Oefententamen SLO
Dit oefententamen bestaat uit 20 meerkeuzevragen. Je kunt voor dit tentamen 20
punten behaald.
Je cijfer = aantal behaalde punten /2
1. Welk model wordt gebruikt voor micro-omgevingsanalyse? 1pt
a. Het groeimodel van Ansoff
b. Het vijfkrachten model
c. Het 7S-model
d. Het SWOT-model
2. Waar staat supply chain management voor? 1pt
a. Het verbeteren van de goederenstroom van de toeleveranciers opdat die op
tijd leveren.
b. Het beheren van alle processen die te maken hebben met sales en levering
aan de afnemers.
c. Het vastleggen van afspraken in een service level agreement over de prijs
van ingekochte goederen.
d. Het afstemmen en verbeteren van de processen tussen organisaties in de
keten.
3. Welk van de volgende stakeholders zal waarschijnlijk het meest
geïnteresseerd zijn in het verdienmodel van de onderneming? 1pt
a. Leveranciers en handelspartners
b. Concurrenten
c. Medewerkers
d. Afnemers
Bekijk onderstaande artikel:
“RTL-Z: Lidl doekt op: supermarktketen verkocht aan vier concurrenten.”
Van de 140 winkels moeten er 78 overgaan naar Albert Heijn, 44 naar Vomar
Voordeelmarkt en 10 naar DekaMarkt en 8 naar Deen Supermarkten.
Veronderstel dat het 5-krachten model van Porter van kracht is.
4. Wat zijn naar alle waarschijnlijkheid de gevolgen van deze verkoop? 1pt
a. De concurrentie zal hierdoor afnemen en de prijzen zullen stijgen.
b. De barrières om de markt toe te treden zijn nu lager, omdat de markt minder
geconcentreerd is.
c. Doordat de overstapkosten hoger hebben leveranciers nu meer macht.
d. Afnemers hebben nu meer macht, omdat men weet dat de supermarkt
branche onstabiel is.
1
Dit oefententamen bestaat uit 20 meerkeuzevragen. Je kunt voor dit tentamen 20
punten behaald.
Je cijfer = aantal behaalde punten /2
1. Welk model wordt gebruikt voor micro-omgevingsanalyse? 1pt
a. Het groeimodel van Ansoff
b. Het vijfkrachten model
c. Het 7S-model
d. Het SWOT-model
2. Waar staat supply chain management voor? 1pt
a. Het verbeteren van de goederenstroom van de toeleveranciers opdat die op
tijd leveren.
b. Het beheren van alle processen die te maken hebben met sales en levering
aan de afnemers.
c. Het vastleggen van afspraken in een service level agreement over de prijs
van ingekochte goederen.
d. Het afstemmen en verbeteren van de processen tussen organisaties in de
keten.
3. Welk van de volgende stakeholders zal waarschijnlijk het meest
geïnteresseerd zijn in het verdienmodel van de onderneming? 1pt
a. Leveranciers en handelspartners
b. Concurrenten
c. Medewerkers
d. Afnemers
Bekijk onderstaande artikel:
“RTL-Z: Lidl doekt op: supermarktketen verkocht aan vier concurrenten.”
Van de 140 winkels moeten er 78 overgaan naar Albert Heijn, 44 naar Vomar
Voordeelmarkt en 10 naar DekaMarkt en 8 naar Deen Supermarkten.
Veronderstel dat het 5-krachten model van Porter van kracht is.
4. Wat zijn naar alle waarschijnlijkheid de gevolgen van deze verkoop? 1pt
a. De concurrentie zal hierdoor afnemen en de prijzen zullen stijgen.
b. De barrières om de markt toe te treden zijn nu lager, omdat de markt minder
geconcentreerd is.
c. Doordat de overstapkosten hoger hebben leveranciers nu meer macht.
d. Afnemers hebben nu meer macht, omdat men weet dat de supermarkt
branche onstabiel is.
1