Tijdlijn Koude Oorlog
1917: Russische revolutie
1945: conferentie van Potsdam, atoombom op Hiroshima
1947: afkondiging Trumandoctrine, Marshallplan
1948: Blokkade van Berlijn
1949: oprichting NAVO, Sovjet-Unie test A-bom, uitroeping Volksrepubliek China
1950: Noord-Korea valt Zuid-Korea binnen, redevoering McCarthy
1953: dood van Stalin
1954: slag van Dien Bien Phu
1955: oprichting Warschaupact
1956: Hongaarse opstand, bestorming Felix Meritis
1961: bouw Berlijnse muur
1962: Cuba-crisis
1963: toespraak Kennedy in Berlijn
1964: Tonkin-resolutie
1968: Praagse lente
1972: bezoek Nixon aan China, Salt I verdrag
1975: begin burgeroorlog Angola
1989: val Berlijnse Muur
1991: einde van het communisme in de Sovjet-Unie, einde van de Koude Oorlog
Checkpoint Charlie: enige van de weinige doorgangen Berlijnse muur
, Blokvorming in Europa (1945-1955)
Communisten streefden naar een klasseloze samenleving zonder kapitalisme. Russische
revolutie: adel en burgerij verloor bezittingen, Lenin wilde wereldrevolutie en riep arbeiders
en soldaten op maar alleen de Sovjet-Unie bleef communistisch. Stalin: met geweld
onteigende hij boeren en bouwde hij een industrie op, Sovjet-Unie werd een totalitaire
dictatuur. De economie werd gecontroleerd door de staat en het individu had nauwelijks
vrijheid.
Tegenstelling Sovjet-Unie en VS dateert uit WO I. Amerikaanse president Wilson stuurde in
1918, 8000 militairen naar Rusland om de anticommunisten te helpen. Na WO II waarin de
VS en SU bondgenoten waren geweest, haalde Roosevelt, Stalin over om de VN op te
richtten. Maar Roosevelt overleed. Truman kwam aan de macht, en samen met Churchill en
Stalin spraken ze af bij de Conferentie van Potsdam: Europa zou verdeeld worden in
invloedssferen, VS liet een atoombom ontploffen in een woestijn in New Mexico. Hierdoor
Stalin meer wantrouwen naar VS.
Eind tweede wereldoorlog ging door in Azië, hier vocht Amerika tegen (te krachtig) Japan.
Truman besloot daarom Japan te dwingen tot overgave door een atoombom op Hiroshima
af te laten gaan op 6 augustus 1945, en 3 dagen daarna op Nagasaki. Hierna viel Stalin ook
Japan aan en veroverde met zijn rode leger het noorden van de Japanse kolonie Korea en
enkele Japanse eilanden. Truman zag dit weer als bewijs dat Stalin zijn communisme overal
wilde verbreiden.
Door dit wederzijdse wantrouwen versterkte ze de greep op hun invloedsferen, wat weer
leidde tot meer wederzijds wantrouwen. Stalin bracht communisten aan de macht in
buurlanden, die zich volksdemocratieën noemde. Maar totalitair waren, rode leger
controleerde.
Trumandoctrine: de VS moest vrije volkoren helpen tegen de communistische dreiging. Dit
leidde tot containmentpolitiek: de politiek om het communisme overal in te dammen waar
de VS communistische expansie vreesde. Belangrijk hiervoor was economische hulp, in
Europa veel armoede en men dacht door communisme het beter te krijgen. Daarom
Marshallplan: economische hulp van de VS aan Europese landen. Op voorwaarde dat ze
samenwerkte met de VS en Amerikaans toezicht accepteerde. In West-Europa Marshallhulp
succes maar het zorgde wel voor blokvorming, Oostbloklanden mochten namelijk geen
Marshallhulp krijgen van Stalin. Scheidslijn door Berlijn heen, via luchtbrug kreeg West-
Berlijn voedsel en brandstof. In mei 1949 werd de blokkade opgeheven, twee weken later
oprichting Bondsrepubliek, democratische Duitse Staat. In Oost-Duitsland DDR. Met de
West-Europese landen werd de NAVO gesticht. Waarop de SU de tegenhanger
Warschaupact oprichtte.
Eind 1949 testte de SU een eigen atoomboom, spanningen liepen op en het leidde tot een
wapenwedloop, waarin de grootmachten steeds meer en steeds zwaardere wapens kregen.
McCarthy, Amerikaanse senator gebruikte de angst om de democratische regering aan te
vallen. (hij was er van overtuigd dat daar communistische infiltranten in zaten). Dit het begin
van heksenjacht.
