Finance Hoorcollege
Week 3.1 - Prijselasticiteit
Organisaties indelen:
1. Op basis van winststreven
- Non-profit (KNVB, HAN, sportclub) ook winst maken maar is niet het hoofddoel
(beetje winst!!)
- Profit (Nike, survivalbureau, basic fit) winst maken is het hoofddoel (moeten winst
maken!!)
2. Op basis van rechtsvorm/ juridische vorm
- Zonder rechtspersoonlijkheid
Eenmanszaak (meerdere mensen verantwoordelijk), vof (niet alleen aansprakelijk maar met
meerdere), maatschap
Eigenaar aansprakelijk met privévermogen. Nadeel
Je kan altijd starten Voordeel
- Met rechtspersoonlijkheid
BV (besloten vennootschap), NV (naamloze vennootschap), Vereniging, Stichting
Scheiding privé en zakelijk niet vanuit het eigen vermogen maar geheel zakelijk
(Soms wel zelfverantwoordelijk maar alleen als ze er een zooitje van hebben gemaakt)
Zie je vaak als bedrijven groeien
Eenmanszaak vof bv
Sportwereld:
Vereniging of Stichting
- Met of zonder rechtspersoonlijkheid?
- MET!!
Wil je als bestuurder je huis verkopen om je trainer te betalen?
Bestuurder niet hoofdelijk aansprakelijk
TK<TO Winst maken is niet doel maar positieve resultaten zijn noodzakelijk om te blijven
TO= totale opbrengst
TK= totale kosten
Afzet= aantal producten
Omzet= afzet x verkoopprijs (€)
(100 Burgers x 11 = 1100)
TO=TK nonprofit/ breakeven
TO>TK = profit/ winst
,2 manieren:
- Commercie: meer TO
Targets omhoog meer winst maken
- Controller: TK omlaag
Bezuinigen
Winst maken: of TO omhoog, of TK omlaag
Prijselasticiteit (PE):
Mate waarin de vraag naar een product (dus de verkoop) zal veranderen door een
verandering van de prijs.
(Wat gebeurd er als de prijs van een product verhoogd wordt)
Normaal= uitkomst negatief omgekeerd evenredige relatie tussen prijs en vraag (prijs
stijgt, vraag daalt)
Product duurder: vraag daalt
Product goedkoper: vraag stijgt
Berekening:
Prijselasticiteit=
Delta % vraag/ Delta % van de prijs
Procentuele verandering van de vraag/ procentuele verandering van de prijs
6/3=2
Geen absolute getallen maar eerst relatief maken
(Nieuw- oud)/ oud x 100% delta
-0.25: als de prijst
stijgt, daalt de
vraag
+ … als de prijs stijg,
stijgt de vraag
bijna nooit
,Inelastisch: tussen de 0 en -1 (supermarkt)
Elastisch (Luxeproduct): onder de -1 en lager (iphone)
, (Ajax seizoenkaart)
Week 3.2- Balans en Resultatenrekening
Twee belangrijke aspecten bij toepassen instrumenten:
Verwachting VS. werkelijkheid
Vooraf – achteraf
Vooraf:
Dus voordat er beslissingen worden genomen.
We kijken vooruit (naar de toekomst)
Begrippen als ‘voorcalculatie’ of ‘begroting’ of ‘verwachting’
Management Accounting
Achteraf:
Nadat de gebeurtenissen hebben plaatsgevonden.
Terugkijken naar verleden. Wat is er werkelijk gerealiseerd?
Week 3.1 - Prijselasticiteit
Organisaties indelen:
1. Op basis van winststreven
- Non-profit (KNVB, HAN, sportclub) ook winst maken maar is niet het hoofddoel
(beetje winst!!)
- Profit (Nike, survivalbureau, basic fit) winst maken is het hoofddoel (moeten winst
maken!!)
2. Op basis van rechtsvorm/ juridische vorm
- Zonder rechtspersoonlijkheid
Eenmanszaak (meerdere mensen verantwoordelijk), vof (niet alleen aansprakelijk maar met
meerdere), maatschap
Eigenaar aansprakelijk met privévermogen. Nadeel
Je kan altijd starten Voordeel
- Met rechtspersoonlijkheid
BV (besloten vennootschap), NV (naamloze vennootschap), Vereniging, Stichting
Scheiding privé en zakelijk niet vanuit het eigen vermogen maar geheel zakelijk
(Soms wel zelfverantwoordelijk maar alleen als ze er een zooitje van hebben gemaakt)
Zie je vaak als bedrijven groeien
Eenmanszaak vof bv
Sportwereld:
Vereniging of Stichting
- Met of zonder rechtspersoonlijkheid?
- MET!!
Wil je als bestuurder je huis verkopen om je trainer te betalen?
Bestuurder niet hoofdelijk aansprakelijk
TK<TO Winst maken is niet doel maar positieve resultaten zijn noodzakelijk om te blijven
TO= totale opbrengst
TK= totale kosten
Afzet= aantal producten
Omzet= afzet x verkoopprijs (€)
(100 Burgers x 11 = 1100)
TO=TK nonprofit/ breakeven
TO>TK = profit/ winst
,2 manieren:
- Commercie: meer TO
Targets omhoog meer winst maken
- Controller: TK omlaag
Bezuinigen
Winst maken: of TO omhoog, of TK omlaag
Prijselasticiteit (PE):
Mate waarin de vraag naar een product (dus de verkoop) zal veranderen door een
verandering van de prijs.
(Wat gebeurd er als de prijs van een product verhoogd wordt)
Normaal= uitkomst negatief omgekeerd evenredige relatie tussen prijs en vraag (prijs
stijgt, vraag daalt)
Product duurder: vraag daalt
Product goedkoper: vraag stijgt
Berekening:
Prijselasticiteit=
Delta % vraag/ Delta % van de prijs
Procentuele verandering van de vraag/ procentuele verandering van de prijs
6/3=2
Geen absolute getallen maar eerst relatief maken
(Nieuw- oud)/ oud x 100% delta
-0.25: als de prijst
stijgt, daalt de
vraag
+ … als de prijs stijg,
stijgt de vraag
bijna nooit
,Inelastisch: tussen de 0 en -1 (supermarkt)
Elastisch (Luxeproduct): onder de -1 en lager (iphone)
, (Ajax seizoenkaart)
Week 3.2- Balans en Resultatenrekening
Twee belangrijke aspecten bij toepassen instrumenten:
Verwachting VS. werkelijkheid
Vooraf – achteraf
Vooraf:
Dus voordat er beslissingen worden genomen.
We kijken vooruit (naar de toekomst)
Begrippen als ‘voorcalculatie’ of ‘begroting’ of ‘verwachting’
Management Accounting
Achteraf:
Nadat de gebeurtenissen hebben plaatsgevonden.
Terugkijken naar verleden. Wat is er werkelijk gerealiseerd?