel gepraat over de Lage Landen. Dat is een ruimer geografisch
perspectief. De term ‘Nederlanden’ dateert uit de 15de eeuw. De term
‘België’ pas in de 19de eeuw.
Dit hoorcollege zal online komen als clip 1 op Nestor.
Praktische zaken:
Geen werkcollege, maar 2 hoorcolleges. In dit vak moet de stof zelfstandig
bestudeerd te worden. Er zijn 4 tijdvakken en 1 thema die besproken
worden tijdens de hoorcolleges. Namelijk: tot de 15de eeuw, daarna de
republiek, dan onder de Franse tijd, dan recente geschiedenis en tot slot
economische geschiedenis. 5 docenten maar altijd hetzelfde handboek.
De oude hoorcolleges worden in clips gegeven. Niet ideaal, maar beste
oplossing. In plaats van werkcolleges dus responsiecolleges. De
hoorcollege docent zal een korte synopsis geven over de stof. Daarna zal
de docent een aantal vragen geven en tot slot vragen beantwoorden.
Bestudeer voorafgaand aan de colleges de voorgeschreven clips en
handboekstof.
De toets wordt vaak niet zo goed gemaakt. Het wordt vaak onderschat. Er
is veel meer, en veel ingewikkeldere stof dan dat mensen denken.
Wat zijn de leerdoelen?