1917: Russische revolutie
1945: conferentie van Potsdam, atoombom op Hiroshima
1947: afkondiging Trumandoctrine, Marshallplan
1948: Blokkade van Berlijn
1949: oprichting NAVO, Sovjet-Unie test A-bom, uitroeping Volksrepubliek China
1950: Noord-Korea valt Zuid-Korea binnen, redevoering McCarthy
1953: dood van Stalin
1954: slag van Dien Bien Phu
1955: oprichting Warschaupact
1956: Hongaarse opstand, bestorming Felix Meritis
1961: bouw Berlijnse muur
1962: Cuba-crisis
1963: toespraak Kennedy in Berlijn
1964: Tonkin-resolutie
1968: Praagse lente
1972: bezoek Nixon aan China, Salt I verdrag
1975: begin burgeroorlog Angola
1989: val Berlijnse Muur
1991: einde van het communisme in de Sovjet-Unie, einde van de Koude Oorlog
Checkpoint Charlie: enige van de weinige doorgangen Berlijnse muur
, Blokvorming in Europa (1945-1955)
Communisten streefden naar een klasseloze samenleving zonder kapitalisme. Russische
revolutie: adel en burgerij verloor bezittingen, Lenin wilde wereldrevolutie en riep arbeiders
en soldaten op maar alleen de Sovjet-Unie bleef communistisch. Stalin: met geweld
onteigende hij boeren en bouwde hij een industrie op, Sovjet-Unie werd een totalitaire
dictatuur. De economie werd gecontroleerd door de staat en het individu had nauwelijks
vrijheid.
Tegenstelling Sovjet-Unie en VS dateert uit WO I. Amerikaanse president Wilson stuurde in
1918, 8000 militairen naar Rusland om de anticommunisten te helpen. Na WO II waarin de
VS en SU bondgenoten waren geweest, haalde Roosevelt, Stalin over om de VN op te
richtten. Maar Roosevelt overleed. Truman kwam aan de macht, en samen met Churchill en
Stalin spraken ze af bij de Conferentie van Potsdam: Europa zou verdeeld worden in
invloedssferen, VS liet een atoombom ontploffen in een woestijn in New Mexico. Hierdoor
Stalin meer wantrouwen naar VS.
Eind tweede wereldoorlog ging door in Azië, hier vocht Amerika tegen (te krachtig) Japan.
Truman besloot daarom Japan te dwingen tot overgave door een atoombom op Hiroshima
af te laten gaan op 6 augustus 1945, en 3 dagen daarna op Nagasaki. Hierna viel Stalin ook
Japan aan en veroverde met zijn rode leger het noorden van de Japanse kolonie Korea en
enkele Japanse eilanden. Truman zag dit weer als bewijs dat Stalin zijn communisme overal
wilde verbreiden.
Door dit wederzijdse wantrouwen versterkte ze de greep op hun invloedsferen, wat weer
leidde tot meer wederzijds wantrouwen. Stalin bracht communisten aan de macht in
buurlanden, die zich volksdemocratieën noemde. Maar totalitair waren, rode leger
controleerde.
Trumandoctrine: de VS moest vrije volkoren helpen tegen de communistische dreiging. Dit
leidde tot containmentpolitiek: de politiek om het communisme overal in te dammen waar
de VS communistische expansie vreesde. Belangrijk hiervoor was economische hulp, in
Europa veel armoede en men dacht door communisme het beter te krijgen. Daarom
Marshallplan: economische hulp van de VS aan Europese landen. Op voorwaarde dat ze
samenwerkte met de VS en Amerikaans toezicht accepteerde. In West-Europa Marshallhulp
succes maar het zorgde wel voor blokvorming, Oostbloklanden mochten namelijk geen
Marshallhulp krijgen van Stalin. Scheidslijn door Berlijn heen, via luchtbrug kreeg West-
Berlijn voedsel en brandstof. In mei 1949 werd de blokkade opgeheven, twee weken later
oprichting Bondsrepubliek, democratische Duitse Staat. In Oost-Duitsland DDR. Met de
West-Europese landen werd de NAVO gesticht. Waarop de SU de tegenhanger
Warschaupact oprichtte.
Eind 1949 testte de SU een eigen atoomboom, spanningen liepen op en het leidde tot een
wapenwedloop, waarin de grootmachten steeds meer en steeds zwaardere wapens kregen.
McCarthy, Amerikaanse senator gebruikte de angst om de democratische regering aan te
vallen. (hij was er van overtuigd dat daar communistische infiltranten in zaten). Dit het begin
van heksenjacht.