Samenvatting Burgerlijk Procesrecht, Goederenrecht & Verbintenissenrecht P2

TENTAMEN LEERSTOF P2

BURGERLIJK PROCESRECHT
WEEK 1

Materiële privaatrecht: Bevat inhoudelijke rechten en plichten die burgers hebben. Het gaat
hier over rechtsregels, rechtsverhoudingen en juridische handelingen.
Bijvoorbeeld: Je mag verwachten dat als je een nieuwe telefoon koopt dat deze het doet,
anders heb je recht op een wél werkende telefoon, dit staat vast in de wet.

Formele privaatrecht: Hier gaat het over de rechten en plichten van de burger bij een civiele
procedure.
Bijvoorbeeld: Als je naar de rechter gaat en een procedure start krijg jij als burger met dit
recht te maken.

Verschil tussen het formele en het materiële privaatrecht: Bij materieel gaat het over rechten
en plichten in het algemeen en bij formeel gaat het over rechten en plichten bij een civiele
procedure.
De rol van het burgerlijk procesrecht: Het burgerlijk procesrecht omvat vormvoorschriften en
procedureregels waarmee een persoon in een civiele procedure zijn materiële rechten en
plichten kan effectueren*, vast laten stellen, tot stand laten brengen, wijzigen of beëindigen.

* effectueren: iets uitvoeren/toepassen.
De functies van het burgerlijk procesrecht:
 Handhaven en beïnvloeden van materiele burgerlijke rechten en plichten
 Het voorkomen van een gerechtelijke procedure
 Het voorkomen van eigenrichting
Beginselen burgerlijk procesrecht (art. 19 t/m 30 Rv):
 Recht op rechtspraak en rechtsbijstand
 Onafhankelijke en onpartijdige rechter
 Hoor en wederhoor
 Behandeling en beslissing binnen redelijke termijn
 Openbaarheid van zitting en uitspraak
 Motiveringsbeginsel
 Geen rechtsweigering en volledige beslissing
 Beginsel van partijautonomie (ook wel lijdelijkheidsbeginsel genoemd)
 Ambtshalve aanvulling van rechtsgronden
Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering: Het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
bevat concrete regels over het voeren van een procedure bij een burgerlijke rechter. Het
Wetboek geeft het wettelijk kader voor het procederen bij de rechtbank, het gerechtshof en
de Hoge Raad, evenals de uitvoering van gerechtelijke uitspraken.
Wet op de Rechterlijke Organisatie: In de Wet op de Rechterlijke Organisatie (Wet RO) is
opgenomen hoe de rechterlijke macht in Nederland is georganiseerd. In de Wet RO zijn
onder meer de taken en bevoegdheden van de rechtbanken, gerechtshoven en de Hoge
Raad vastgelegd.

,Procespartijen:
 Vertegenwoordiging van de natuurlijke persoon: Als een persoon niet
handelingsbekwaam is (onder curatele gesteld of minderjarig) moet hij worden
vertegenwoordigd door een handelingsbekwame persoon die optreed als zijn
wettelijke vertegenwoordiger. De vertegenwoordiger wordt dan de formele
procespartij genoemd en de vertegenwoordigde de materiële procespartij.

 Vertegenwoordiging van de rechtspersoon: Een rechtspersoon kan niet ‘zelf’
procederen, een rechtspersoon moet vertegenwoordigd worden door een natuurlijk
persoon. De rechtspersoon is hier de formele procespartij én de materiele
procespartij.

