Geschiedenis samenvatting
Hoofdstuk 7: Koningen, heren en denkers
Kenmerkende aspecten:
KA 23: het streven van vorsten naar absolute macht
KA 24: De bijzondere plaats in staatkundig en de bloei in economisch en cultureel opzicht van
de Nederlandse Republiek
KA 26: De wetenschappelijke revolutie
Het absolutisme in Frankrijk (§ 1)
🗓 1648 – 1653 De opstand
In de Middeleeuwen waren er allerlei overlegorganen ontstaan die het beleid van de koning
konden dwarsbomen, hierdoor waren de Franse koningen niet almachtig.
Adel
Geestelijkheid
Stedelijke burgerij
Deze standen waren vertegenwoordigd in de Staten-Generaal, hierdoor konden ze invloed
uitoefenen op het bestuur.
Begin 17e eeuw waren de Franse koningen klaar met het constante overleg met de Staten-
Generaal. Zij streefden naar:
Uitbreiding van hun macht
Versterking van het centraal gezag
Vanaf 1614 riepen de Franse koningen geen vergaderingen van de Staten-Generaal bijeen.
Dit duurde tot 1789.
Koninklijke adviseurs probeerden de macht van de adel op nog een andere manier te
beperken:
Het ambtenarenapparaat uitbreiden (zodat adellijke bestuurders en rechters steeds
minder taken hadden)
Belastingen rechtstreeks heffen, zonder tussenkomst van de adel.
In 1661 kreeg Lodewijk XIV zelf de touwtjes in handen, hij zette het proces van centralisatie
door, hij regeerde het absolutisme.
Absolutisme
Hoofdstuk 7: Koningen, heren en denkers
Kenmerkende aspecten:
KA 23: het streven van vorsten naar absolute macht
KA 24: De bijzondere plaats in staatkundig en de bloei in economisch en cultureel opzicht van
de Nederlandse Republiek
KA 26: De wetenschappelijke revolutie
Het absolutisme in Frankrijk (§ 1)
🗓 1648 – 1653 De opstand
In de Middeleeuwen waren er allerlei overlegorganen ontstaan die het beleid van de koning
konden dwarsbomen, hierdoor waren de Franse koningen niet almachtig.
Adel
Geestelijkheid
Stedelijke burgerij
Deze standen waren vertegenwoordigd in de Staten-Generaal, hierdoor konden ze invloed
uitoefenen op het bestuur.
Begin 17e eeuw waren de Franse koningen klaar met het constante overleg met de Staten-
Generaal. Zij streefden naar:
Uitbreiding van hun macht
Versterking van het centraal gezag
Vanaf 1614 riepen de Franse koningen geen vergaderingen van de Staten-Generaal bijeen.
Dit duurde tot 1789.
Koninklijke adviseurs probeerden de macht van de adel op nog een andere manier te
beperken:
Het ambtenarenapparaat uitbreiden (zodat adellijke bestuurders en rechters steeds
minder taken hadden)
Belastingen rechtstreeks heffen, zonder tussenkomst van de adel.
In 1661 kreeg Lodewijk XIV zelf de touwtjes in handen, hij zette het proces van centralisatie
door, hij regeerde het absolutisme.
Absolutisme