Wat is verbranding?
Benzine is brandstof. In de motor wordt de benzine verbrand. Energie komt vrij in de vorm
van beweging en warmte. Bij de verbranding verdwijnt de brandstof en komen er nieuwe
stoffen vrij. Die stoffen zijn verbrandingsproducten. Uitlaatgassen zijn
verbrandingsproducten.
Verbranding bij een kaars
Bij de verbranding van een kaars komt energie vrij in de vorm van warmte en licht. Het
kaarsvet verdwijnt en er ontstaan verbrandingsproducten. Bij de verbranding ontstaat water
en koolstofdioxide. Een stof waarmee je een andere stof aantoont is een indicator.
Kalkwater is een indicator van koolstofdioxide.
Ingeademde en uitgeademde lucht
Als in je lichaam ook verbranding plaatsvindt, heeft je lichaam zuurstof nodig en zal het
koolstofdioxide afgeven. Lucht die je inademt bestaat vooral uit stikstof en zuurstof. Ook
zitten er edelgassen en een klein beetje koolstofdioxide.
, Verbranding in organismen
Bij verbranding verdwijnt brandstof en ontstaat er water en koolstofdioxide. Verbranding vindt
plaats in elke cel van je lichaam. Zonder verbranding gaat een cel dood.
Voor de verbranding in je lichaam is brandstof nodig. De meest gebruikte brandstof is
glucose. Het is een energierijke stof.
Energie
Energie heb je nodig om dingen te kunnen doen. De energie gaat van de ene naar andere
vorm. Als je actiever wordt heb je meer energie nodig. Deze energie haal je uit eten
Koudbloedig en warmbloedig
Bij koudbloedige dieren is de lichaamstemperatuur gelijk aan temperatuur van de omgeving
waar het dier leeft.
Bij warmbloedige dieren is de lichaamstemperatuur altijd hetzelfde.
Alleen vogels en zoogdieren zijn warmbloedig.
De verbranding in de cellen is afhankelijk van de temperatuur. Hoe hoger de
lichaamstemperatuur, hoe meer verbranding er plaats vindt. Hoe kouder de
lichaamstemperatuur hoe minder verbranding. Als er weinig verbranding is is er ook weinig
energie. Veel koudbloedige dieren houden daarom in de winter een winterslaap.
Warmbloedige dieren zijn minder afhankelijk van de temperatuur van de omgeving. Bij hun
moet er wel extra verbranding plaatsvinden om het lichaam op temperatuur te houden. Ze
hebben isolatiemiddelen voor het constant houden van hun lichaamstemperatuur.
Zoogdieren hebben een vet laag en een dikke vacht van haren. Vogels gaan in de herfst
naar warmere plekken. Zoogdieren zoals de walvis gaan naar warmere wateren
Benzine is brandstof. In de motor wordt de benzine verbrand. Energie komt vrij in de vorm
van beweging en warmte. Bij de verbranding verdwijnt de brandstof en komen er nieuwe
stoffen vrij. Die stoffen zijn verbrandingsproducten. Uitlaatgassen zijn
verbrandingsproducten.
Verbranding bij een kaars
Bij de verbranding van een kaars komt energie vrij in de vorm van warmte en licht. Het
kaarsvet verdwijnt en er ontstaan verbrandingsproducten. Bij de verbranding ontstaat water
en koolstofdioxide. Een stof waarmee je een andere stof aantoont is een indicator.
Kalkwater is een indicator van koolstofdioxide.
Ingeademde en uitgeademde lucht
Als in je lichaam ook verbranding plaatsvindt, heeft je lichaam zuurstof nodig en zal het
koolstofdioxide afgeven. Lucht die je inademt bestaat vooral uit stikstof en zuurstof. Ook
zitten er edelgassen en een klein beetje koolstofdioxide.
, Verbranding in organismen
Bij verbranding verdwijnt brandstof en ontstaat er water en koolstofdioxide. Verbranding vindt
plaats in elke cel van je lichaam. Zonder verbranding gaat een cel dood.
Voor de verbranding in je lichaam is brandstof nodig. De meest gebruikte brandstof is
glucose. Het is een energierijke stof.
Energie
Energie heb je nodig om dingen te kunnen doen. De energie gaat van de ene naar andere
vorm. Als je actiever wordt heb je meer energie nodig. Deze energie haal je uit eten
Koudbloedig en warmbloedig
Bij koudbloedige dieren is de lichaamstemperatuur gelijk aan temperatuur van de omgeving
waar het dier leeft.
Bij warmbloedige dieren is de lichaamstemperatuur altijd hetzelfde.
Alleen vogels en zoogdieren zijn warmbloedig.
De verbranding in de cellen is afhankelijk van de temperatuur. Hoe hoger de
lichaamstemperatuur, hoe meer verbranding er plaats vindt. Hoe kouder de
lichaamstemperatuur hoe minder verbranding. Als er weinig verbranding is is er ook weinig
energie. Veel koudbloedige dieren houden daarom in de winter een winterslaap.
Warmbloedige dieren zijn minder afhankelijk van de temperatuur van de omgeving. Bij hun
moet er wel extra verbranding plaatsvinden om het lichaam op temperatuur te houden. Ze
hebben isolatiemiddelen voor het constant houden van hun lichaamstemperatuur.
Zoogdieren hebben een vet laag en een dikke vacht van haren. Vogels gaan in de herfst
naar warmere plekken. Zoogdieren zoals de walvis gaan naar warmere wateren
