Inhoudsopgave
INLEIDING ....................................................................................................................................... 2
TITEL I – VERBINTENISSEN UIT OVEREENKOMSTEN ......................................................................... 4
HOOFDSTUK 1 – BEGRIP EN SOORTEN OVEREENKOMSTEN ............................................................................ 4
AFDELING 1 – BEGRIPSBEPALING ................................................................................................................... 4
AFDELING 2 – SOORTEN OVEREENKOMSTEN .................................................................................................... 4
HOOFDSTUK 2 – BASISBEGINSELEN VAN HET CONTRACTENRECHT ................................................................... 7
AFDELING 1 – HISTORISCH UITGANGSPUNT: DE WILSAUTONOMIE ........................................................................ 7
AFDELING 2 – DE WILSAUTONOMIE GECORRIGEERD .......................................................................................... 8
AFDELING 3 – DE CENTRALE ROL VAN DE RECHTER IN HET CONTRACTUEEL MECHANISME ......................................... 9
HOOFDSTUK 3 – TOTSTANDKOMING VAN DE OVEREENKOMST ..................................................................... 11
AFDELING 1 – DE TOTSTANDKOMING STATISCH BEKEKEN: DE GELDIGHEIDSVEREISTEN ........................................... 11
AFDELING 2 – DE TOTSTANDKOMING DYNAMISCH BEKEKEN .............................................................................. 15
AFDELING 3 – DE SANCTIONERING IN DE PRECONTRACTUELE FASE ..................................................................... 17
HOOFDSTUK 4 – UITWERKING VAN DE OVEREENKOMST TUSSEN PARTIJEN...................................................... 19
AFDELING 1 – CONTRACTUELE AANSPRAKELIJKHEID ......................................................................................... 19
AFDELING 2 – DE INGEBREKESTELLING VAN DE SCHULDENAAR ........................................................................... 22
AFDELING 3 – ALGEMENE REMEDIES BIJ TOEREKENBARE TEKORTKOMING ............................................................ 23
AFDELING 4 – BIJKOMENDE REMEDIES IN WEDERKERIGE CONTRACTEN ............................................................... 25
HOOFDSTUK 5 – UITWERKING VAN DE OVEREENKOMST JEGENS DERDEN ....................................................... 29
AFDELING 1 – BEGINSELEN EN BEGRIPPEN ..................................................................................................... 29
AFDELING 2 – DERDEN-WERKING VAN DE EXTERNE GEVOLGEN .......................................................................... 30
AFDELING 3 – DE RELATIVITEIT VAN DE INTERNE GEVOLGEN .............................................................................. 31
TITEL II – VERBINTENISSEN UIT EENZIJDIGE RECHTSHANDELING .................................................... 34
HOOFDSTUK 1 – VERBINTENISSEN UIT EENZIJDIGE RECHTSHANDELING........................................................... 34
1
,Inleiding
Vermogensrechtelijke verbintenis = rechtsband tussen personen op grond waarvan de
schuldeiser jegens de schuldenaar in geld waardeerbare en juridisch afdwingbare afspraken
kan doen gelden.
Wederkerig contract = doet minstens 2 verbintenissen ontstaan, waarbij elke partij tegelijk
schuldeiser en schuldenaar is.
• Verbintenissen zijn dan wederzijds en samenhangend
Verbintenissen / Zakelijke rechten
vorderingsrechten
Gelijkenissen • Patrimoniale rechten
• Rechtstreeks zeggenschap over goed of gedraging
Intern verschil • Tussen minstens 2 personen • Tussen 1+ personen en een zaak
• Leidt tot aanspraak op • Leidt tot zeggenschap over de
gedraging zaak
Extern verschil • Gevolgen werken enkel inter • Gevolgen werken erga omnes
partes (relativiteit)
Verbintenissen ontstaan uit een RH of menselijk gedraging waaraan de wet obligatoire kracht
geeft
• Bronnen van verbintenissen in art. 1370 BW
o Overeenkomst
o Onrechtmatige daad
o Quasicontract: zaakwaarneming, onverschuldigde betaling, verrijking zonder
oorzaak
Rechtshandeling = menselijke handeling die rechtsgevolgen beoogt
• Meerzijdige RH = wilsuiting van minstens 2 personen (contract is altijd meerzijdig!)
• Eenzijdige RH = wilsuiting van 1 persoon
Voorwerp van de verbintenis
• Verbintenis om iets (niet) te doen of te geven
Om te geven
o Specieszaken: eigendoms- en dus ook risico-overdracht bij solo consensus
o Genuszaken: eigendomsoverdracht bij individualisering/afzondering
• Resultaats- en inspanningsverbintenis
Om (niet) te doen, geven
o Resultaatsverbintenis: verbintenis om een bepaald resultaat te bereiken
§ Bewijslast berust op schuldenaar (dat resultaat geleverd is/overmacht)
Om te doen
2
, o Middelenverbintenis: verbintenis om de nodige inspanningen te leveren of
middelen aan te wenden (als bonus pater familias) om een beoogd resultaat te
bereiken (zie ook: aleatoir karakter1)
§ Bewijslast berust op schuldeiser (dat niet voldoende middelen zijn
ingezet)
Afdwingbaarheid van de verbintenis = grens tussen juridische en louter morele verbintenissen
• Voorrang van uitvoering in natura
Verbintenis om te geven
• Bij species: met revindicatie van de zaak
Verbintenis om iets (niet) te doen
• Gerechtelijke vervanging door een derde
• Dwangsom (= bijkomende veroordeling tot betaling van een geldsom); vooral bij
intuitu personae2 verbintenis
1
Aleatoir karakter: al dan niet vast of zeker karakter; resultaat berust op toeval
2
Intuitu personae: persoonsgebonden karakter
3
, Titel I – Verbintenissen uit overeenkomsten
Hoofdstuk 1 – Begrip en soorten overeenkomsten
Afdeling 1 – Begripsbepaling
Overeenkomst = op consensus berustende meerzijdige RH waarbij (een) partij(en) jegens
andere(n) juridisch bindende verbintenissen aangaan.
Kenmerken van een vermogensrechtelijke OK
• Berust op consensus
o Toestemming = wil van een partij om zich te verbinden
o Wilsovereenstemming = toestemming van alle partijen
o Gericht tot degene met wie men wil contacteren
• Gesloten tussen twee of meer personen
o Tweepartijencontract: 2 personen of 2 groepen van partijen
o Meerpartijenovereenkomst
• Veronderstelt de bedoeling om rechtsgevolgen te doen ontstaan
o Bedoeling zich juridisch te verbinden
o Rechtsgevolgen: vestigen, overdragen, wijzigen of tenietdoen van
vermogensrechtelijke verbintenissen of zakelijke rechten
è verbindende kracht: strekt de partijen tot wet (alsook de rechter) – art. 1134 BW
Afdeling 2 – Soorten overeenkomsten
Andere privaatrechtelijke overeenkomsten
• Bv. familierechtelijke, proces- of bewijsrechtelijke OK
• Analogische toepassing van het ‘gemeen recht’ (vermogensrechtelijke OK’s)
Verdragen, publiekrechtelijke OK’s en contracten van particulieren met de overheid (geen
leerstof)
• Verdrag = afspraak tussen soevereine int.rechtelijke rechtspersonen of Staten
• Publiekrechtelijke overeenkomst = afspraak tussen overheden binnen eenzelfde Staat
• Tussen de overheid en particulieren
1. Gewone overeenkomst = overheid treedt op zoals particulier è gemeen
contractenrecht van toepassing
2. Administratieve overeenkomst = overheid treedt op als overheid è sterk
afwijkend van gemeen contractenrecht (slechts subsidiair) è HvC: OK sui
generis
3. Beleidsovereenkomst = overheid kiest algemene/sectoriële beleidsopties voor
verwezenlijking beleidsobjectief door contractpartij verplichtingen op te
leggen in ruil voor bepaalde toezeggingen
§ Tijdelijk: overheid bindt zich dus niet contractueel
4. (Beheerscontract = tussen de Staat en autonome overheidsbedrijven)
§ Staat en bedrijf op gelijk niveau è overheid gebonden
§ Staat bepaalt eenzijdig inwerkingtreding + verlenging
4