 Vertegenwoordiger voor groepsbelang of algemeen belang: Er wordt een procedure
gestart wegens een groepsbelang of een algemeen belang. Dit belang wordt
vertegenwoordigd door een vertegenwoordiger.
Rechtsbijstandverleners:
 Advocaat: Bij sommige gevallen moet een procespartij verplicht worden bijgestaan
door een advocaat (art. 79 lid 2 Rv). Bij een kantonrechtelijke procedure geldt dat er
zonder advocaat mag worden geprocedeerd.
 Andere rechtshulpverleners: Bij een procedure waar een advocaat niet verplicht bij is,
kan je je door een gemachtigde laten vertegenwoordigen (art. 80 lid 1 Rv).
Kerntaken van de gerechtsdeurwaarder:
 Het uitbrengen van exploten (betekenen exploot: art. 45 t/m 66 Rv)
 Het leggen van conservatoir (bewarend) beslag
 Het ten uitvoer leggen van uitspraken van de rechter
De griffie: De griffie betreft de gerechtelijke administratieve ondersteuning van een bepaald
gerecht. De griffie beheert de agenda, dossiers en het archief. De griffie verzorgt ook voor de
correspondentie bij procedures. Iemand die werkt op de griffie wordt aangeduid als 'griffier’.
Gerechtssecretaris: De juridische ondersteuners bij gerechten. Zij zijn de hulp en
rechterhand van de rechter. Als de gerechtssecretaris aanwezig is op de zitting en
zittingsaantekeningen maakt, wordt hij aangeduid als ‘griffier’.
De rechter: De rechter is werkzaam op een van de drie soorten gerechten die Nederland
heeft. Hij neemt de meeste en belangrijkste beslissingen in civiele procedures.
Soorten gerechten (art. 2 Wet RO):
1. Rechtbanken
2. Gerechtshoven
3. Hoge Raad
In eerste aanleg: Waar een zaak voor de eerste keer aanhangig wordt gemaakt. Bij civiele
zaken is dit in principe altijd de rechtbank. Er zijn 11 rechtbanken in Nederland (alle regels
met betrekking tot de rechtbank: art. 40 t/m 57 Wet RO).




Kosten gerechtelijke procedure in het burgerlijk recht:

,  Kosten verschuldigd aan de rechtsbijstandverlener: honorarium, kantoorkosten,
verschotten (onkosten);

 Kosten verschuldigd aan de gerechtelijke instantie: griffiegeld;

 Het honorarium van de gerechtsdeurwaarder: honorarium, verschotten (onkosten);

 De proceskosten (veroordeling): veelal wordt de verliezer veroordeeld tot het betalen
van de proceskosten van de wederpartij;

 Buitengerechtelijke kosten: redelijke kosten die worden gemaakt ter vaststelling van
schade en aansprakelijkheid en ter verkrijging van voldoening buiten rechte. Deze
kunnen ook in de proceskosten worden meegenomen;

 Gesubsidieerde rechtsbijstand is in sommige gevallen ook mogelijk. Overheid geeft
dan een subsidie voor personen die rechtsbijstand niet kunnen betalen.


WEEK 2
Wanneer er sprake is van een dagvaardingsprocedure en wanneer deze gevolgd moet
worden: Een civiele procedure wordt opgestart met een dagvaarding. Dus,
dagvaardingsprocedure tenzij verzoekschriftprocedure (art. 261 jo.78 lid 1 Rv).
Wanneer er sprake is van een verzoekschriftprocedure en wanneer deze gevolgd moet
worden: Er staat vaak “op verzoek van…” hier kan je aan zien dat er een
verzoekschriftprocedure gestart moet worden. Voor de meeste personen en
familierechtzaken wordt er een verzoekschriftprocedure gevoerd.
Bijvoorbeeld: echtscheidingen, bewind, curatele en adoptie.
Stappen dagvaardingsprocedure:
1. Opstellen dagvaarding: door de advocaat van eiser wordt de dagvaarding opgesteld.

2. Betekenen dagvaarding: de deurwaarder zorgt dat de dagvaarding bij de gedaagde
terecht komt. De deurwaarder vult de dag en tijdstip van de eerste rolzitting in.

3. Aanbrengen dagvaarding: de dagvaarding wordt aangebracht door advocaat, hij doet
persoonlijk de dagvaarding afleveren bij de rechtbank.

4. Rolzitting: de dag en tijdstip wordt op de agenda van de rechtbank gezet, ofwel het
inschrijven op de rol.




Verloop dagvaardingsprocedure eerste aanleg: