100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Other

Belangrijke personen + schema's + voorbeeldexamenvragen Sociologie KU Leuven Psychologie

Rating
5.0
(1)
Sold
8
Pages
10
Uploaded on
24-04-2021
Written in
2020/2021

Belangijke personen met hun begrippen, aantal schema's + voorbeeldexamenvragen voor het examen Sociologie aan de KU Leuven Psychologie

Institution
Course









Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Connected book

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
April 24, 2021
Number of pages
10
Written in
2020/2021
Type
Other
Person
Unknown

Subjects

Content preview

Belangrijke personen sociologie op datum + enkele
schema’s + voorbereidende vragen examen (incl.
antwoorden)
Karl Marx (1818 – 1883)

 Groepsgericht
 Marx stond aan de wieg van de conflict-sociologische benadering  focus op gespannen
relaties tussen sociale groepen met een verschil in macht en belangen.
 Marx legde de intellectuele basis van het communisme.
 Hoofdidee: mens is een arbeidend wezen  antropologisch materialisme = basisgedachte
dat materiële werkelijkheid zowel de bron als het resultaat van menselijke arbeid is.
 Arbeidsdeling impliceert arbeidsverhoudingen  geen arbeid zonder
arbeidsdeling/taakdifferentiatie. Eigendomsrelaties bepalen arbeidsverhoudingen (bezitters
vs. niet-bezitters = principiële tegenstelling).
 Klasse, versie Marx = positie binnen de maatschappelijke tegenstelling tussen bezitters en
niet-bezitters van productiemiddelen.
Klassentegenstelling als fundamenteel structuurkenmerk van iedere samenleving 
karakterisering door economische uitbuiting. De klassentegenstelling kan er anders uitzien
dmv de productiewijze = manier waarop economische waarde wordt gecreëerd.
 Duaal klassenbegrip hangt samen met antropologisch materialisme. Marx erkent andere
sociale lagen, maar ziet de middenklasse in de toekomst verdwijnen.
 Door het structureel belangenconflict (tussen het kapitaal en de arbeiders) ontstaat een
klassenstrijd = directe confrontatie tussen bezittende en niet-bezittende klassen obv
tegengestelde belangen. Stelling: in een kapitalistische samenleving is een klassenstrijd
onvermijdelijk.
 Modern kapitalisme, versie Marx = productief maken van geld door koopwaren te fabriceren
en op de markt tegen geld te ruilen  via kapitaalformule G-W-G’
Commodificatie = vervanging van autonoom gemaakte dingen/zelf uitgeoefende activiteiten
door koopwaren.
 Marx’ voorspelling: bij een crisis verpaupert de arbeidersklasse, toenemende
kapitaalconcentratie door overnames + bankroeten  gevolg definitieve omverwerping
kapitalisme. Dankzij arbeidersstrijd + sociaaldemocratie is deze voorspelling niet uitgekomen.
 Marx voorspelde klassenpolarisatie = verdwijning van alle nog niet tot de bezittende of de
niet-bezittende behorende sociale lagen.
 Moderne samenleving als één basisrelatie: kapitalisten en arbeiders  economisch
reductionisme, materialistische maatschappijvisie met de mens als arbeidend wezen dat de
eigen materiële omgeving schept.
 Sociale orde, versie Marx = klassenorde en klassenconflict.
Enerzijds geordende arbeidsverhoudingen binnen ondernemingen.
Anderzijds verzetten arbeiders zich tegen de eis van de kapitalist.
 Sociocentrisme = maatschappij centraal, invloed op individu (net als Durkheim)
 Klassenverhouding als onderbouw, ideële wereld als bovenbouw gebaseerd en
gestructureerd op deze onderbouw  individueel handelen bepaald door klasse waar men
zich in bevindt (Durkheim bouwt hierop verder)

, Émile Durkheim (1858 – 1917)

 Groepsgericht
 Durkheim benadrukt sociaal sturende rol van breed gedeelde opvattingen over de sociale
scheidslijnen heen. Zonder een sterk collectief bewustzijn (tegenwoordig cultuur) ontbreekt
het individuen aan bindende richtsnoeren en dreigt sociale wanorde  zorgt voor sociaal
bewustzijn  later de sociale systeemtheorie en het functionalisme.
 Tov sociale verschijnselen positief-wetenschappelijke houding aannemen  sociale feiten
bestuderen als dingen.
Sociale feiten worden niet verklaard door biologische/psychologische factoren (individueel),
maar door voorafgaande sociale feiten.
Voor empirische verklaring heeft men een betere operationele definitie nodig  statistiek
 Reïficerende denktrant = sociale fenomenen zijn dingen die ons handelen van buitenaf
vormgeven.
 Sociologisme: neiging om al het persoonlijk handelen te verklaren vanuit het sociale
(wereldbeeld Durkheim) = niet zo wetenschappelijk
 Sociocentrisme = maatschappij centraal, invloed op individu (net als Marx)
 Klassenverhouding als onderbouw, ideële wereld als bovenbouw gebaseerd en
gestructureerd op deze onderbouw  individueel handelen bepaald door klasse waar men
zich in bevindt (= Marx). Durkheim verdiept: ideële normen en opvattingen zijn primaire
sociale feiten op zich (en niet gebaseerd op onderbouw)
 Sociale orde, versie Durkheim = bestaan van onderlinge solidariteit, cohesie en integratie 
mechanische solidariteit (premoderne samenlevingen) en organische solidariteit (moderne
samenlevingen)
 Binnen modern-westerse cultuur dominante voorstellingen van het individu als vrij en
zelfbewust leven  Durkheim zegt dat er twee interpretaties bestaan: homo economicus en
moreel individualisme

Max Weber (1864 – 1920)

 Individugericht
 Weber zegt dat het ontstaan van orde door persoonlijke motieven gebeurt die actoren
aanzetten tot samenhandelen  concretisering van opvolgers Weber: Rational Choice =
sociale orde groeit uit interactie tussen individuen die hun eigen voordeel proberen te
maximeren.
 Weber sloot zich aan bij Tönnies tijdsdiagnose (Gemeinschaft / Gesellschaft)  verbreding
naar andere functiesystemen. Eén verbreding die hij gebruikte was doelrationeel handelen.
“Doelrationeel handelt degene die zich bij zijn handelen op doel, middelen en neveneffecten
oriënteert en daarbij de middelen en de doelen, de doelen en neveneffecten rationeel tegen
elkaar afweegt en dus niet affectief, noch traditioneel handelt.”
 Verklaring groeiende taakdifferentiatie: binnen de maatschappij bestaat er doelrationalisme
 handelen binnen de verschillende maatschappelijke deeldomeinen dat alsmaar
doelrationeler wordt.
 Pleidooi voor begrijpende sociologie = menselijke/sociale fenomenen verschillen van
natuurverschijnselen  andere benadering: meerdere consequenties  methodologisch
individualisme, nominalisme en actorcentrisme
Methodologisch individualisme = bij bestuderen van het sociale moeten verklaringen gezocht
worden op niveau van individuele, betekenisvolle handelingen

2

Reviews from verified buyers

Showing all reviews
3 year ago

5.0

1 reviews

5
1
4
0
3
0
2
0
1
0
Trustworthy reviews on Stuvia

All reviews are made by real Stuvia users after verified purchases.

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
Maaike274 Tilburg University
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
239
Member since
5 year
Number of followers
143
Documents
48
Last sold
3 days ago

I have summaries for students doing anything related to learning sciences and/or digital media (online culture) at Tilburg University. Happy? Give me 5 stars! You can always DM me with questions, I will try to respond asap.

4.4

39 reviews

5
22
4
11
3
6
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions