Samenvatting Psychologie Kennistoets kwartiel 3 (Interne aandoeningen)
Leerjaar 2 Fysiotherapie (2020-2021)
Chronische aandoeningen: Psychosociale gevolgen
Leerdoelen:
- Wat een chronische aandoening is (definitie) en het verschil tussen een langlopende– en
levensbedreigende chronische aandoening
- Welke modellen gehanteerd worden als er blijvende gezondheidsproblemen blijken te zijn
(fasemodel en taakmodel)
- Welke factoren van invloed zijn op het omgaan met (coping) een crisis in iemands gezondheid
(crisistheorie van Moos)
- Wat het coping proces inhoudt (adaptieve opgaven en coping vaardigheden) (crisistheorie van
Moos)
Wat een chronische aandoening is (definitie) en het verschil tussen een langlopende– en
levensbedreigende chronische aandoening
- Definitie chronische aandoening: Onomkeerbare aandoening zonder vooruitzicht op
volledig herstel en met een gemiddeld lange ziekteduur van meer dan 6 maanden.
- Langlopende chronische aandoeningen:
o Astma
o Epilepsie
o Neurologische aandoeningen (MS, Parkinson, CVA)
o Diabetes
o Artritis (Reuma)
o Alzheimer
- Levensbedreigende chronische aandoeningen:
o Kanker
o Coronaire hartziekte
o CVA
o Aids
Welke modellen gehanteerd worden als er blijvende gezondheidsproblemen blijken te
zijn (fasemodel en taakmodel)
- Fasemodel: (Kübler-Ross, ’71)
o Shock/ontkenning
o Boosheid
o Depressie
o Dialoog/onderhandeling
o Acceptatie
- Taakmodel: patiënt moet zicht aanpassen aan
veranderingen en heeft te maken met adaptieve taken
(coping proces)
o Coping = de manieren waarop mensen omgaan
met stress
o Crisistheorie van Moos is een taakmodel. Dit
model is ontwikkeld om gedrag van
mensen die een chronisch
gezondheidsprobleem krijgen te
beschrijven en te begrijpen.
Welke factoren van invloed zijn op het omgaan
met (coping) een crisis in iemands gezondheid (crisistheorie van Moos)
- Ziekte gerelateerde factoren:
o Veranderingen in lichaamsfunctie, conditie , hoeveelheid pijn
o Behandeling regiem (pijn, bijeffecten, etc.)
- Achtergrond en persoonlijke factoren:
o Persoonlijkheid
o Leeftijd, geslacht, sociale status (emotionele rijpheid, zelfvertrouwen)
o Ziekterepresentaties (filosofisch/religieus denkbeeld)
- Fysieke en sociale omgevingsfactoren:
o Fysiek:
Ziekenhuis/omgeving thuis
o Sociaal:
Sociale steun (positief/negatief)
Hogeschool Saxion Enschede Student: Illian Groothuismink (488208)
, Samenvatting Psychologie Kennistoets kwartiel 3 (Interne aandoeningen)
Leerjaar 2 Fysiotherapie (2020-2021)
Steungroepen (informatieve- en emotionele steun)
Wat het coping proces inhoudt (adaptieve opgaven en coping vaardigheden)
(crisistheorie van Moos)
- Adaptieve taken definitie: belastende situaties en omstandigheden die een beroep doen op
het aanpassingsvermogen van de patiënt.
o Gerelateerd aan de ziekte/behandeling:
Omgaan met symptomen/behandeling bijv. leren toedienen van eigen
medicatie
Aanpassen aan ziekenhuisomgeving en medische procedures (zwaarte regiem)
Ontwikkelen en onderhouden goede relatie met behandelaars
o Gerelateerd aan algemeen psychosociaal functioneren:
Controle negatieve gevoelens en behouden positief toekomstbeeld
Behouden tevreden zelfbeeld en competentieniveau
Goede relaties onderhouden met familie en vrienden
Voorbereiden op een onzekere toekomst
- Coping vaardigheden:
o Ontkennen/minimaliseren serieusheid situatie
o Informatie zoeken
o Concrete, specifieke doelen zetten
o Rekruteren van instrumentele en emotionele steun
o Bereiken behandelbaar perspectief
Hogeschool Saxion Enschede Student: Illian Groothuismink (488208)
Leerjaar 2 Fysiotherapie (2020-2021)
Chronische aandoeningen: Psychosociale gevolgen
Leerdoelen:
- Wat een chronische aandoening is (definitie) en het verschil tussen een langlopende– en
levensbedreigende chronische aandoening
- Welke modellen gehanteerd worden als er blijvende gezondheidsproblemen blijken te zijn
(fasemodel en taakmodel)
- Welke factoren van invloed zijn op het omgaan met (coping) een crisis in iemands gezondheid
(crisistheorie van Moos)
- Wat het coping proces inhoudt (adaptieve opgaven en coping vaardigheden) (crisistheorie van
Moos)
Wat een chronische aandoening is (definitie) en het verschil tussen een langlopende– en
levensbedreigende chronische aandoening
- Definitie chronische aandoening: Onomkeerbare aandoening zonder vooruitzicht op
volledig herstel en met een gemiddeld lange ziekteduur van meer dan 6 maanden.
- Langlopende chronische aandoeningen:
o Astma
o Epilepsie
o Neurologische aandoeningen (MS, Parkinson, CVA)
o Diabetes
o Artritis (Reuma)
o Alzheimer
- Levensbedreigende chronische aandoeningen:
o Kanker
o Coronaire hartziekte
o CVA
o Aids
Welke modellen gehanteerd worden als er blijvende gezondheidsproblemen blijken te
zijn (fasemodel en taakmodel)
- Fasemodel: (Kübler-Ross, ’71)
o Shock/ontkenning
o Boosheid
o Depressie
o Dialoog/onderhandeling
o Acceptatie
- Taakmodel: patiënt moet zicht aanpassen aan
veranderingen en heeft te maken met adaptieve taken
(coping proces)
o Coping = de manieren waarop mensen omgaan
met stress
o Crisistheorie van Moos is een taakmodel. Dit
model is ontwikkeld om gedrag van
mensen die een chronisch
gezondheidsprobleem krijgen te
beschrijven en te begrijpen.
Welke factoren van invloed zijn op het omgaan
met (coping) een crisis in iemands gezondheid (crisistheorie van Moos)
- Ziekte gerelateerde factoren:
o Veranderingen in lichaamsfunctie, conditie , hoeveelheid pijn
o Behandeling regiem (pijn, bijeffecten, etc.)
- Achtergrond en persoonlijke factoren:
o Persoonlijkheid
o Leeftijd, geslacht, sociale status (emotionele rijpheid, zelfvertrouwen)
o Ziekterepresentaties (filosofisch/religieus denkbeeld)
- Fysieke en sociale omgevingsfactoren:
o Fysiek:
Ziekenhuis/omgeving thuis
o Sociaal:
Sociale steun (positief/negatief)
Hogeschool Saxion Enschede Student: Illian Groothuismink (488208)
, Samenvatting Psychologie Kennistoets kwartiel 3 (Interne aandoeningen)
Leerjaar 2 Fysiotherapie (2020-2021)
Steungroepen (informatieve- en emotionele steun)
Wat het coping proces inhoudt (adaptieve opgaven en coping vaardigheden)
(crisistheorie van Moos)
- Adaptieve taken definitie: belastende situaties en omstandigheden die een beroep doen op
het aanpassingsvermogen van de patiënt.
o Gerelateerd aan de ziekte/behandeling:
Omgaan met symptomen/behandeling bijv. leren toedienen van eigen
medicatie
Aanpassen aan ziekenhuisomgeving en medische procedures (zwaarte regiem)
Ontwikkelen en onderhouden goede relatie met behandelaars
o Gerelateerd aan algemeen psychosociaal functioneren:
Controle negatieve gevoelens en behouden positief toekomstbeeld
Behouden tevreden zelfbeeld en competentieniveau
Goede relaties onderhouden met familie en vrienden
Voorbereiden op een onzekere toekomst
- Coping vaardigheden:
o Ontkennen/minimaliseren serieusheid situatie
o Informatie zoeken
o Concrete, specifieke doelen zetten
o Rekruteren van instrumentele en emotionele steun
o Bereiken behandelbaar perspectief
Hogeschool Saxion Enschede Student: Illian Groothuismink (488208)